Waarschuwing tegen overmoed en pochen
Waarschuwing tegen overmoed en pochen: Spreuken 27
Spreuken 27:1 Beroem u niet op de dag van morgen, want gij weet niet wat een dag kan baren.
Deze spreuk spoort aan voorzichtig te zijn met pochen en niet te vergeten dat we worden beschermd en voor ons wordt gezorgd door Gods genade.
Mattheüs 6:34 Maakt u dan niet bezorgd tegen de dag van morgen, want de dag van morgen zal zijn eigen zorgen hebben; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.
Jacobus 4:13-15 Welaan dan, gij, die zegt: Vandaag of morgen gaan wij op reis naar die en die stad, wij zullen er een jaar doorbrengen, zaken doen en winst maken; gij, die niet eens weet, hoe morgen uw leven zijn zal! Want gij zijt een damp, die voor een korte tijd verschijnt en daarna verdwijnt; in plaats van te zeggen: Indien de Here wil, zullen wij leven en dit of dat doen.
Sefanja 2:1-3 Komt tot uzelf, ja, komt tot inkeer, gij schaamteloos volk, voordat het besluit tot uitvoering komt (als kaf gaat een dag voorbij) voordat over u komt de brandende toorn des HEREN, voordat over u komt de dag van de toorn des HEREN. Zoekt de HERE, alle ootmoedigen des lands, gij die zijn verordening volbrengt; zoekt gerechtigheid, zoekt ootmoed; misschien zult gij geborgen worden op de dag van de toorn des HEREN.
Kinderen kunnen helemaal opgaan in hun jeugd en niet beseffen dat het leven tijdelijk is en denken dat dit leven alleen maar voor hun plezier is. Een wijs ouder zegt zijn kinderen niet ijdel en trots op te scheppen over wat ze morgen zullen doen. Zo’n houding weerspiegelt geen respect voor God en Zijn plannen met je.
Ouders kunnen dingen zien die kinderen niet kunnen zien. Dit maakt deel uit van de zegeningen die God kinderen in overeenstemming met Zijn plan heeft geschonken. De jaren dat de ouders christen zijn geweest en de Bijbel hebben bestudeerd, kunnen worden omgezet in eenvoudige lessen om aan de kinderen door te geven. Een hecht samenhangend christelijk gezin gaat stap voor stap voort op weg naar het Koninkrijk van God.
Kinderen die in opstand komen, hun geweten dichtschroeien, zullen niet tot bekering komen; zij willen voor de pleziertjes van deze wereld leven.
Er zijn verschillende graden van schuld door alle partijen, maar uiteindelijk moeten we allemaal individueel kiezen. God spreekt op veel verschillende manieren tot ons, het is geen zaak van de waarheid niet kennen, het is een zaak van je verbergen voor de waarheid.
Christus sprak tot personen bij wie hetzelfde bloed door de aderen vloeide, het bloed van hun vader Juda. Maar het draait om de vruchten, daaraan ziet men wie de echte vader is.
Johannes 8:44 Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen.
God moet – ten goede van allemaal – in alles wat we doen betrokken zijn.
Maleachi 4:5-6 Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des HEREN komt. Hij zal het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen, opdat Ik niet kome en het land treffe met de ban.
Van Johannes de Doper wordt gezegd:
Lucas 1:17 En hij zal voor zijn aangezicht uitgaan in de geest en de kracht van Elia, om de harten der vaderen te keren tot de kinderen en de ongehoorzamen tot de gezindheid der rechtvaardigen, ten einde voor de Here een weltoegerust volk te bereiden.
Als kinderen toelaten dat ze van hun ouders worden afgesneden, is dat dezelfde zonde die Adam en Eva begingen door naar de slang te luisteren. Dat was in hun eigen nadeel.
Christus, de Alfa en de Omega, en de tweede Adam, laat ons de juiste relatie met ouders zien.
Johannes 5:19 …: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, de Zoon kan niets doen van Zichzelf, of Hij moet het de Vader zien doen; want wat deze doet, dat doet ook de Zoon evenzo.
Johannes 8:28-29 Jezus dan zei: Wanneer gij de Zoon des mensen verhoogd hebt, zult gij inzien, dat Ik het ben en niets uit Mijzelf doe, doch dat Ik dit spreek, gelijk de Vader Mij geleerd heeft. En die Mij gezonden heeft, is met Mij. Hij heeft Mij niet alleen gelaten, want Ik doe altijd wat Hem behaagt.
Johannes 14:31 maar de wereld moet weten, dat Ik de Vader liefheb en zo doe, als Mij de Vader geboden heeft. Staat op, laten wij vanhier gaan.
Johannes 17:25-26 Rechtvaardige Vader, de wereld kent U niet, maar Ik ken U, en dezen weten, dat Gij Mij gezonden hebt; en Ik heb hun uw naam bekend gemaakt en Ik zal hem bekend maken, opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij en Ik in hen.
Onze hemelse Vader werd nooit teleurgesteld in Christus.
Lucas 3:22 en de Heilige Geest in lichamelijke gedaante als een duif op Hem nederdaalde, en dat er een stem kwam uit de hemel: Gij zijt mijn Zoon, de geliefde, in U heb Ik mijn welbehagen.
Spreuken 27:2 Een ander roeme u, en niet uw eigen mond, een vreemde, en niet uw eigen lippen.
Eigen roem is geen aanbeveling.
Ons voorbeeld, niet onze woorden, moeten schijnen voor de mensen en eer geven aan de Vader van het huis.
Lucas 17:7-10 Wie van u zal tot zijn slaaf, die voor hem ploegt of het vee hoedt, als hij van het land thuiskomt, zeggen: Kom terstond hier aan tafel? Zal hij niet veeleer tot hem zeggen: Maak mijn maaltijd gereed, schort uw kleren op en bedien mij, tot ik klaar ben met eten en drinken, en daarna kunt gij eten en drinken?
Zal hij de slaaf soms danken, omdat hij deed wat hem bevolen was? Zo moet ook gij, nadat gij alles gedaan hebt wat u bevolen is, zeggen: Wij zijn onnutte slaven; wij hebben slechts gedaan, wat wij moesten doen.
Spreuken 27:3 Steen is zwaar en zand weegt, maar de ergernis over een dwaas is zwaarder dan die beide.
De woorden van een dwaas zijn moeilijk te verdragen of om naar te luisteren.
Psalm 4:2 Gij mannen, hoelang is mijn eer tot versmading, hoelang hebt gij ijdelheid lief, jaagt gij de leugen na?
Mattheüs 17:17-18 Jezus antwoordde en zei: O, ongelovig en verkeerd geslacht, hoelang zal Ik nog bij u zijn? Hoelang zal Ik u nog verdragen? Breng hem Mij hier. En Jezus bestrafte hem en de boze geest ging van hem uit, en de knaap was genezen van dat ogenblik af.
Spreuken 27:4 Gramschap is wreed en toorn is overstelpend, maar wie zal voor jaloersheid bestaan?
Gramschap en boosheid kunnen worden gesust, maar jaloersheid kent geen grenzen voor wraak.
Spreuken 6:34-35 Want jaloersheid is vuurgloed in een man, hij kent geen mededogen ten dage der wraak; hij aanvaardt geen enkel zoenmiddel, en blijft onverbiddelijk, al geeft gij een nog zo groot geschenk.
Zacharia 1:14 Vervolgens zei tot mij de engel die met mij sprak: Predik: zo zegt de HERE der heerscharen: Ik ben voor Jeruzalem en voor Sion in grote ijver [King James: jaloersheid.] ontbrand,
Spreuken 27:5 Een onomwonden bestraffing is beter dan verborgen liefde;
Niemand vindt het fijn om te worden gecorrigeerd, we worden liever gevleid of horen liever goede dingen over onszelf. De meeste mensen vinden het heel moeilijk om kritiek te accepteren. Maar het accepteren van opbouwende kritiek is een geestelijke kwaliteit.
Een tweede stel ogen ziet dingen die wijzelf niet zien, daarom gaf God ons een partner. Als iemand je problemen ziet, ziet hij ook de oplossing. Als we de kritiek accepteren zullen we ons voordeel daarmee doen en een gelukkiger leven hebben.
Passief zijn is zonde. Om een discussie te vermijden is het heel gemakkelijk om maar in te stemmen. Maar het is gemakkelijker om een gevecht te doorstaan dan een begrafenis.
Als we iemands probleem zien en – omdat we hem liefhebben – de ogen daarvoor sluiten, hebben we hem geen liefde betoont als vriend. We houden niet van confrontaties, maar soms zijn die nodig.
Mattheüs 18:15 Indien uw broeder zondigt, ga heen, bestraf hem onder vier ogen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen.
Gods wet zegt:
Leviticus 19:17 Gij zult uw broeder in uw hart niet haten; openlijk zult gij uw volksgenoot terechtwijzen en niet ter wille van hem zonde op u laden.
Spreuken 27:6 oprecht gemeend zijn de wonden door een vriend geslagen, maar overvloedig zijn de kussen van een vijand.
Als iemand je pijn doet moet je erover nadenken of hij je misschien niet heeft behoed voor een veel grotere pijn.
Nog een spreuk of waarschuwing: Omring je nooit met mensen die het altijd met je eens zijn of alleen maar zeggen wat je wilt horen; vertrouw hen niet, zij hebben daar zo hun bijbedoelingen mee. Denk aan een Judas’ kus.
Spreuken 27:7 Een verzadigd mens vertreedt honigzeem, maar voor een hongerige is al het bittere zoet.
Als we teveel hebben zullen we de grootste zegeningen niet waarderen. Als we weinig hebben zullen we alles waarderen.
God laat zien dat we, als we denken rijk te zijn, in feite arm zijn.
Openbaring 3:17 Omdat gij zegt: Ik ben rijk en ik heb mij verrijkt en heb aan niets gebrek, en gij weet niet, dat gij zijt de ellendige en jammerlijke en arme en blinde en naakte,
Maar als we weten dat we behoeftig zijn, kunnen we naar Christus luisteren.
Openbaring 3:18-21 raad Ik u aan van Mij te kopen goud, dat in het vuur gelouterd is, opdat gij rijk moogt worden, en witte klederen, opdat gij die aandoet en de schande uwer naaktheid niet zichtbaar worde; en ogenzalf om uw oogleden te bestrijken, opdat gij zien moogt. Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik; wees dan ijverig en bekeer u. Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij. Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon.
Spreuken 27:8 Zoals een vogel die rondzwerft ver buiten zijn nest, zo is een man die rondzwerft ver buiten zijn woonplaats.
Als een vogel ver van zijn nest zwerft worden de eieren en de jongen verwaarloosd. Laat daarom iedereen blijven in de staat waarin hij geroepen werd, daarin blijven met God. God die in alles voorziet, laat alles op Zijn tijd gebeuren omwille van de redenen die Hij daarvoor heeft. Daar waar Hij je heeft geplaatst, heeft Hij een doel met je.
1 Corinthiërs 7:24 Broeders, iedereen blijve voor God in die toestand, waarin hij werd geroepen.
Als we Christus verlaten komen we in de problemen.
Spreuken 27:9 Olie en reukwerk verheugen het hart, en warme vriendschap, vanwege welgemeende raad.
In droge en stoffige gebieden waren het zalven van het hoofd, de baard en diverse andere lichaamsdelen, en ook het besprenkelen met rozenwater, grote zegeningen – sommige daarvan konden wel een jaarsalaris kosten. De vaten die deze laatste oliën bevatten waren ingelegd met zilver in de vorm van twijgjes, bladeren, enzovoort.
Dit zijn metaforen om te laten zien dat omgang met Christus door de Heilige Geest en diepgaande gesprekken met vrienden die geestelijk georiënteerd zijn, kostbaar en verrijkend is.
In deze tijd zijn er slechts heel weinig mensen met wie we kunnen spreken. Terugkijkend over de eeuwen zijn de woorden van de apostel Paulus als een genezende zalving met olie.
Begrip neemt toe, de band van onderlinge liefde wordt versterkt en ook het geloof wordt versterkt.
Spreuken 27:10 Laat uw vriend en de vriend van uw vader niet in de steek, maar betreed het huis van uw broeder niet ten dage van uw ongeluk.
Beter een buur dichtbij dan een broeder veraf.
Laat nooit een vriend in de steek – ongeacht of het een eigen vriend is of een vriend van je vader. Dan hoef je in tijden van nood niet naar een verre bloedverwant te gaan.
Er is niets te vergelijken met het advies van mensen die zelf de consequenties niet hoeven te ondergaan.
Israël klaagde dat ze zware belastingen kregen opgelegd.
1 Koningen 12:6-11 Koning Rehabeam raadpleegde hierop de ouden die in dienst van zijn vader Salomo gestaan hadden, toen deze nog leefde, en zei:
Wat raadt gij dit volk te antwoorden?
Zij zeiden tot hem: Indien gij heden een knecht van dit volk wilt zijn en hen dienen, en in uw antwoord goede woorden tot hen spreekt, dan zullen zij voor altijd uw knechten zijn.
Maar hij verwierp de raad die de ouden hem gegeven hadden, en raadpleegde de jonge mannen die met hem opgegroeid waren en in zijn dienst stonden.
Hij zei tot hen:
Wat raadt gij, dat wij zullen antwoorden aan dit volk, dat tot mij gesproken heeft:
maak het juk dat uw vader ons opgelegd heeft, lichter?
De jonge mannen die met hem opgegroeid waren, zeiden tot hem: Dit moet gij zeggen tot dit volk dat tot u gesproken heeft: uw vader heeft ons juk zwaar gemaakt, maar geef gij ons verlichting?
Dit moet gij tot hen spreken: mijn pink is dikker dan mijns vaders lendenen. Welnu, mijn vader heeft u een zwaar juk opgelegd, maar ik zal uw juk nog verzwaren; mijn vader heeft u met zwepen getuchtigd, maar ik zal u tuchtigen met gesels.
Spreuken 27:11 Wees wijs, mijn zoon, en verheug mijn hart, opdat ik een antwoord heb voor wie mij smaadt.
De echte test van je wijsheid ligt niet in hoe je je gedraagt in de aanwezigheid van vrienden, maar in hoe je je gedraagt in de aanwezigheid van je vijanden.
Mattheüs 5:46 Want indien gij liefhebt, die u liefhebben, wat voor loon hebt gij? Doen ook de tollenaars niet hetzelfde?
De beste manier om iemand te antwoorden die je voor gek wil zetten, is in liefde. Laat nooit bitterheid, boosaardig spreken, woede of wraak vat op je krijgen.
Romeinen 12:9-21 De liefde zij ongeveinsd.
Weest afkerig van het kwade, gehecht aan het goede.
Zijt in broederliefde elkander genegen, in eerbetoon elkander ten voorbeeld, in ijver onverdroten, vurig van geest, dient de Here.
Weest blijde in de hoop, geduldig in de verdrukking, volhardend in het gebed, bijdragend in de noden der heiligen, legt u toe op de gastvrijheid. Zegent wie u vervolgen, zegent en vervloekt niet.
Uw taak: weest blijde met de blijden, weent met de wenenden.
Weest onderling eensgezind, niet zinnende op hoge dingen, maar voegt u in het eenvoudige.
Weest niet eigenwijs. Vergeldt niemand kwaad met kwaad; hebt het goede voor met alle mensen. Houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen.
Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Here.
Maar, indien uw vijand honger heeft, geef hem te eten; indien hij dorst heeft, geef hem te drinken, want zo zult gij vurige kolen op zijn hoofd hopen.
Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.
Spreuken 27:12 De schrandere [King James: voorzichtig] ziet het onheil en bergt zich; de onverstandigen gaan hun gang en moeten boeten.
Niemand is van nature voorzichtig.
Als we de etymologie van het woord “voorzichtig” onderzoeken, zien we dat het verband houdt met “voorzienigheid”. Daarom is godvrezend zijn voorzichtig zijn. Een godvrezend iemand is iemand die onder genade valt, aan wie gerechtigheid wordt toegerekend, die op weg is naar volwassenheid in de Heilige Geest, die wandelt met Christus.
Mattheüs 11:25-26 Te dien tijde hief Jezus aan en zei: Ik dank U, Vader, Heer des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, doch aan kinderkens geopenbaard. Ja, Vader, want zo is het een welbehagen geweest voor U.
Een voorzichtig iemand of iemand die voorzienig handelt, weet als hij het onheil ziet, wat er te gebeuren staat en zal proberen daarbij niet betrokken te raken, maar de onverstandigen zijn of zo dom dat ze geen besef hebben van de problemen die voor hen liggen, of zo koppig en lui dat ze er niet voor zullen zorgen ze te vermijden.
De les die God laat zien, is dat we er voor moeten zorgen dat de problemen van anderen ons niet deprimeren.
Marcus 9:30-32 En zij gingen vandaar weg en reisden door Galilea. En Hij wilde niet, dat iemand het te weten kwam. Want Hij onderwees zijn discipelen en zei tot hen: De Zoon des mensen wordt overgeleverd in de handen der mensen en zij zullen Hem ter dood brengen en drie dagen na zijn dood zal Hij opstaan. Doch zij begrepen dit woord niet en durfden Hem er niet naar te vragen.
Spreuken 27:13 Ontneem hem zijn kleed, want hij bleef borg voor een vreemde; neem hem als pand voor een onbekende.
Als iemand zich door verleidingen en vleierijen borg stelt voor een onbekende vrouw wordt hij figuurlijk ontkleed en zij zal hem daarna aan zijn lot overlaten om haar kostbare gunsten aan iemand anders te geven. Zij kan niets meer bij je halen.
Spreuken 27:14 Wie zijn naaste in de vroege morgen op luidruchtige wijze groet, het wordt hem als een vloek aangerekend.
God zegt ons ijverig te zijn door vroeg op te staan en niet te blijven doorslapen zoals veel anderen doen.
De meeste mensen willen niet wakker worden gemaakt.
Jeremia 25:4 ook heeft de HERE al zijn knechten, de profeten, tot u gezonden, vroeg en laat, doch gij hebt geen gehoor gegeven noch uw oor geneigd om te horen:
Spreuken 6:9-10 Hoelang, luiaard, zult gij neerliggen, wanneer zult gij opstaan uit uw slaap? Nog even slapen, nog even sluimeren, nog even liggen met gevouwen handen;
Langzaam, dom als een slak.
Spreuken 27:15-16 Een gestadig druppelend lek op een dag van stortregen en een twistzieke vrouw zijn aan elkander gelijk. Wie haar wil opsluiten, zou wind opsluiten, en zijn rechterhand zou olie ontmoeten.
Een twistzieke vrouw is geen godvrezende vrouw omdat zij strijd voert over wie de baas is in huis.
Genesis 3:16 … en naar uw man zal uw begeerte uitgaan, en hij zal over u heersen.
Spreuken 19:13 …, het getwist van een vrouw als een gestadig druppelend lek.
Spreuken 19:14 …, maar een verstandige vrouw is van de HERE.
Een vrouw waarin God heeft voorzien.
Je kunt een twistzieke vrouw niet het zwijgen opleggen. Zij blijft je almaar belagen totdat je zondigt. Je zondige reactie geeft haar macht over je.
In plaats van een hulp te zijn die bij je past, die God vereert, zal ze het slechtste in je naar voren brengen.
Spreuken 26:21 Zoals de kolen de gloed en hout het vuur doen opvlammen, zo een twistziek man de strijd.
Je kunt haar niet doen ophouden net zo min als je de wind kunt beteugelen of olie met je hand pakken. God zegt niet te proberen haar te veranderen, zorg dat je bij haar weg komt.
Spreuken 21:19 Het is beter te wonen in een woestijn dan met een twistzieke en gramstorige vrouw.
Lees ook Spreuken 21:9 Beter te wonen op een hoek van het dak dan met een twistzieke vrouw in een gemeenschappelijke woning.
Spreuken 25:24 Beter te wonen op een hoek van het dak dan met een twistzieke vrouw in een gemeenschappelijke woning.
God wil niet dat je deze weg volgt.
Jesaja 3:12 De tyrannen van mijn volk zijn kinderen, en vrouwen overheersen het. Mijn volk, uw leiders zijn verleiders en zij maken de weg die u tot pad moest zijn, tot een doolweg.
God wil niet dat we getrouwd blijven, als dat leidt tot onze geestelijke vernietiging.
Spreuken 27:17 Zoals men ijzer met ijzer scherpt, zo scherpt de ene mens de ander.
Stimulerende gedachten en gesprekken stimuleren meer stimulerende gedachten en gesprekken.
Prediker 4:9-12 Twee zijn beter dan één, omdat zij een goede beloning hebben bij hun zwoegen. Want, indien zij vallen, dan richt de een de ander weer op; maar wee de éne die valt zonder dat een metgezel hem opricht! Ook indien er twee nederliggen, zullen zij warm worden, maar hoe zal één alleen warm worden? Kan iemand er één overweldigen, twee zullen tegenover hem kunnen standhouden; en een drievoudig snoer wordt niet spoedig verbroken.
Hebreeën 10:25 Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen.
God wil dat we door de juiste omgang met elkaar het tweede grote gebod vervullen en het beste in elkaar naar voren brengen.
Maleachi 3:16 Dan spreken zij die de HERE vrezen, onder elkander, ieder tot zijn naaste: De HERE bemerkte het toch en hoorde het en er werd een gedenkboek voor zijn aangezicht geschreven, ten goede van hen die de HERE vrezen en zijn naam in ere houden.
Andere mensen kunnen een geweldige invloed op ons hebben, of ten goede of ten kwade.
Spreuken 27:18 Wie de vijgenboom verzorgt, geniet zijn vrucht; wie voor zijn heer zorgt, wordt geëerd.
Als je een uitstekende dienaar bent laat je dat niet zonder voordelen. Hard werken is niet oneervol; ook het aanvaarden van opdrachten is niet oneervol. Wat wel oneervol is, is het niet goed uitvoeren van je werk.
Laat koppige ongehoorzaamheid en trots je er niet van weerhouden alles te zijn van wat je kunt zijn.
Prediker 9:10 Al wat uw hand vindt om naar uw vermogen te doen, doe dat, want er is geen werk of overleg of kennis of wijsheid in het dodenrijk, waarheen gij gaat.
Johannes 12:26 Indien iemand Mij wil dienen, hij volge Mij, en waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn. Indien iemand Mij dienen wil, de Vader zal hem eren.
Het zijn van een dienaar is de weg om te zijner tijd te worden verhoogd.
Spreuken 27:19 Zoals het water het gelaat weerspiegelt, zo weerspiegelt het hart van de mens de mens.
We kijken in het water om te zien hoe we er fysiek uitzien. God wil dat we weten hoe we er geestelijk uitzien.
Jacobus 1:25 Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, die der vrijheid, en daarbij blijft, niet als een vergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen.
Voorwaar, als iedereen zag wat er in andermans hart omging, dan zou er geen handel zijn; iedereen zou zich verspreiden en op zichzelf gaan wonen.
Spreuken 27:20 Dodenrijk en verderf zijn onverzadelijk; even onverzadelijk zijn de ogen des mensen.
Mensen willen altijd meer, zelfs als dat anderen het leven kost.
Waarover werden alle oorlogen uitgevochten? Ten koste van miljoenen levens, hele generaties jongemannen.
Jacobus 4:1-3 Waaruit komt bij u strijden en vechten voort? Is het niet hieruit uit uw hartstochten, die in uw leden zich ten strijde toerusten? Gij begeert, doch gij hebt niet; ook zijt gij moorddadig en na-ijverig en gij kunt er niets mede verkrijgen; gij vecht en gij strijdt. Maar gij hebt niets, omdat gij niet bidt. Of, gij bidt wel, maar gij ontvangt niet, doordat gij verkeerd bidt, om het in uw hartstochten door te brengen.
Spreuken 27:21 De smeltkroes is voor het zilver en de oven voor het goud, en de mens wordt beoordeeld naar zijn faam.
De smeltkroes bepaalt de waarde van het goud of zilver, evenals anderen zullen bepalen hoe jij hun leven hebt beïnvloed.
2 Corinthiërs 10:18 want niet wie zichzelf aanbeveelt, doch wie van de Here een aanbeveling ontvangt, heeft de proef doorstaan.
1 Petrus 1:6-7 Verheugt u daarin, ook al wordt gij thans, indien het moet zijn, voor korte tijd door allerlei verzoekingen bedroefd, opdat de echtheid van uw geloof, kostbaarder dan vergankelijk goud, dat door vuur beproefd wordt, tot lof en heerlijkheid en eer blijke te zijn bij de openbaring van Jezus Christus.
Spreuken 27:22 Al stampt gij een dwaas in een vijzel, tussen de graankorrels met een stamper, zijn dwaasheid zal niet van hem wijken.
Volgens God is een dwaas iemand die slecht is, niet iemand die minder mentale capaciteiten heeft. Wat maakt iemand tot een dwaas in het oog van God? Als hij dwaze pleziertjes niet wil opgeven.
Dwaasheid die in het hart van een kind zit kan worden verwijderd door de roede van correctie, leren wat het leven niet is.
Jesaja 1:3-7 Een rund kent zijn eigenaar en een ezel de krib van zijn meester, maar Israël heeft geen begrip, mijn volk geen inzicht. Wee het zondige volk, de natie, beladen met ongerechtigheid, het gebroed van boosdoeners, de verdorven kinderen.
Zij hebben de HERE verlaten, de Heilige Israëls versmaad, zich achterwaarts gewend. Waar wilt gij nog meer geslagen worden, dat gij voortgaat met af te wijken? Het gehele hoofd is ziek, het gehele hart vol krankheid; van de voetzool af tot de schedel is er niets gaaf; wonden, striemen en verse kwetsuren, die niet uitgedrukt zijn noch verbonden noch met olie verzacht.
Uw land is een woestenij; en uw steden zijn met vuur verbrand; uw akker, daarvan eten vreemden voor uw ogen: een woestenij, als door vreemden onderstboven gekeerd.
En dan argumenteren ze nog steeds ten gunste van zondige manieren van leven.
Spreuken 27:23 Let wel op de staat van uw kleinvee, en zet uw hart op de kudden,
Verzorg en behoed ook de dieren die tot je huishouden behoren. Je behoort zelfs op de hoogte te zijn van hun toestand.
Dit is een metafoor voor een pastor en kerkgemeente. We zijn allemaal onze broeders’ hoeder.
Ezechiël 34:1-6 Het woord des HEREN kwam tot mij: Mensenkind, profeteer tegen de herders van Israël, profeteer en zeg tot hen, tot die herders: zo zegt de Here HERE: wee de herders van Israël, die zichzelf weiden! Moeten de herders niet de schapen weiden? Het vet eet gij, met de wol kleedt gij u, het gemeste slacht gij, maar de schapen weidt gij niet; zwakke versterkt gij niet, zieke geneest gij niet, gewonde verbindt gij niet, afgedwaalde haalt gij niet terug, verlorene zoekt gij niet, maar gij heerst over hen met hardheid en geweldenarij. Zij raken verstrooid, omdat er geen herder is, en worden tot voedsel voor al het gedierte des velds; zo raken zij verstrooid. Mijn schapen dwalen rond op alle bergen en op elke hoge heuvel; over de gehele aarde zijn mijn schapen verstrooid zonder dat er iemand is die naar hen vraagt of ze zoekt.
Spreuken 27:24 want een schat duurt niet voor eeuwig; blijft soms een kroon van geslacht tot geslacht?
Geld in dit leven is tijdelijk om ons geestelijke lessen te onderwijzen. God zou nooit echte rijkdom geven aan de mensheid.
Jesaja 55:1-2 O, alle dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet; ja komt, koopt zonder geld en zonder prijs wijn en melk. Waarom weegt gij geld af voor wat geen brood is en uw vermogen voor wat niet verzadigen kan? Hoort aandachtig naar Mij, opdat gij het goede eet en uw ziel zich in overvloed verlustige.
Spreuken 27:25 Als het gras verdwenen is en het etgroen zich vertoont en de kruiden der bergen zijn ingezameld,
Waarschuwing tegen overmoed en pochen: God is onze grootste rijkdom
God is onze grootste rijkdom. Je hoeft niet geweldig veel werk te verzetten om voedsel voor je kudde te krijgen, omdat het spontaan groeit; en de weidegronden staan open voor iedereen; niet alleen in de dalen, maar ook op “de bergen”, je moet het alleen op de juiste tijd binnenhalen.
Spreuken 27:26 dan hebt gij schapen voor uw kleding, en bokken tot koopprijs voor een akker,
Al de levende have die zich vermenigvuldigt, stelt ons in staat, als ze zich vermenigvuldigen, hen te verkopen en zelfs grotere akkers te kopen.
Spreuken 27:27 voldoende geitenmelk voor uw voeding, tot voeding voor uw huis, en levensonderhoud voor uw dienstmaagden.
We worden gevoed door de melk en gekleed door de wol waarin God voor ons voorziet als we aan Hem denken als onze echte rijkdom.
Wordt vervolgd met: Spreuken 28: Moed – geestelijke moed en eeuwig leven
Meer informatie? HET BOEK SPREUKEN: de belangrijkste levensprincipes.
Zie ook Het loon van de wijsheid van God: Spreuken 25
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling © 2010 Stichting HSV’][Nadruk van ons]
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBG-vertaling 1951][Nadruk van ons]