Levenswijsheid-God is de bron

Levenswijsheid-God is de bron – Spreuken 24

Spreuken 24:1 Wees niet afgunstig op booswichten en begeer niet met hen te verkeren;

Menselijk gesproken kunnen we jaloers zijn op mensen die dingen hebben die wij niet hebben. God zegt dat we daarin voorzichtig moeten zijn. De goddelozen stralen een beeld uit van bedrieglijke kracht, trots op het eigen ik, een beeld van succes; daardoor kun je je gemakkelijk laten misleiden. We zouden niet moeten willen dat zij ons rolmodel zijn. God wil dat we de geestelijke zaken zien en beseffen dat de goddelozen geen succes hebben.

De goddelozen hebben niets dat wij zouden willen hebben. Ongeacht hun materiële winst hebben ze geen toekomst en ze zullen in dit leven nooit geluk en tevredenheid kennen.

Begeren: Dit woord kan op twee manieren worden gebruikt:

Goed (Hebreeuws: ‘avah; Grieks: ze’lo-oo): iets op wettige wijze vurig verlangen; het hart en denken helemaal op iets zetten. De King James vertaalt 1 Corinthiërs 12:31 met verlang vurig, waar de NBG “streeft” heeft en de SV “ijvert”.
Slecht (Hebreeuws: batsa’; Grieks: epithu’meo): onwettig verlangen of op onwettige wijze verwerven. Daarom wordt het ook wel “lust” genoemd. Zie bijvoorbeeld 1 Corinthiërs 10:6. In Romeinen 7:8 vertaalt de King James met “wellust”, waar de NBG en SV “begeerlijkheid hebben”.

Psalm 73:12-17 Zie, zo zijn de goddelozen, altijd onbezorgd vermeerderen zij het bezit. Maar tevergeefs heb ik mijn hart rein gehouden, mijn handen in onschuld gewassen. De ganse dag word ik geplaagd, mijn bestraffing is er elke morgen. Indien ik gezegd had: Ik zal aldus spreken, zie, dan ware ik afvallig geweest van het geslacht uwer kinderen. Ik tobde erover om dit te begrijpen, een kwelling was het in mijn ogen, totdat ik in Gods heiligdommen inging, en op hun einde lette.

Spreuken 24:2 want hun hart bedenkt onderdrukking, hun lippen spreken onheil.

Mensen die probleemmakers zijn, zijn niet geestelijk gericht in hun denken en ze hebben niemand lief behalve zichzelf. Vanwege geen relatie met God zijn zij vervuld met onzekerheid en zien iedereen in de wereld als tegenstanders. Zij leven in overeenstemming met de natuurlijke orde.

Mattheüs 26:52 Toen zeide Jezus tot hem: Breng uw zwaard weder op zijn plaats, want allen, die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen.

Maak zulke mensen niet tot je rolmodel, God heeft iets veel beters te bieden.

Spreuken 24:3-4 Door wijsheid wordt een huis gebouwd, door verstand wordt het bevestigd; door kennis worden de kamers gevuld met allerlei kostbaar en liefelijk bezit.

God is de bron van alle wijsheid.

Romeinen 16:27 Hem, de alleen wijze God, zij, door Jezus Christus, de heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen.

De hoogste kennis is de kennis van God.

Job 11:7 Kunt gij de geheimen Gods doorgronden, de Almachtige doorgronden ten einde toe?

Alleen God voorziet in begrip.

Psalm 119:125 Ik ben uw knecht, geef mij verstand, opdat ik uw getuigenissen kenne.

Als we dit leven leiden zoals God het bedoelde, om onze schepping te voltooien, dan zegent God ons met echte rijkdom. Dit benadrukt ook het soort koninkrijk dat Hij tot stand brengt.

Romeinen 9:23 juist om de rijkdom zijner heerlijkheid bekend te maken over de voorwerpen van ontferming, die Hij tot heerlijkheid heeft voorbereid?

Efeziërs 2:7-8 om in de komende eeuwen de overweldigende rijkdom zijner genade te tonen naar zijn goedertierenheid over ons in Christus Jezus. Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God;

Johannes 10:10 De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verdelgen; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed.

Johannes 14:2 In het huis mijns Vaders zijn vele woningen (anders zou Ik het u gezegd hebben) want Ik ga heen om u plaats te bereiden;

Woningen duidt op het bij God de Vader wonen in Zijn huis. Het Griekse woord dat in Johannes 14:2 met woningen is vertaald, betekent eigenlijk “kamers”, verblijfplaatsen binnen het ene huis met de intimiteit om met de Vader en alle andere gelovigen “onder één dak” te wonen.

Openbaring 2:7 Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik geven te eten van de boom des levens, die in het paradijs Gods is.

Spreuken 24:5 Een wijs man is sterk, een man van kennis betoont kracht;

Hij heeft de zaken onder controle omdat de Heer zijn kracht is. Hoe meer hij leert over God en hoe meer zijn relatie met God groeit des te sterker hij geestelijk wordt.

2 Petrus 1:4-8 door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst. Maar schraagt om deze reden met betoon van alle ijver door uw geloof de deugd, door de deugd de kennis, door de kennis de zelfbeheersing, door de zelfbeheersing de volharding, door de volharding de godsvrucht, door de godsvrucht de broederliefde en door de broederliefde de liefde jegens allen. Want als deze dingen bij u aanwezig zijn en overvloedig worden, laten zij u niet zonder werk of vrucht voor de kennis van onze Here Jezus Christus.

2 Corinthiërs 12:9 En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid. Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome.

Spreuken 24:6 want met overleg moet gij de strijd voeren en de overwinning ligt in de veelheid van raadgevers.

Los je eigen problemen op, maar laat daarbij God de Vader en Jezus Christus je Raadgevers zijn. De grootste strijd die we hebben te voeren is die met onszelf.

2 Corinthiërs 10:3-6 Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees, want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken, zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus, en gereed staan, zodra uw gehoorzaamheid volkomen is, alle ongehoorzaamheid te straffen.

1 Timotheüs 1:18 Deze opdracht vertrouw ik u toe, mijn kind Timotheüs, overeenkomstig de profetieën, die vroeger aangaande u zijn uitgesproken, opdat gij, u daarnaar richtend, de goede strijd strijdt

Spreuken 24:7 Onbereikbaar is de wijsheid voor een dwaas, in de poort doet hij zijn mond niet open.

Goddelijke wijsheid gaat het verstand van de vleselijk denkende mens te boven.

De dwaas heeft niemand anders iets te bieden. Hij begrijpt de zaken niet.

Maar we zijn allemaal dwazen.

Psalm 53:1-3 De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij bedrijven gruwelijk en afschuwelijk onrecht; niemand is er, die goed doet. God ziet neder uit de hemel op de mensenkinderen, om te zien, of er één verstandig is, één, die God zoekt. Allen zijn afgeweken, tezamen ontaard, er is niemand die goed doet, zelfs niet één.

Dwaasheid wordt in het Oude Testament meestal niet geassocieerd met onwetendheid, maar juist met een slecht, boosaardig karakter; met iemand die God tot zijn vijand maakt, die het plan en de doelen van God probeert te belemmeren.

Jesaja 32:6-7 Want een dwaas spreekt dwaasheid en zijn hart brengt ongerechtigheid voort: het bedrijven van goddeloosheid, en het prediken van afval tegen de HERE; het onverzadigd laten van de hongerige, en het onthouden van een dronk aan de dorstige. En de listen van de bedrieger zijn slecht; hij beraamt schandelijke plannen om de ellendigen door leugentaal in het verderf te storten, zelfs wanneer de arme zijn recht bepleit.

Spreuken 24:8-9 Wie aldoor bedenkt kwaad te doen, die noemt men een aartsschelm. Het bedenken van dwaasheid is zonde, en de spotter is de mens een gruwel.

Ook al probeert de goddeloze zijn werken op heimelijke wijze te doen, de mensen herkennen hem voor wat hij is. Niemand zal ooit treuren over zo iemand of hem gedenken.

De volgende Psalm brengt het effect tot uitdrukking dat zij op anderen hebben:

Psalm 31:12-13 Vergeten ben ik, uit het hart, als een dode; ik ben geworden als gebroken vaatwerk. Want ik hoor het gemompel van velen (schrik van rondom); terwijl zij met elkander tegen mij beraadslagen, smeden zij plannen om mij het leven te benemen.

Hij weet alleen maar hoe deze wereld tot een minder gelukkige plaats te maken door naar vervulling van zijn eigen zelfgericht verlangens te streven.

Psalm 26:8-12 HERE, ik heb lief de stede van uw huis, de woonplaats van uw heerlijkheid. Raap mijn ziel niet weg met de zondaars, noch mijn leven met hen die bloed vergieten, aan wier handen misdaad kleeft, en wier rechterhand vol is van geschenken. Ik echter wandel in onschuld; verlos mij en wees mij genadig. Mijn voet staat op effen baan; In de samenkomsten zal ik de HERE prijzen.

Spreuken 24:10 Betoont gij u slap ten dage der benauwdheid, dan komt uw kracht in het nauw.

De uitdaging die geloof ons geeft is in dit leven onder alle omstandigheden op God te vertrouwen, vertrouwen te hebben in Gods wil.

Christus zei tegen de apostel Paulus:

God staat beproevingen toe voor ons geestelijke welzijn, maar Hij wil niet dat we die alleen het hoofd bieden.

Psalm 94:12-14 Welzalig de man die Gij kastijdt, HERE, die Gij onderwijst uit uw wet, om hem rust te verlenen van de dagen des onheils, terwijl voor de goddeloze de kuil gegraven wordt. Want de HERE zal zijn volk niet verstoten, en zijn erfdeel niet verlaten;

God verwacht van ons dat we opkomen voor wat juist is, maar nooit op een onafhankelijke manier. God is de bron van onze kracht. Het doel van alle beproevingen is dichter tot God te komen.

Spreuken 24:11 Red hen die ten dode gegrepen zijn, wend u niet af van hen die ter slachting wankelen.

Als je het verschil kunt uitmaken, doe het dan. Wij zijn de hoeders van onze broeders.

Mattheüs 5:9 Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen Gods genoemd worden.

God werkt voor hetzelfde.

Galaten 1:4 die Zichzelf gegeven heeft voor onze zonden, om ons te trekken uit de tegenwoordige boze wereld, naar de wil van onze God en Vader,

Psalm 25:22 O God, verlos Israël uit al zijn benauwdheden.

Spreuken 24:12 Wanneer gij zegt: Zie, wij wisten dit niet; zal Hij, die de harten doorzoekt, het niet merken, en Hij, die op uw ziel let, het niet weten, en de mens naar zijn doen vergelden?

God kent altijd de waarheid en wat er zich in ons hart bevindt. Daarom is het beter eerlijk te zijn en tot Christus’ vergoten bloed te naderen. God haat huichelarij en kwaad dat zich als goed voordoet.

2 Corinthiërs 11:13 Want zulke lieden zijn schijn-apostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus.

Mensen zijn bedrieglijk omdat zij weten dat ze het bij het verkeerde eind hebben en dat proberen te verbergen.

Psalm 5:6 …, de HERE verafschuwt de man van bloed en bedrog.

Openbaring 20:12 En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het boek des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken.

Spreuken 24:13-14 Eet honig, mijn zoon, want dat is goed, honigzeem is zoet voor uw gehemelte; erken, dat de wijsheid zo is voor uw ziel. Als gij haar gevonden hebt, dan is er toekomst en uw verwachting wordt niet afgesneden.

Honing is een metafoor voor wijsheid en het is de meest voedzame zoetmaker.

Als we in de Heer worden onderwezen weten we dat het juist is en heilzaam, en ten gevolge daarvan krijgen we hoop.

1 Johannes 5:3 Want dit is de liefde Gods, dat wij zijn geboden bewaren. En zijn geboden zijn niet zwaar,

Psalm 19:8 De bevelen des HEREN zijn waarachtig, zij verheugen het hart; het gebod des HEREN is louter, het verlicht de ogen.

Psalm 119:111 Uw getuigenissen heb ik voor altoos ten erve ontvangen, want zij zijn de blijdschap mijns harten.

Spreuken 24:15-16 Gij goddelozen, belaagt de woning van de rechtvaardige niet, verwoest niet zijn verblijfplaats; want de rechtvaardige valt zevenmaal, doch staat weer op, maar de goddelozen struikelen in de rampspoed.

Als je samenspant tegen Gods volk kun je uiteindelijk niet winnen omdat je samenspant tegen God. Uiteindelijk zal het voor het volk van God goed komen, maar voor de goddelozen is dat een ander verhaal.

Psalm 94:2-4 Verhef U, Richter der aarde, breng vergelding over de hovaardigen. Hoelang nog zullen de goddelozen, o HERE, hoelang nog zullen de goddelozen juichen? Zij smalen, spreken verwaten taal, al die bedrijvers van ongerechtigheid voeren een hoog woord; Psalm 65:4 Welzalig hij, die Gij verkiest en doet naderen, opdat hij wone in uw voorhoven. Wij zullen verzadigd worden met het goede van uw huis, het heilige van uw tempel.

De reden dat de rechtvaardige zeven keer valt is om hem volmaakter te maken, niet om hem te vernietigen.

Spreuken 24:17-18 Als uw vijand valt, verheug u dan niet; als hij struikelt, jubele uw hart niet, opdat de HERE het niet zie en het Hem mishage, zodat Hij zijn toorn van hem zou afwenden.

We willen bevrijd worden van de goddeloze, maar we moeten geen wraak zoeken. God wil zelfs dat de goddeloze zich bekeert. Hij hoopt op het beste; wij zouden anderen niet moeten afschrijven.

Zijn plan en doel voor ons is het juiste voorbeeld te geven om hun een alternatieve manier van leven aan te bieden, Gods manier van leven.

Als we onze handen wassen met betrekking tot anderen, zeggen we in feite dat zij Gods vergeving niet waard zijn.

Vergeving is een fundamentele christelijke leerstelling en die begint met Gods vergeving van onszelf.

Psalm 130:3-4 Als Gij, HERE, de ongerechtigheden in gedachtenis houdt, Here, wie zal bestaan? Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt.

Mattheüs 6:12 en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;

Spreuken 24:19-20 Wees niet afgunstig op de boosdoeners noch naijverig op de goddelozen; want voor de boze is er geen toekomst, de lamp der goddelozen wordt uitgeblust.

Als goddeloze mensen liegen en samenspannen, maak je dan niet bezorgd.

Met wereldse droefheid moet je grote kwellingen doorstaan omdat die geen uitzicht geeft op God.

2 Corinthiërs 7:10 Want de droefheid naar Gods wil brengt onberouwelijke inkeer tot heil, maar de droefheid der wereld brengt de dood.

Voor goddeloze mensen die zich niet willen bekeren, is er geen plaats in het Koninkrijk van God.

Voor de rechtvaardige (hem die gerechtigheid wordt toegerekend) zal het – ongeacht de hoeveelheid moeilijkheden die hij moet ondergaan – uiteindelijk allemaal goed aflopen.

Openbaring 21:4 en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.

Spreuken 24:21-22 Mijn zoon, vrees de HERE en de koning, laat u niet in met oproermakers; want onverhoeds verheft zich hun verderf, en wie weet, hoe hun jaren in ongeluk vergaan!

God is een God van wet en orde. Hij zal vaak zelfs de voorkeur geven aan slechte regeringen dan aan helemaal geen regering. Een opstandeling past niet in deze wereld en ook niet in de toekomende wereld; hij is gevormd naar het voorbeeld van Lucifer waardoor die ten val kwam.

Daag God of de burgerlijke autoriteiten niet uit, dit zou kunnen leiden tot je ondergang.

1 Samuël 15:23 Voorwaar, weerspannigheid is zonde der toverij en ongezeggelijkheid is afgoderij en dienen van terafim. Omdat gij het woord des HEREN verworpen hebt, heeft Hij u verworpen, zodat gij geen koning meer zult zijn.

Daniël 4:17 …, opdat de levenden mogen weten, dat de Allerhoogste macht heeft over het koningschap der mensen en dat geeft aan wie Hij wil, ja, zelfs de nederigste onder de mensen daarin aanstelt.

Spreuken 24:23-24 Ook dit zijn spreuken van wijzen. Aanzien des persoons in het gericht is verkeerd. Wie tot de schuldige zegt: Gij zijt onschuldig, hem zullen volken vloeken, natiën zullen hem verwensen,

Partijdigheid laat een verkeerd oordeel zien en oneerlijke bevoorrechting. Meestal vindt dit plaats door een steekpenning of angst. Hierdoor wordt de onschuldige benadeeld en de goddeloze bevoordeeld.

1 Timotheüs 5:21 Ik betuig u voor God en voor Christus Jezus en voor de uitverkoren engelen, dat gij daaraan de hand houdt, zonder vooroordeel en zonder iets te doen uit vooringenomenheid.

Jacobus 3:17-18 Maar de wijsheid van boven is:

vooreerst rein,
vervolgens vreedzaam,
vriendelijk,
gezeggelijk,
vol van ontferming en
goede vruchten,
onpartijdig en
ongeveinsd.

Maar gerechtigheid is een vrucht, die in vrede wordt gezaaid voor hen, die vrede stichten.

Spreuken 24:25 maar hun die recht oordelen, gaat het goed, over hen komt de zegen van de voorspoed.

Als je opkomt voor de arme en hulpbehoevende, tegen de goddeloze in, dan zul je ervaren dat God dat goedkeurt.

God verloste je door genade en wij zouden de last van anderen moeten verlichten, ook al kunnen zij niets doen als tegenprestatie.

1.Timotheüs 4:18 De Here zal mij beveiligen tegen alle boos opzet en behouden in zijn hemels Koninkrijk brengen. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen.

Een goede zegen kan zelfs over de goddeloze komen, als hij zich bekeert.

Spreuken 24:26 Wie juiste antwoorden geeft, kust de lippen.

Een juist antwoord is als een kus. Als we kussen gebruiken we onze lippen om liefde over te brengen. Als we de waarheid spreken is dat evenzo een uitdrukking van liefde.

1 Thessalonicenzen 5:26 Groet al de broeders met een heilige kus.

Hooglied 1:2 Hij kusse mij met de kussen van zijn mond! Want kostelijker dan wijn is uw liefde,

Efeziërs 4:15 maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus.

Christus sprak met liefde maar ook met kracht:

Marcus 1:21-22 En zij kwamen te Kafarnaüm en terstond op de sabbat ging Hij naar de synagoge en leerde. En zij stonden versteld over zijn leer, want Hij leerde hen als gezaghebbende, en niet als de Schriftgeleerden.

Spreuken 24:27 Maak buiten uw werk gereed en bereid het voor u op het veld; daarna kunt gij uw huis bouwen.

Geestelijk wordt ons geleerd dat de belangrijkste dingen op de eerste plaats moeten komen. Doe de dingen volgens de juiste prioriteit.

Als we een nieuw boerenbedrijf beginnen, zaaien we eerst de gewassen voor de oogst, pas daarna bouwen we het huis en de schuur.

In het algemeen is het geestelijke belangrijker dan het wereldlijke, zoals kleding en voedsel.

God laat ons zien dat Hij wil dat we alles in dit leven op de juiste manier doen, dat we leren en groeien. Denk aan het verhaal van Maria en Martha: we moeten ons denken tot een hogere prioriteit verheffen.

Lucas 14:28-30 Want wie van u, die een toren wil bouwen, zet zich niet eerst neder om de kosten te berekenen, of hij het werk zal kunnen volbrengen? Anders zouden, als hij de fundering gemaakt had, en het werk niet kon voltooien, allen, die het zagen, beginnen hem te bespotten, zeggende: Die man begon te bouwen, maar hij kon het niet voltooien.

Lucas 6:47-48 Een ieder, die tot Mij komt en mijn woorden hoort en ze doet, Ik zal u tonen aan wie hij gelijk is. Hij is gelijk aan iemand, die bij het bouwen van een huis diep gegraven en het fundament op de rots gelegd heeft. Toen een watervloed kwam en de stroom tegen dat huis aansloeg, kon hij het niet aan het wankelen brengen, omdat het goed gebouwd was.

Er is een reden dat God wil dat we bewerken en bewaren, zorgen voor het vee, hard werken, een vak leren, zelfs als zouden we zeven jaar gevangen worden gezet. In de gelijkenis van de talenten laat God zien dat Hij ieder van ons gaven geeft waarvan Hij wil dat we die ontwikkelen.

Koning David begon als schaapherder die de schapen beschermde, en hij werd een koning die als schaapherder fungeerde voor Israël.

Lucas 16:10 Wie in zeer weinig getrouw is, is ook in veel getrouw. En wie in zeer weinig onrechtvaardig is, is ook in veel onrechtvaardig.

Als we dit fysieke leven op een verantwoordelijke manier leiden geeft dit God aan dat Hij ons kan vertrouwen om een leven te leiden op geestelijk niveau. Maar als we onnadenkend zijn, een dronkaard, lui, onverantwoordelijk, met een onvermogen tot luisteren of leren, wat zegt dat over ons op geestelijk terrein? Het Koninkrijk van God zal niet geplaagd worden met zulke probleemgevallen.

Spreuken 24:28-29 Wees niet een lichtvaardig getuige tegen uw naaste, want zoudt gij misleiden met uw lippen? Zeg niet: Zoals hij mij deed, zo zal ik hem doen; ik vergeld de man naar zijn doen.

Zorg dat je geen wraakgierige ruziezoeker bent die probeert het een ander die je heeft benadeeld, betaald te zetten. God laat zien dat dat een heel onvolwassen manier van handelen is. Je zult alleen maar de relatie kapot maken, alle respect verliezen, en hij zal nog steeds je naaste zijn. Uiteindelijk zul je niet hem benadelen, maar alleen jezelf.

Spreuken 11:13 Wie met laster omgaat, verraadt geheimen; maar wie betrouwbaar van geest is, houdt een zaak verborgen.

We moeten denken in termen van problemen oplossen en niet in termen van problemen scheppen.

Bewijs je naaste dat je te vertrouwen bent en laat God je gebruiken als een getuige om ook hem tot behoud te roepen.

Spreuken 16:20-21 Wie op het woord acht geeft, zal het goede vinden; ja, welzalig hij, die op de HERE vertrouwt. De wijze van hart wordt verstandig genoemd, en zoetheid van lippen versterkt het betoog.

Spreuken 24:30-34 Ik ging langs de akker van een luiaard en langs de wijngaard van een verstandeloos mens, en zie, hij was geheel begroeid met distels, met onkruid bedekt, zijn stenen muur was neergehaald. Toen ik dit aanschouwde, nam ik het ter harte, toen ik het zag, trok ik een les daaruit: nog even slapen, nog even sluimeren, nog even liggen met gevouwen handen, daar komt uw armoede aangelopen en uw gebrek als een gewapend man.

Deze verzen beschrijven een toestand van zonde die typerend is voor deze tijd.

Marcus 14:7 De armen hebt gij immers altijd bij u …

Dit boosaardige systeem is er de oorzaak van dat de wereld in een toestand is terecht gekomen, van waaruit geen herstel mogelijk is. De heersers en de rijken laten alle rijkdom in hun eigen zakken verdwijnen en laten de massa’s worstelen om rond te komen.

Wat denk je dat God als Schepper denkt als Hij naar deze wereld kijkt?

Jesaja 5:4-6

Wat was er nog aan mijn wijngaard te doen, dat Ik er niet aan gedaan heb?
Waarom verwachtte Ik, dat hij goede druiven zou voortbrengen, en bracht hij wilde druiven voort?

Nu dan, Ik wil u doen weten, wat Ik met mijn wijngaard ga doen: zijn doornhaag wegnemen, opdat hij verwoest worde; zijn muur doorbreken, opdat hij vertrapt worde; Ik zal hem tot een wildernis maken, hij zal gesnoeid noch behakt worden, zodat er dorens en distels opschieten; en Ik zal de wolken gebieden, dat zij op hem geen regen doen vallen.

Lui in deze verzen duidt op geestelijke luiheid. Tengevolge daarvan heeft men een heel armzalige relatie met God, omdat Hij niet inziet dat deze relatie waard is om meer in te investeren of Zich ervoor in te spannen, omdat de luiaard God niet liefheeft. De beschrijving in deze laatste vijf verzen van dit hoofdstuk is een metafoor voor de toestand van zijn relatie met God.

En omdat er geen alternatieve manier van leven is naast de manier die God aanbiedt, is het leven van de luiaard en alles wat met hem samenhangt, een janboel.

Als er staat “nam ik het ter harte” laat dat zien dat God wil dat wij van anderen leren wat het leven niet is, en evenzo hoe we ijverig moeten zijn en in onze relatie met God dichter tot Hem moeten naderen.

Luiheid is een ongepaste eigenliefde – Levenswijsheid-God is de bron

Luiheid is een ongepaste eigenliefde die diametraal tegengestelde resultaten zal opleveren van wat we verwachten, die een ontkenning zijn van het scheppende doel dat God met ons voor heeft. We werden niet geschapen om lui te zijn.

Jesaja 1:7-9 Uw land is een woestenij; uw steden zijn met vuur verbrand; uw akker, daarvan eten vreemden voor uw ogen: een woestenij, als door vreemden onderstboven gekeerd. En de dochter van Sion is achtergebleven als een hut in een wijngaard, als een nachthut in een komkommerveld, als een belegerde stad. Indien de HERE der heerscharen ons niet enige weinige ontkomenen had overgelaten, waren wij als Sodom geworden, aan Gomorra gelijk.

Wordt vervolgd met: Het loon van de wijsheid van God:Spreuken 25

Meer informatie? HET BOEK SPREUKEN: de belangrijkste levensprincipes.

[Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBG-vertaling 1951][Nadruk van ons]