De Psalmen: bekering en Gods genade
De Psalmen: bekering en Gods genade.
De Psalmen verduidelijken de bekering, die vereist is om Gods genade te ontvangen.
Door de Bijbel heen is het duidelijk dat God Zijn genade alleen verleent aan degenen, die blijk geven van een nederige en berouwvolle houding van hart en denkwijze tot Hem. God inspireerde de profeet Jesaja om de berouwvolle en onderworpen geest te openbaren, die Hij altijd vereist van een persoon, voordat Hij Zijn genade en goedheid verleent:
“….Maar Ik zal zien op deze, op de ellendige en verslagene van geest, en wie voor Mijn woord beeft”. (Jesaja 66:2)
Dit principe wordt door heel het boek Psalmen versterkt.
De Psalmen zijn vol van prachtige beschrijvingen van Gods liefde, barmhartigheid en genade en Gods aanvaarding van degenen, die zich echt bekeren en aan Hem onderdanig zijn.
De Psalmen: bekering en Gods genade
Eén van de meest oprechte uitingen van bekering vinden wij in Psalm 51, waar David zijn zonden aan God belijdt en om Zijn vergeving smeekt. Toen koning David zich bekeerde van het doden van Uria, de Hittier en van zijn overspelige verhouding met Uria’s vrouw Bathsheba, bekeerde David zich met heel zijn hart.
Hij bad, “Wees mij genadig, o God, overeenkomstig Uw goedertierenheid, delg mijn overtreding uit overeenkomstig Uw grote barmhartigheid. Was mij schoon van mijn ongerechtigheid, reinig mij van mijn zonde. Want ík ken mijn overtredingen, mijn zonde staat mij voortdurend voor ogen.
Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, ik heb gedaan wat kwaad is in Uw ogen, zodat U rechtvaardig bent wanneer U rechtspreekt en rein bent wanneer U oordeelt…. Zie, U vindt vreugde in waarheid in het binnenste, in het verborgene maakt U mij wijsheid bekend.
Ontzondig mij met hysop, dan zal ik rein zijn, was mij, dan zal ik witter zijn dan sneeuw….. Verberg Uw aangezicht voor mijn zonden; delg al mijn ongerechtigheden uit.
Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest. Verwerp mij niet van voor Uw aangezicht en neem Uw Heilige Geest niet van mij weg”.
(Psalm 51:3-13)
Vanwege Davids bekering verhoorde en beantwoordde God in Zijn barmhartige genade het gebed van David en de zonden van David werden vergeven.
De Psalmen: bekering en Gods genade
Psalm 86 is nog een gebed van David, dat de overvloedige genade en vergeving van God verduidelijkt tegenover degenen, die zich bekeren van hun zonden:
“HEERE, neig Uw oor [neerbuigen om te luisteren, te vergeven en te zegenen is een daad van genade], verhoor mij, want ik ben ellendig en arm. Bewaar mijn ziel, want ik ben Uw gunsteling [geheiligd door God]….. U, mijn God, verlos Uw dienaar, die op U vertrouwt [behoudende genade].
Wees mij genadig, Heere, want ik roep tot U de hele dag. Verblijd de ziel van Uw dienaar, want tot U, Heere, hef ik mijn ziel op. U, Heere, bent immers goed, mild om te vergeven en rijk aan goedertierenheid voor allen die U aanroepen.
HEERE, neem mijn gebed ter ore, sla acht op mijn luide smeekbeden. In de dag van mijn benauwdheid roep ik U aan, want U verhoort mij….. Want U bent groot en doet wonderen, U bent God, U alleen.
Leer mij, HEERE, Uw weg, ik zal in Uw waarheid wandelen, maak mijn hart één om Uw Naam te vrezen. Heere, mijn God, ik zal U loven met heel mijn hart, ik zal Uw Naam voor eeuwig eren. Want Uw goedertierenheid is groot over mij……
Maar U, Heere, bent een barmhartig en genadig God, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw. Wend U tot mij en wees mij genadig….”.
(Psalm 86:1-10, 11-13, 15-16)
De Psalmen: bekering en Gods genade
Dezelfde houding van liefde en bekering tot God wordt uitgedrukt in Davids woorden in
Psalm 103:
“Loof de HEERE, mijn ziel, en AL wat in mij is, Zijn heilige Naam. Loof de HEERE, mijn ziel, en vergeet niet een van Zijn weldaden. Die al uw ongerechtigheid vergeeft, Die al uw ziekten geneest, Die uw leven verlost van het verderf, Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid…..
Barmhartig en genadig is de HEERE, geduldig en rijk aan goedertierenheid……. Hij doet ons niet naar onze zonden en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden.
Want zo hoog de hemel is boven de aarde, zo is Zijn goedertierenheid machtig over wie Hem vrezen. Zo ver het oosten is van het westen, zo ver heeft Hij onze overtredingen van ons gedaan.
Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen, zo ontfermt de HEERE Zich over wie Hem vrezen [in eerbiedig respect]. Want Híj weet wat voor maaksel wij zijn en blijft bedenken dat wij stof zijn….
Maar de goedertierenheid van de HEERE is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over wie Hem vrezen. Zijn gerechtigheid is voor de kinderen van hun kinderen voor wie Zijn verbond in acht nemen en aan Zijn bevelen denken om ze te doen”. (Psalm 103:1-4, 8, 10-14, 17-18)
Vele Psalmen sommen de overvloedige zegeningen, goedheid en barmhartigheid op, die God aan de kinderen Israëls schonk, evenals Zijn rechtvaardige straf als zij hun verbond met Hem verlieten en Zijn geboden verbraken.
De Psalmen: bekering en Gods genade
Sommige van deze Psalmen bieden gebeden van bekering en smeekbeden voor hernieuwde barmhartigheid voor Israël.
Andere Psalmen staan helemaal vol met woorden van lof en dankbaarheid – die God verheerlijken voor Zijn overvloedige barmhartigheid en Zijn genadige goedheid, niet alleen naar de kinderen Israëls toe, maar naar iedere persoon, die nederig Zijn vergeving, barmhartigheid, goedheid en gunsten zoekt.
Zie ook: Behoud betekent gerechtvaardigd door genade
Zie ook: Het evangelie van genade door Jezus Christus verkondigd
of
Behoud: gave van God de Vader door Zijn genade
Zie ook: Genade: de liefde van God voor Zijn kinderen!
Zie ook: Genade een kosteloze en onverdiende gift van God de Vader, door Jezus Christus
Overzicht – Het Nieuwe Testament: instructies voor Eeuwig Leven – vindt u hier.
The Grace of God In the Bible
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling © 2010 Stichting HSV’][Nadruk van ons]