Hoe wordt U een ware Christen volgens de Bijbel
Hoe wordt U een ware Christen volgens de Bijbel?
De wereld heeft verschillende ideeën over, wie en wat een “Christen” is of niet is. Sommige denken dat een Christen iemand is, die in een Christelijk-belijdend gezin geboren is en gedoopt is door een priester of dienaar. Anderen zeggen dat een Christen iemand is, die “zijn hart aan de Heer heeft gegeven” en “wedergeboren” is – of wellicht iemand, die eenvoudig verklaart een Christen te zijn.
Is het evenwel mogelijk voor iemand om te leven en te sterven in de veronderstelling, dat hij of zij een Christen is – om slechts in het Oordeel erachter te komen, dat God nooit hun stempel van “Christendom” heeft erkent? Feitelijk waarschuwde Christus ook voor die mogelijkheid in Mattheüs 7:21-23.
Wat maakt een persoon werkelijk een Christen?
Hoe beschrijft GOD een Christen in Zijn geïnspireerd Woord – de Bijbel?
Serieuze volgelingen van Christus zullen hun Bijbels toegewijd bestuderen om de echte definitie van een Christen te begrijpen – en om er zeker van te zijn dat zij inderdaad ware Christenen zijn. (2 Timotheüs 3:15-17) Zij zullen hun verstand en harten toeleggen op het liefhebben van God de Vader en Jezus Christus met geheel hun hart en geheel hun verstand en met al hun kracht. (Markus 12:28-30)
Zij zullen zich ook inzetten om te leven bij ieder Woord van God (Mattheüs 4:4; Lukas 4:4; Deuteronomium 8:3) en alles bewijzen vanuit de Geschriften.
(1 Thessalonicenzen 5:21; Handelingen 17:10-12)
Niet langer de straf ondergaan van zonde
Om de Bijbelse definitie van een Christen te begrijpen is het feit belangrijk, dal alle mensen zondaars zijn, inclusief wijzelf. (Romeinen 3:23)
De straf voor zonde is de eeuwige dood. (Romeinen 6:23)
Een Christen is iemand, die tot het besef komt dat hij of zij onder die doodstraf was en een Verlosser nodig had. Een Christen begrijpt, dat Jezus Christus die straf voor hem/haar onderging door te sterven aan het kruis toen Hij totaal onschuldig was aan zonde.
(2 Korintiërs 5:21; 1 Johannes 2:2; 4:10; Openbaring 1:5; 5:9)
Een Christen leert specifiek wat zonde is – en wat op de eerste plaats de doodstraf over hen bracht. Opnieuw, de wereld heeft haar eigen denkbeelden over wat zonde is of niet, maar de Bijbel omschrijft zonde voor ons als de overtreding van Gods Wet. (1 Johannes 3:4)
Een ware Christen is iemand, die het bloed van de offerdood van Jezus Christus op hem of haar zelf toepaste – maar alleen na hun zonden (tot God de Vader) te hebben erkend en zich ervan bekeerd hebben en Christus als hun persoonlijke Verlosser hebben aanvaard.
(Handelingen 3:19; 2:38; Ezechiël 18:21-23)
Bekering betekent letterlijk verandering van denkwijze en zienswijze, evenals een totale verandering van levenswijze.
In bekering:
- Keert iemand zich letterlijk af van een zondige levenswijze (overtreden van Gods wet), die tot de dood leidt. (Spreuken 14:12; 16:25; Mattheüs 7:13)
- Begint iemand ook Gods levensweg te bewandelen – de ware Christelijke levensweg. (Johannes 14:4-6; Handelingen 16:17; 18:25-26; 1 Johannes 2:3-6)
Leven onder Gods genade
Om een Christen te worden moet men gedoopt worden door volledige water-onderdompeling, in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Na oplegging van de handen (Hebreeën 6:2) ontvangt de nieuwe bekeerling de gift van de Heilige Geest van Christus en de Vader, waarbij een persoon verwekt wordt als een nieuwe schepping in Jezus Christus.
(Markus 1:8; Handelingen 2:38; 8:14-17; 2 Korintiërs 1:22; 1 Johannes 3:9, 22-24)
Door eenvoudig te geloven in Jezus Christus en in Zijn Naam, bekering van zonde en vergeving vragen aan God de Vader, komt een persoon onder behoud van Gods genade.
(Romeinen 3:23-26; 6:23)
Deze genade (die zo kostbaar is!), is een kosteloze gift van God – totaal onverdiend voor wie dan ook. Geen enkele inspanning, door wie dan ook, zal ooit bij het verdienen van deze gift van Gods gunst komen. U kunt Uw behoud niet verdienen door een “goede persoon” te zijn – want God is aan, wie dan ook “behoud” verschuldigd!
“Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God”. (Efeze 2:8)
Wat moet de nieuw-bekeerde Christen dan doen – na gedoopt te zijn – en de gift van Gods Geest te hebben ontvangen?
- Kan een ware Christen blijven leven als tevoren?
- Betekent “onder genade” zijn, dat iemand terug kan gaan en blijven praktiseren met wat hij of zij zich zogenaamd van bekeerd heeft?
Absoluut niet! De Apostel Paulus maakt duidelijk dat iemand niet moet blijven leven in zonde – voortdurend de wetten en geboden van God overtreden.
Merk op: Romeinen 6:1-3, “Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt? VOLSTREKT NIET! Hoe zullen wij, die met betrekking tot de zonde gestorven zijn, nog daarin leven? Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn”?
Een nieuw leven in Christus
Let U op hoe Paulus verder gaat in Romeinen 6 met het beschrijven van de nieuwe levenswijze van een ware Christen.
“Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen. Want als wij met Hem één zijn geworden, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood, dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding. Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen. Want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde.
Als wij nu met Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven. Wij weten toch dat Christus, nu Hij is opgewekt uit de doden, niet meer sterft. De dood heerst niet meer over Hem. Want wat Zijn sterven betreft, is Hij eens en voor altijd voor de zonde gestorven, en wat Zijn leven betreft, leeft Hij voor God. Zo dient ook u uzelf te rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus, onze Heere.
Laat de zonde dan niet in uw sterfelijk lichaam regeren om aan de begeerten daarvan te gehoorzamen. En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van gerechtigheid zijn voor God”.
(Romeinen 6:4-13, (nadruk toegevoegd)
Twee parabels van de ponden
In beide parabels van de ponden (Lukas 19:11-27), alsook de parabel van de talenten (Mattheüs 25:14-30), maakt Christus duidelijk, dat eenmaal een gift van God is ontvangen, van een persoon niet verwacht wordt erop te zitten of het te begraven – maar erop te bouwen en het te vermeerderen.
Christenen moeten ook geestelijk groeien om steeds meer op Jezus en de Vader telijken.
(2 Petrus 1:3-11;3:18; Efeze 4:11-13; 5:1)
Met dit doel voor ogen bestuderen ware Christenen zijn of haar Bijbel regelmatig.
(2 Timotheüs 2:15).
Om het voorbeeld, dat door Christus werd gegeven te leren opvolgen, toen Hij op aarde was als mens (Johannes 13:15; 14:6; 1 Petrus 2:21; 1 Johannes 2:6)
Op deze manier leidt God iemand door de kracht van Zijn Heilige Geest en schept in elke Christen Zijn goddelijk karakter (Efeze 2:10) en de denkwijze van Christus. (Filippenzen 2:5)
Het voorbeeld van Christus wijst de weg
Wat was het voorbeeld, dat Jezus gaf aan Zijn volgelingen?
Hij hield perfect de geboden van Zijn Vader. (Johannes 15:10).
Het voorbeeld van Zijn leven was echter niet enkel wettisch – letter-van-de-wet gehoorzaamheid – het was gehoorzaamheid vanuit het hart, want Hij had de Vader lief met Zijn hele wezen.
Een ware Christen moet God de Vader en Jezus Christus liefhebben met zijn hele hart, zijn hele verstand, zijn hele ziel en met al zijn kracht – dat is het grootste gebod. (Mattheüs 22:37-40)
In deze passage verklaart Jezus dat LIEFDE de basis is voor alle geestelijke wetten van God, ongeacht tot God of tot de naaste. Elk gebod van de wet zegt ons alleen hoe lief te hebben. Er is een diepere betekenis en een bedoeling achter iedere wet of gebod van God – en die bedoeling wordt het beste samengevat in één woord, LIEFDE.
Als God ons zegt iets te doen (of niet te doen), is Zijn motivatie altijd liefde. (1 Johannes 4:8)
In de Bergrede (Mattheüs 5; 6; 7) vat Christus samen hoe de geest en de bedoeling/intentie van de Wet zich omzetten in persoonlijk gedrag. Geloven in de principes, die Hij onderwees is echter niet voldoende – want zij zijn pas van waarde ALS een persoon deze toepast en er naar leeft. (Mattheüs 7:24-27)
Een ware Christen, die God liefheeft
Een ware Christen, die God liefheeft en weet dat Zijn wetten gebaseerd zijn op liefde – zal in geloof vanuit het hart gehoorzamen wat God van hem of haar vraagt.
(Johannes 14:15; 1 Johannes 5:3).
En de gehoorzaamheid van een Christen zal niet gebaseerd zijn op angst (voor het verliezen van behoud, enz.) of omdat het hem iets “opbrengt”. Maar het zal gemotiveerd worden door hun liefde tot God en omdat zij begrijpen, dat oprechte gehoorzaamheid hen in staat stelt om steeds meer op God de Vader en Jezus Christus te lijken.
Helaas denken velen verkeerd, dat liefde en gehoorzaamheid aan Gods geboden op de een of andere manier tegenstellingen zijn – in conflict met elkaar. Niets kan verder van de waarheid zijn! Degenen, die verklaren dat zij Christen zijn zullen vaak zeggen, dat zij “de Heer liefhebben” of “de Heer kennen” – maar zij verzuimen om Hem te gehoorzamen.
De Apostel Johannes heeft een antwoord voor zulke mensen. “En hierdoor weten wij dat wij Hem kennen, namelijk als wij Zijn geboden in acht nemen [gehoorzamen]. Wie zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet in acht neemt [gehoorzaamt], is een leugenaar en in hem is de waarheid niet.
Maar ieder die Zijn Woord in acht neemt [gehoorzaamt], in hem is werkelijk de liefde van God volmaakt geworden. Hierdoor weten wij dat wij in Hem zijn. Wie zegt in Hem te blijven, moet ook zelf zo wandelen als Hij gewandeld heeft”. (1 Johannes 2:3-6)
Een leven door de Geest geleid
Veel kerkgangers nemen aan dat zij al redelijk goede mensen zijn. Aan de andere kant zegt de Apostel Paulus – nadat hij relateerde aan, hoe hij ook deed wat niet juist was – over zichzelf, “…..Ik ellendig mens…..”. (Romeinen 7:14-24)
Waarom noemde een heilige Apostel en man van God zichzelf ”een ellendig mens”?
Omdat hij begreep dat zijn eigen menselijke natuur niet goddelijk was – en hij was eerlijk en nederig genoeg om dit toe te geven. Hij gaf ook toe dat – zelfs na bekering – zijn oude zondige natuur hem nog leidde tot zonde, waar hij zich van moest bekeren en om vergeving voor moest vragen .
Let U op zijn uitleg van de menselijke natuur in Romeinen 8:7-14, “Immers, het denken van het vlees [van de onbekeerde] is vijandschap tegen God. Het onderwerpt zich namelijk niet aan de wet van God, want het kan dat ook niet. En zij die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen.
Maar u bent niet in het vlees, maar in de Geest, wanneer althans de Geest van God in u woont. Maar als iemand de Geest van Christus niet heeft, die is niet van Hem. Als Christus echter in u is, dan is het lichaam wel dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid. En als de Geest van Hem Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zal Hij Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door Zijn Geest, Die in u woont.
Welnu, broeders, wij zijn aan het vlees niet verplicht om naar het vlees te leven. Want als u naar het vlees leeft, zult u sterven. Als u echter door de Geest de daden van het lichaam doodt, zult u leven. Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God”. (nadruk toegevoegd)
Een ware Christen is een persoon, die bovendien door Gods Heilige Geest wordt geleid
Een ware Christen is een persoon, die bovendien door Gods Heilige Geest wordt geleid. Om in die Geest te groeien – wat nodig is om God te gehoorzamen en meer te groeien om op Hem te lijken – maakt een ware Christen gebruik van Gods Heilige geest door regelmatig gebed, Bijbelstudie en incidenteel vasten.
Christus onderwees Zijn leerlingen ook hoe zij moesten bidden (Mattheüs 6:5-15; Lukas 18:1-14) en gaf een voorbeeld aan het begin van elke dag, met gebed. (Markus 1:35)
De Bijbel zijn de “ingegeven” woorden van God (2 Timotheüs 3:16. 1 Petrus 1:11-12). En is ook een krachtige bron van Gods Heilige Geest wat betreft de woorden, die Hij sprak, zei Christus:
- “De woorden die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven”. (Johannes 6:63).
- Hij onderwees ook de juiste benadering om te vasten. (Mattheús 6:16-18).
Men kan zich afvragen, “hoe past geloof in dit alles”?
In het 11de hoofdstuk van Hebreeën (vaak het “geloof” hoofdstuk genoemd) vinden wij voorbeeld na voorbeeld van degenen, die “door geloof” iets presteerden/volbrachten, dat God had geboden. In ieder geval toonden die gelovigen ook hun geloof door gehoorzaamheid aan God.
Het is duidelijk; geloof en gehoorzaamheid gaan hand in hand.
(Hebreeën 11:7-38; Openbaring 14:12).
Om te denken dat zij op de een of andere manier overhoop liggen met elkaar, is een grove fout!
Het geloof van een ware Christen wordt gezien in wat hij of zij doet. (Jakobus 2:17-18, 26).
Het was de gehoorzaamheid van Abraham aan God – door geloof – dat van hem “de vader van de gelovigen” maakte. (Jakobus 2:21-24).
Als Christus terugkomt zal Hij Zijn beloning met zich meebrengen en schenkt ieder persoon “zoals zijn werk zal zijn”. (Openbaring 22:12)
Hoe wordt U een ware Christen volgens de Bijbel?
Tenslotte zal een ware Christen waar mogelijk omgaan met andere gelijkgestemden – opnieuw het voorbeeld van Jezus Christus volgen. (Markus 1:21; Hebreeën 10:25) Door het omgaan met elkaar gaan Christenen ook om met God. (1 Johannes 1:3). Om zo hun relatie met God te verstevigen en te groeien in Zijn levenswijze.
Een ware Christen toont zijn of haar liefde voor elkaar door te dienen en materiële behoeften te geven aan degenen in nood. (Mattheüs 25: 31-46; 1 Johannes 3:17, 18). – evenals door het bidden voor elkaar en elkaar te bemoedigen.. (Jakobus 5:16). Dit zijn allemaal uitdrukkingen van Gods ware liefde.
Dit is de Bijbelse beschrijving van een ware Christen. Dat is een persoon, die door Gods genade zich afgekeerd heeft van een leven van zonde en dood naar een leven van liefde, gehoorzaamheid en de goede werken van geloof. En daarbij geleid en in staat gesteld door Gods Heilige Geest.
Bron: What is a True Christian
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling © 2010 Stichting HSV’][Nadruk van ons]