Spreuken van Salomo-Lessen van levenswijsheid
Spreuken 10 – Spreuken van Salomo-Lessen van levenswijsheid
van de en van de
De eerste verzameling spreuken die met recht de naam Spreuken van Salomo draagt, met zijn bijlagen (hoofdstukken 10-24)
De hoofdstukken 10 tot en met 24 van het boek Spreuken zijn de Spreuken van Salomo. Gelet op het doel en datgene waarop ze zijn gericht, wordt er in vergelijking met de vorige hoofdstukken in deze hoofdstukken een andere schrijfstijl gebruikt.
De hoofdstukken 1 tot en met 9 waren gericht op het jeugdige denken (als een ouder tot een kind) in een poging fundamentele levenslessen te onderwijzen – met gedetailleerde uitleg.
In het volgende gedeelte van dit boek zijn de hoofdstukken 10 tot en met 24 gericht op het volwassen denken. Het bevat zeer beknopte uitspraken die als een mitrailleursalvo op je worden afgeschoten.
Salomo geeft deze aan ons vanuit diametraal tegenovergestelde gezichtspunten, waarin hij ons laat zien wat het leven is en wat het leven niet is.
Spreuken van Salomo-Lessen van levenswijsheid
10:1 De Spreuken van Salomo. Een wijs zoon verheugt zijn vader, maar een dwaas zoon is een bekommering voor zijn moeder.
Mannen zijn in het algemeen pragmatischer en het is niet waarschijnlijk dat ze net zo gemakkelijk als de moeder worden tevreden gesteld. Als een vader dus trots is op zijn zoon dan heeft dat echt enige betekenis. De vrouw kan ten prooi vallen aan het onvoorwaardelijk liefhebben van haar kinderen, zelfs zover dat ze hen bederft.
Eva en het morele verval van Kain
- Welke rol speelde Eva in het morele verval van Kain?
- Wat werd hem onderwezen? Werd hij gecorrigeerd?
- Werd hij reeds op jonge leeftijd bedorven?
Een kind kan zo laag zinken dat hij niet alleen zijn vader zal teleurstellen, maar dat zelfs zijn moeder – op het moment dat ze de werkelijkheid niet langer kan ontkennen – hem/haar niet langer onvoorwaardelijk kan liefhebben, daar hij/zij een gevaar vormt voor de hele familie. Het draait er dan vroeg of laat op uit dat hij/zij moet opstappen.
Spreuken van Salomo-Lessen van levenswijsheid
10:2 Schatten, door goddeloosheid verkregen, doen geen nut, maar gerechtigheid redt van de dood.
Als je geld vereert, val je buiten de genade.
Geld uit Gods hand is niet verkeerd, maar geld op oneerlijke wijze verkregen vernietigt je karakter. Geld dienen als een god is een armzalig surrogaat.
Het enige resultaat dat Achab kreeg uit de wijngaard van Nabot was de vloek van God.
(1 Koningen 21:19-24).
Judas’ dertig zilverstukken, verdiend met het verraden van de Heer, werden een bron van wanhoop en wroeging, uitlopend op zelfmoord en eeuwig verderf.
Gehazi’s twee talenten en twee bovenklederen, door bedrog van Naäman verkregen, brachten de melaatsheid van Naäman op hem over.
(2 Koningen 5:20-27).
Als het op het voorzien in ons levensonderhoud aankomt heeft het geen zin om bezorgd te zijn.
10:3 De HERE laat de rechtvaardige geen honger lijden, maar de begerigheid der goddelozen wijst Hij af.
De Heer laat de rechtvaardige geen honger lijden (Psalm 37:25-26).
God die Elia bij de beek Krith via de raven van voedsel voorzag, laat Zijn volk niet zonder voedsel voor het lichaam (1 Koningen 17:4-6).
Jezus deed twee keer een wonder met een paar visjes en een paar broden.
Mattheüs 6:25-32.
Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten of drinken, of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven?
Wie van u kan door bezorgd te zijn één el aan zijn lengte toevoegen? En wat zijt gij bezorgd over kleding? Let op de leliën des velds, hoe zij groeien: zij arbeiden niet en spinnen niet; en Ik zeg u, dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet bekleed was als een van deze. Indien nu God het gras des velds, dat er heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zo bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen?
Maakt u dan niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? Want naar al deze dingen gaat het zoeken der heidenen uit. Want uw hemelse Vader weet, dat gij dit alles behoeft.
In tijden van onzekerheid wil God dat we letterlijk tot Hem naderen.
Spreuken van Salomo-Lessen van levenswijsheid
10:4 Een trage hand maakt arm, maar de hand des vlijtigen maakt rijk.
Deze spreuken zijn geschreven met een dubbele les. Ze laten ons het eindresultaat zien van gehoorzaamheid en ongehoorzaamheid.
God laat zien dat als iemand niet wil werken, hij ook niet zal eten. Met andere woorden als je niet wilt werken, zul je van honger omkomen. God zegent het werk van een ijverig mens altijd.
Als we verwachten dat iemand anders onze rekeningen zal betalen, dan laat dat een uiterst slecht karakter zien waarvoor God geen respect heeft.
God zegt niet dat we twee of drie dagen per week moeten werken en dan het geld voor onszelf moeten oppotten.
Prediker 9:10
Al wat uw hand vindt om naar uw vermogen te doen, doe dat, want er is geen werk of overleg of kennis of wijsheid in het dodenrijk, waarheen gij gaat.
Als we hard werken voor ons gezin leren we geestelijke lessen.
Dit zijn principes die we moeten leren als we onszelf niet in de hand kunnen houden.
10:5 Wie verzamelt in de zomer, is een verstandig zoon; wie slaapt in de oogsttijd, is een zoon die zich schandelijk gedraagt.
De zomer of oogsttijd (zoals het tweede deel van de zin laat zien) vertegenwoordigt hier de seizoenstijden waarin we voorzieningen moeten treffen voor onszelf – en onze vader en moeder moeten beschermen. Het zware landwerk is weggelegd voor de jongere mannen.
10:6 Zegeningen zijn op het hoofd des rechtvaardigen, maar de mond der goddelozen verbergt geweld.
Een goed mens wordt rechtvaardigheid toegerekend, de woorden in zijn hart zijn die van Christus. Een slecht mens verbergt wat hij werkelijk denkt omdat hij weet dat het verkeerd is.
Het werk van een christen heeft invloed op allemaal
10:7 De gedachtenis des rechtvaardigen zal tot zegening zijn, maar de naam der goddelozen zal wegrotten.
Als we niet in de juiste relatie staan met God dan staan we met niemand in een juiste relatie; dan biedt dit leven geen enkel voordeel. Bedenk dat de beloften van de boom van kennis van goed en kwaad leugens zijn.
Gods scheppend doel is het doen ontstaan van een familie van zonen en dochters. Als we daar niet in geïnteresseerd zijn, dat staat er niets anders op de agenda. Als we er zo over denken dan zal God Zich van ons ontdoen om ruimte te maken voor anderen die wel deel willen uitmaken van Zijn familie.
10:8 Wie wijs van hart is, neemt geboden aan, maar wie dwaas van lippen is, komt ten val.
Gods volk krijgt de oplossingen aangeboden; het advies van hen die geen relatie met God hebben, is waardeloos.
10:9 Wie in oprechtheid wandelt, gaat veilig, maar wie zijn wegen verdraait, wordt doorzien.
De zonden van Gods volk onder het bloed van Christus zijn vergeven. De oneerlijken hebben geen vergeving ontvangen, want wat zij als normaal zoeken in het leven, zijn alleen maar leugens. Wie een leugenaar is, zal als zodanig worden herkend.
10:10 Wie met zijn ogen knipt, veroorzaakt smart, wie dwaas van lippen is, komt ten val.
Als we de waarheid achterhouden, zoeken we niet naar oplossingen. Iemand die werkt aan veranderingen bekijkt de zaak van alle kanten. Iemand die niet ten goede wil veranderen wil er niet over praten.
Een bron van leven!
10:11 De mond des rechtvaardigen is een bron van leven, maar de mond der goddelozen verbergt geweld.
De reden dat de woorden van een goed mens zo waardevol zijn is: ze zijn vervuld van wijsheid en genade omdat ze Gods woorden zijn. Wat hij zegt binnen zijn relaties met anderen is opbouwend. Maar een slecht mens verbergt zich achter voorwendsels, maar zijn hart is niet met ons. In feite wil hij niet dat we weten hoe verachtelijk hij is.
10:12 Haat verwekt krakelen, maar liefde bedekt alle overtredingen.
Zij die de zaak verknoeien, zoeken altijd iemand anders wie zij de schuld kunnen geven van de knoeiboel die zij van hun leven hebben gemaakt.
Een liefhebbend iemand echter is meer geïnteresseerd in Gods plan voor zijn leven en het leven van anderen, inclusief dat van zijn vijanden. Omdat hij gericht is op Gods grote plan dat niemand zal omkomen.
Denk aan ons getuige zijn van en onze toewijding aan het Evangelie.
Romeinen 12:17-21
Vergeldt niemand kwaad met kwaad; hebt het goede voor met alle mensen. Houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen. Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Here. Maar, indien uw vijand honger heeft, geef hem te eten; indien hij dorst heeft, geef hem te drinken, want zo zult gij vurige kolen op zijn hoofd hopen. Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.
10:13 Op de lippen van de verstandige wordt wijsheid gevonden, maar de roede is voor de rug van de verstandeloze.
Verstandig – hoe intelligent? Afgestudeerd van Harvard? Nee! Wijs in de Heer, evenals Salomo die gaven van God ontving.
De woorden van de wijze getuigen van hem, evenals de littekens op de rug van onverstandige mensen.
Toen Jezus voor Pilatus terechtstond vond deze geen schuld in Hem.
10:14 Wijzen bewaren de kennis, maar de mond van de dwaas is een steeds dreigend onheil.
Wijzen proberen de zaak beter te maken; de privézaken van de dwazen komen er steeds slechter voor te staan.
Spreuken van Salomo-Lessen van levenswijsheid
10:15 De bezitting van de rijke is zijn sterke stad, het onheil van de behoeftigen is hun armoede.
Hier worden twee heel uit elkaar lopende levensstijlen tegenover elkaar gesteld.
10:16 Het gewin van de rechtvaardige is ten leven; de inkomsten van de goddeloze zijn tot zonde.
Niets in het leven is statisch, het wordt òf beter òf slechter.
10:17 Een pad ten leven is hij, die de vermaning in acht neemt, maar wie de terechtwijzing veracht, doet dwalen.
Als we bereid zijn te veranderen zal God ons genade geven, maar zo niet dan zullen tijd en toeval op ons leven van toepassing zijn.
Lucas 13:2-5
En Hij antwoordde en zei tot hen: Meent gij, dat deze Galileeërs groter zondaars waren dan alle andere Galileeërs, omdat zij dit lot hebben ondergaan? Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen. Of meent gij, dat die achttien, op wie de toren bij Siloam viel en die erdoor gedood werden, schuldiger waren dan alle andere mensen, die in Jeruzalem wonen? Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen.
Haat en leugen
10:18 Wie haat verbergt, is een leugenlip; wie laster verbreidt, is een dwaas.
Huichelachtigheid is een verborgen leugenaar. Laster is een heimelijk kwaad dat van achteren aanvalt.
Zo iemand zit vol rancune gevoelens en dodelijke haat, overdenkt wraak en wreedheden, soms zelfs moord zoals veel profeten overkwam. Leugenachtige lippen verborgen de kwaadaardigheid van een goddeloos hart.
10:19 In veelheid van woorden ontbreekt de overtreding niet, maar wie zijn lippen bedwingt, is verstandig.
Als we teveel praten zullen we in moeilijkheden komen. Neem je in acht, denk na en zeg iets dat waarachtig, hoffelijk, aangenaam, opbouwend of liefhebbend is.
10:20 Uitgelezen zilver is de tong des rechtvaardigen; het hart der goddelozen is weinig waard.
De zin van luisteren naar de rechtvaardige is dat je wordt opgebouwd.
Efeze 5:6
Laat niemand u misleiden met drogredenen, want door zulke dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid.
10:21 De lippen van de rechtvaardige weiden er velen, maar de dwazen sterven door gebrek aan verstand.
Goede mensen hebben goede dingen te zeggen. Als je de verkeerde dingen zegt, kunt je met een kater blijven zitten.
Jacobus 3:5-6
Zo is ook de tong een klein lid en voert toch een hoge toon. Zie, hoe weinig vuur een groot bos in brand steekt. Ook de tong is een vuur, zij is de wereld der ongerechtigheid; de tong neemt haar plaats in onder onze leden, als iets, dat het gehele lichaam bezoedelt en het rad der geboorte in vlam zet, terwijl zij zelf in vlam gezet wordt door de hel.
De zegen des HEREN
10:22 De zegen des HEREN, die maakt rijk, zwoegen voegt er niets aan toe.
God zal je geld geven als je het geestelijk zult gebruiken.
Door hard werken bereik je niets – omdat het meeste werk van de mens het verkeerde werk is of vanuit een verkeerde motivatie wordt gedaan, een zelfzuchtige motivatie.
Het fundamentele punt in het leven is geloof door genade. Rijkdom is niet verkeerd als die uit God voortkomt en de les overbrengt dat God alle mensen schiep opdat het hun wel zou gaan. Zegeningen en het Evangelie gaan hand in hand.
10:23 Zoals het een vermaak is voor de dwaas schanddaden te bedrijven, zo is het met de wijsheid voor de man van verstand.
Schep geen behagen in het verkeerde, omdat dat verkeerd gedrag versterkt. Waar je behagen in stelt zul je doen, ontwikkel dus juiste gewoonten.
Een wijs iemand begrijpt dat iets doen buiten het doel waarvoor je geschapen bent slecht afloopt.
Betrokken raken met het verkeerde soort vrouw zal je schaden.
Spreuken 6:26-27
Want ter wille van een hoer vervalt men tot een schamel stuk brood, en eens anders vrouw maakt jacht op een kostbaar leven. Zal iemand vuur in zijn boezem halen, zonder dat zijn klederen in brand geraken?
10:24 Wat de goddeloze vreest, dat overkomt hem, maar Hij vervult de wens der rechtvaardigen.
Ons leven zal verlopen afhankelijk van onze houding. Goede mensen zullen tenslotte hun dromen vervuld zien, de slechten zien hun ergste angsten tot werkelijkheid komen.
Psalm 37:25
Jong ben ik geweest, ook ben ik oud geworden, maar een rechtvaardige heb ik niet verlaten gezien, noch zijn nageslacht zoekende brood;
Spreuken van Salomo
10:25 Als de stormwind voorbijgaat, dan is de goddeloze niet meer, maar de rechtvaardige staat als een duurzame grondslag.
Mattheüs 7:24-27
Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots. En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en stortten zich op dat huis. Het viel niet in, want het was op de rots gegrondvest. Een ieder, die deze mijn woorden hoort en ze niet doet, zal gelijken op een dwaas man, die zijn huis bouwde op het zand. En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en sloegen tegen dat huis, en het viel in, en zijn val was groot.
Ezechiël 9:3-7
De heerlijkheid van de God van Israël nu had zich opgeheven van de cherub waarop zij rustte, en zich begeven naar de dorpel van de tempel, en Hij riep de man die in linnen gekleed was en de schrijfkoker aan zijn zijde droeg.
En de HERE zei tot hem: Trek midden door de stad, midden door Jeruzalem, en maak een teken op de voorhoofden der mannen die zuchten en kermen over al de gruwelen die daar bedreven worden. Tot de anderen zei Hij te mijnen aanhoren: Trekt achter hem aan door de stad en slaat neer. Ontziet niet en hebt geen deernis. Grijsaards, jongelingen en jonge meisjes, kleine kinderen en vrouwen, moet gij doden en verdelgen; maar niemand die het teken draagt, moogt gij aanraken; bij mijn heiligdom moet gij beginnen.
Toen begonnen zij bij de mannen, de oudsten, die zich voor de tempel bevonden. En Hij zei tot hen: Verontreinigt de tempel en vult de voorhoven met gedoden. Gaat heen. Gaat heen en slaat neer in de stad.
Spreuken van Salomo-Lessen van levenswijsheid
10:25 Als de stormwind voorbijgaat, dan is de goddeloze niet meer, maar de rechtvaardige staat als een duurzame grondslag.
Mattheüs 7:24-27
Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots. En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en stortten zich op dat huis. Het viel niet in, want het was op de rots gegrondvest. Een ieder, die deze mijn woorden hoort en ze niet doet, zal gelijken op een dwaas man, die zijn huis bouwde op het zand. En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en sloegen tegen dat huis, en het viel in, en zijn val was groot.
Ezechiël 9:3-7
De heerlijkheid van de God van Israël nu had zich opgeheven van de cherub waarop zij rustte, en zich begeven naar de dorpel van de tempel, en Hij riep de man die in linnen gekleed was en de schrijfkoker aan zijn zijde droeg.
En de HERE zei tot hem: Trek midden door de stad, midden door Jeruzalem, en maak een teken op de voorhoofden der mannen die zuchten en kermen over al de gruwelen die daar bedreven worden. Tot de anderen zei Hij te mijnen aanhoren: Trekt achter hem aan door de stad en slaat neer. Ontziet niet en hebt geen deernis. Grijsaards, jongelingen en jonge meisjes, kleine kinderen en vrouwen, moet gij doden en verdelgen; maar niemand die het teken draagt, moogt gij aanraken; bij mijn heiligdom moet gij beginnen.
Toen begonnen zij bij de mannen, de oudsten, die zich voor de tempel bevonden. En Hij zei tot hen: Verontreinigt de tempel en vult de voorhoven met gedoden. Gaat heen. Gaat heen en slaat neer in de stad.
Spreuken van Salomo-Lessen van levenswijsheid
10:26 Wat azijn is voor de tanden en wat rook is voor de ogen, dat is de luiaard voor wie hem zenden.
Wees voorzichtig bij wie je betrokken raakt. Vertrouw niet op onbetrouwbare mensen.
10:27 De vreze des HEREN vermeerdert de dagen, maar de jaren der goddelozen worden verkort.
God geeft ons leven omdat we er het allerbeste van proberen te maken.
De zondaars worden zo ziek van hun eigen wegen dat ze een onvervuld en ongelukkig leven leiden.
Mattheüs 6:22-23
De lamp van het lichaam is het oog. Indien dan uw oog zuiver is, zal geheel uw lichaam verlicht zijn; maar indien uw oog slecht is, zal geheel uw lichaam duister zijn. Indien nu wat licht in u is, duisternis is, hoe groot is dan de duisternis!
10:28 De verwachting der rechtvaardigen is vreugde, maar de hoop der goddelozen gaat teniet.
Zij die het begrijpen, leren wat het leven is, terwijl de zondaars leren wat het leven niet is. De zegeningen van dit leven gaan deel uitmaken van het geloof van de rechtvaardige in het besef dat er iets beters in het verschiet ligt. God nu ervaren is onderdeel van geloof – en dat geeft ons hoop.
De zondaars weten dat ze zullen sterven en daarom heeft het leven voor hen geen enkele betekenis.
Spreuken van Salomo-Lessen van levenswijsheid
10:29 De weg des HEREN is een beschutting voor de oprechten, maar onheil voor de bedrijvers van ongerechtigheid.
Geen theorie of filosofie, maar een feit.
Als we eerlijk zijn, beschermt God ons; als dat niet het geval is zal ons leven een keer ten kwade nemen.
God beschermt hen aan wie hij rechtvaardigheid heeft toegerekend.
Psalm 91:7
Al vallen er duizend aan uw zijde, en tienduizend aan uw rechterhand, tot u zal het niet genaken;
De zondaars staan bloot aan tijd en toeval.
Lucas 13:2-5
En Hij antwoordde en zei tot hen: Meent gij, dat deze Galileeërs groter zondaars waren dan alle andere Galileeërs, omdat zij dit lot hebben ondergaan? Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen. Of meent gij, dat die achttien, op wie de toren bij Siloam viel en die erdoor gedood werden, schuldiger waren dan alle andere mensen, die in Jeruzalem wonen? Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen.
Dit omkomen is geen omkomen in een toestand van gevangenschap, nee, zelfs in een periode van vrede zal je een ontijdig einde kunnen overkomen.
10:30 De rechtvaardige zal in eeuwigheid niet wankelen, maar de goddelozen zullen de aarde niet bewonen.
Overleving is gebaseerd op genade. Tegen Gods plan voor je leven ingaan, ontneemt je de reden voor je bestaan en dan staat het God vrij dat leven weg te nemen op elk moment dat Hij daarvoor geschikt acht.
Spreuken van Salomo-Lessen van levenswijsheid
10:31 De mond van de rechtvaardige brengt wijsheid voort, maar de valse tong wordt verdelgd.
Rechtvaardige mensen begrijpen het grote plaatje. Zij zullen een opbouwende invloed hebben op anderen.
1 Petrus 3:10-13
Want: wie het leven wil liefhebben en goede dagen zien, weerhoude zijn tong van het kwade, en zijn lippen van bedrog te spreken; hij wijke af van het kwade en doe het goede, hij zoeke de vrede en jage die na, want de ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen, en zijn oren tot hun smeking, maar het aangezicht des Heren is tegen hen, die het kwade doen. En wie zal u kwaad doen, als gij u beijvert voor het goede?
De tong van de zondaar met zijn grote opgeblazen, leugenachtige, moordzuchtige woorden zal drievoudig op hemzelf terugkomen. Hij spreekt zoals hij dat doet, omdat hij een vijand is van zijn Schepper.
Psalm 58:3-9
De goddelozen zijn van de geboorte aan afvallig, de leugensprekers dwalen van de moederschoot aan. Hun venijn is gelijk het venijn van een slang; als een dove adder, die haar oor toesluit, die niet luistert naar de stem der bezweerders, noch naar de volleerde belezer. O, God, verbrijzel hun tanden in hun mond, sla de hoektanden der jonge leeuwen uit, HERE; laten zij vergaan als water dat wegvloeit; legt hij zijn pijlen aan, dan mogen zij als afgestompt zijn; laten zij vergaan als een slak die voortkruipend wegsmelt, als de misdracht van een vrouw, die de zon niet heeft gezien; voordat uw potten de dorens bemerken, zowel groen als verschroeid, stormt Hij hen weg.
Spreuken van Salomo-Lessen van levenswijsheid
10:32 De lippen van de rechtvaardige weten wat welgevallig is, maar de mond der goddelozen is enkel valsheid.
Rechtvaardige mensen weten hoe het juiste te zeggen. Maar de zondaars struikelen voortdurende over hun tong.
Jacobus 3:5-8
Zo is ook de tong een klein lid en voert toch een hoge toon. Zie, hoe weinig vuur een groot bos in brand steekt. Ook de tong is een vuur, zij is de wereld der ongerechtigheid; de tong neemt haar plaats in onder onze leden, als iets, dat het gehele lichaam bezoedelt en het rad der geboorte in vlam zet, terwijl zij zelf in vlam gezet wordt door de hel. Want alle soorten van wilde dieren en vogels, van kruipende dieren en zeedieren worden bedwongen en zijn bedwongen door de menselijke natuur, maar de tong kan geen mens bedwingen. Zij is een onberekenbaar kwaad, vol dodelijk venijn.
Psalm 119:171-173
Mijn lippen zullen overvloeien van lof, want Gij zult mij uw inzettingen leren. Mijn tong zal uw woord bezingen, want al uw geboden zijn gerechtigheid. Uw hand zij mij ter hulpe, want uw bevelen heb ik verkozen.
Wordt vervolgd met: Spreuken 11: Geluk of ongeluk – voorspoed of tegenspoed
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling © 2010 Stichting HSV’][Nadruk van ons]
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBG-vertaling 1951][Nadruk van ons]