Jezus nam de wet van zonde en dood in Zichzelf
Jezus nam de wet van zonde en dood in Zichzelf als volledig mens.
De Bijbel onderwijst, dat Jezus Christus volledig mens was en hetzelfde vlees deelde als de mensheid – inclusief de “wet van zonde en vlees”. Het is belangrijk om deze waarheid te begrijpen.
Paulus beschrijft specifiek het vlees van Jezus op de volgende manier:
“Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als zij was door het vlees [vanwege de wet van zonde en dood in het menselijk vlees], dat heeft God gedaan: Hij heeft Zijn eigen Zoon gezonden in een gedaante gelijk aan het zondige vlees en dat omwille van de zonde, en de zonde veroordeeld in het vlees [het vlees van Jezus]”. (Romeinen 8:3)
Een letterlijke vertaling van het Grieks is “in de gedaante van vlees, van zonde…”.
Het woord “gelijkenis” is vertaald van het Grieks homoioomati, wat betekent “gelijkenis, hetzelfde”. (Arndt and Gingrich, A Greek-English Lexicon of the New Testament)
Jezus nam de wet van zonde en dood in Zichzelf. Deze wet was doorgegeven via Zijn moeder Maria
Dat Jezus was gemaakt in de “gelijkenis van zondig vlees”, leidt geen twijfel dat de “wet van zonde en dood” aan Jezus was doorgegeven via Zijn moeder Maria. Omdat Jezus volledig mens moest zijn, moest Hij de “wet van zonde en dood” erven.
Als Hij de “wet van zonde en dood” niet in Zijn vleselijk lichaam had, zou Hij niet volledig mens zijn geweest!
Dit betekent, dat Hij het potentieel had om te zondigen op elk moment tijdens Zijn menselijk leven.
Als – zoals sommigen verklaren – Jezus niet in staat was om te zondigen. Dan zou het voor Hem onmogelijk zijn geweest om te worden verleid. De duivel zou Jezus dus niet hebben kunnen verleiden in de woestijn, zoals de Bijbel het optekende. (Matteüs 4:1-11; Mark 1:12-13; Lukas 4:1-13)
Jezus nam de wet van zonde en dood in Zichzelf om verleid te kunnen worden door Satan!
Het feit dat Jezus deze verleiding door Satan onderging, laat zien dat de “wet van zonde en dood” in Zijn vlees was.
Aan de andere kant was Hij in staat – door de kracht van Gods Heilige Geest – om de begeerten en aantrekkingskrachten van het vlees te weerstaan, waarmee Satan Hem verleidde tot zonde.
Jezus zondigde dus nooit, omdat Hij wist dat degenen, die bezwijken voor de lusten van het vlees, de weg van Satan praktiseren.
Tijdens Zijn dienaarschap veroordeelde Jezus openlijk de Joodse religieuze leiders voor het volgen van Satan.
Hij zei, “U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij vanuit wat van hemzelf is, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen”. (Johannes 8:44)
Jezus legde toen een verklaring af en liet zien, dat Hij het potentieel had om te zondigen: “En u kent Hem [God de Vader] niet, maar Ik ken Hem; en als Ik zeg dat Ik Hem niet ken, ben Ik, net als u, een leugenaar”. (Johannes 8:55)
Het was dus mogelijk voor Jezus om te liegen als Hij daarvoor gekozen had. Maar in tegenstelling tot de Joodse religieuze leiders, koos Jezus altijd de dingen te doen, die de Vader “welgevallig was”. (Johannes 8:29)
Jezus nam de wet van zonde en dood in Zichzelf en kon dus zondigen!
Omdat Jezus hetzelfde vlees en dezelfde natuur had als alle mensen, werd Hij verleid. Omdat Hij werd verleid, was Hij in staat om te zondigen – als Hij koos om te zondigen.
Als Jezus echter had gezondigd, dan zou Hij de doodstraf voor Zichzelf hebben opgelopen. Want Hij was gemaakt, onderworpen aan de Wet.
Paulus schrijft : “Maar toen de volheid van de tijd [de tijd in Gods plan om de profetie van de Messias te vervullen] gekomen was, zond God Zijn Zoon uit, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, om hen die onder de wet waren, vrij te kopen, opdat wij de aanneming tot kinderen zouden ontvangen”. (Galaten 4:4-5)
Jezus nam de wet van zonde en dood in Zichzelf en overwon die door de kracht van Gods Heilige Geest.
In Romeinen 7:5 tot en met 8:2 beschrijft Paulus gedetailleerd hoe de “wet van zonde en dood” werkt in ieder mens en de dood voortbrengt. Jezus overwon elke verleiding en de “wet van zonde en dood” door de kracht van Gods Heilige Geest.
Daarom kunnen alleen Zijn offer en Zijn vergoten bloed mensen verlossen van hun zondige natuur, die tot eeuwige dood leidt.
Tijdens Zijn 40-daagse verzoeking door Satan koos Jezus ervoor om Zich te vernederen door liever te vasten, dan Zijn vlees te voeden. Hij steunde op Gods Woord en de kracht van de Heilige Geest van God de Vader. Hij vertrouwde niet op Zijn eigen kracht en Zijn eigen denkwijze.
Als Jezus niet de mogelijkheid had om te zondigen, zou er voor Hem absoluut geen reden zijn om zo’n brutale verzoeking te ondergaan. Met andere woorden, als het voor Jezus onmogelijk zou zijn geweest om te zondigen, zou Zijn verzoeking door Satan geen enkel doel hebben gediend.
Zonder het potentieel voor zonde en de mogelijkheid om te worden beïnvloed door de aantrekkingskrachten van het vlees zou er voor Jezus geen sprake zijn om werkelijk verleiding te ervaren, zoals alle mensen. (Jakobus 1:14-15)
Jezus nam de wet van zonde en dood in Zichzelf en zondigde nooit
In zijn epistel aan de Hebreeën schrijft Paulus over de grote worsteling, die Jezus ondervond. Om nooit voor een verleiding te bezwijken en nooit te zondigen.
Hij schrijft: ” In de dagen dat Hij [Jezus] op aarde was, heeft Hij met luid geroep en onder tranen gebeden en smeekbeden geofferd aan Hem Die Hem uit de dood kon verlossen. En Hij is uit de angst verhoord. Hoewel Hij de Zoon was, heeft Hij toch gehoorzaamheid geleerd uit wat Hij heeft geleden.
En toen Hij volmaakt was geworden [door Zijn leven als mens], is Hij voor allen die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwige zaligheid geworden”. (Hebreeën 5:7-9)
Om Zich als onze “Schepper van verlossing” te kwalificeren moest Jezus dezelfde verleidingen ondergaan, die alle mensen omringen:
“want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles [op elke manier] op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde .
Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip”. (Hebreeën 4:15-16)
De zin “op dezelfde wijze als” is vertaald van het Griekse kath omoioteeta. Dat betekent letterlijk “op elke manier, zoals wij zijn”.
Met andere woorden, toen Jezus in het vlees was, onderging Hij exact dezelfde verleidingen, die wij hadden. Omdat Hij gemaakt was in de “gelijkenis van zondig vlees”.
Toch zondigde Jezus nooit, omdat Hij nooit bezweek voor een verleiding van het vlees of van Satan de duivel.
Volgens Paulus veroordeelde God zonde in het vlees – het vlees van Christus.
Paulus schrijft:
“Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als zij was door het vlees, dat heeft God gedaan. Hij heeft Zijn eigen Zoon gezonden in een gedaante gelijk aan het zondige vlees. En dat omwille van de zonde, en de zonde veroordeeld in het vlees”. (Romeinen 8:3)
Om Zijn ontzagwekkend plan en doel voor de mensheid uit te voeren, vervulde God Zijn verbondsbelofte
Zijn verbondsbelofte:
- om verlossing te brengen en
- Satan te overwinnen.
Hij deed dit door een mens te worden met alle eigenschappen van de menselijke natuur. Hij overwon Satan de duivel en veroordeelde zonde in Zijn eigen letterlijke vlees.
Omdat Jezus nooit zondigde, aanvaardde God de Vader Zijn dood. En wel als de enige volledige vereffening voor alle menselijke zonde, want het loon van zonde is de dood.
Zoals wij in de volgende aflevering zullen zien, opende dit de volgende fase van Gods plan. Namelijk de verlossing en het behoud van het geestelijke zaad van alle naties.
Bron; CBCG: Fred R. Coulter.
Wordt vervolgd met: Hoofdstuk 7 Opmerkingen: Elohim OT-menselijke beschaving-zonde
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling © 2010 Stichting HSV’]
[Nadruk van ons]