Christelijke financiële verantwoordelijkheid voor het gezin
Christelijke financiële verantwoordelijkheid voor het gezin.
De Bijbel onderwijst ook dat Christenen toegewijd moeten zijn om in het onderhoud te voorzien van hun gezinnen. Elke Christen, die in staat is om te werken, maar zich niet inspant om zijn of haar gezin te ondersteunen is “erger dan een ongelovige”. (1 Timoteüs 5:8)
Jezus Christus Zelf onderwees dat een Christen eerst zijn of haar gezin in het onderhoud moet voorzien. Dus vóór het gebruiken van het persoonlijke inkomen voor andere doelen. Inclusief offerandes aan God.
Jezus veroordeelde de Joden, die offerandes gaven of “korban” (offergave) aan de tempelschatkist, ten zeerste. En zo intussen hun behoeftige ouders veronachtzaamden.
God wil niet dat Christenen de basisbehoeften van hun gezinnen veronachtzamen om tienden en offeranden te geven.
De Christenen, die alleen in staat zijn om in hun basisbehoeften te voorzien hebben geen werkelijke vermeerdering. Er is dan geen toename. En dus hoeven er daarover geen tienden betaald te worden.
God verlangt barmhartigheid en geen opoffering.
Wat zegt de Bijbel? |
|||
1 Timoteüs 5:4, 8, 16 | Markus 7:10-13 | Spreuken 31:10-28 | Spreuken 27:23-27 |
Spreuken 28:19 |
Wordt vervolgd met: Christelijke financiële verantwoordelijkheid voor de armen
Overzicht Bijbelse begrippen vindt u hier.
BRON: CBCG : Beliefs and Doctrines of the New Testament Church
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling © 2010 Stichting HSV’][Nadruk van ons]