Het gedrag van wijzen en dwazen
Spreuken 12: Het gedrag van wijzen en dwazen
Spreuken 12: 1 Wie tucht liefheeft, heeft kennis lief; maar wie terechtwijzing haat, is dom.
Wie willen met opzet iets verkeerds doen? Opstandigen. Mensen die geen onderscheid kunnen maken tussen goed en kwaad. Mensen die tegen de gevestigde orde zijn.
We moeten een grote liefde hebben voor de waarheid, ongeacht aan welke kant we daardoor terechtkomen. Als we daarvan overtuigd zijn, doen we het juiste, datgene wat goed is. Als we daarvan nog niet overtuigd zijn, dan weten we in ieder geval wat we moeten doen. De waarheid is een weg uit onze problemen.
2 Timotheüs 3:6-7 Want tot hen behoren zij, die zich in de huizen indringen en vrouwtjes weten in te palmen, die met zonden beladen zijn en gedreven worden door velerlei begeerten, die zich te allen tijde laten leren, zonder ooit tot erkentenis der waarheid te kunnen komen.
Handelingen 13:40-41 Ziet dan toe, dat u niet overkomt, wat in de profeten gezegd is: Ziet, verachters, en verwondert u en verdwijnt; want Ik werk een werk in uw dagen, een werk, dat gij voorzeker niet zult geloven, als iemand het u verhaalt.
Betreffende de laatste dagen:
2 Timotheüs 3:2-4 want de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God,
Spreuken 12: 2 De goede verkrijgt welgevallen van de HERE, maar een man met slinkse streken veroordeelt Hij.
Het woord goed in het Hebreeuws draagt in zich mee datgene waarmee we kunnen instemmen. Juist handelen, wijs handelen. Betekent het ook dat er geen zonde in aanwezig is? Nee. Het draagt ook in zich het aspect van beter worden, streven naar een karakter op hoger niveau. Daarnaast omsluit het ook de relatie van de persoon met God: positief, aangenaam, liefhebbend. Tot slot omvat het ook hoe God deze persoon ziet onder genade, positief, vreugd scheppend. Waarom? Omdat God naar het hart kijkt.
Hebreeën 11:1 Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet.
Spreuken 12: 3 Geen mens blijft staande door goddeloosheid, maar de wortel der rechtvaardigen is niet te verwrikken.
Niemand is rechtvaardig, rechtvaardigheid wordt ons door genade toegerekend. Alleen Jezus is rechtvaardig.
Over Abraham:
Romeinen 4:20-24 maar aan de belofte Gods heeft hij niet getwijfeld door ongeloof, doch hij werd versterkt in zijn geloof en gaf Gode eer, in de volle zekerheid, dat Hij bij machte was hetgeen Hij beloofd had ook te volbrengen. Daarom ook werd het hem gerekend tot gerechtigheid. Echter niet om zijnentwil alleen werd geschreven: het werd hem toegerekend, maar ook om onzentwil, wie het zal worden toegerekend, ons, die ons geloof vestigen op Hem, die Jezus, onze Here, uit de doden opgewekt heeft,
‘Toegerekend’ is in het Hebreeuws: ‘Logizomai’. Dit houdt in dat God Zich een oordeel over ons vormt.
Abraham werd genade verleend vanwege zijn liefde voor God.
Jacobus 2:23 en het Schriftwoord werd vervuld, dat zegt: Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend, en hij werd een vriend van God genoemd.
De wortels van gerechtigheid liggen in Jezus Christus die in geestelijke voeding voorziet totdat we zijn uitgegroeid tot een machtige eik die niet kan worden ontworteld. Een goddeloos mens heeft geen wortels en lijkt op tuimelkruid dat door de wind voortgeblazen wordt.
Jacobus 1:6-8 Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt. Want zulk een mens moet niet menen, dat hij iets van de Here zal ontvangen, innerlijk verdeeld als hij is, ongestadig op al zijn wegen.
Spreuken 12:4 Een degelijke vrouw is de kroon van haar man, maar als bederf in zijn gebeente is zij, die beschaamd doet staan.
Als vrouwen in problemen komen vergeten zij de basisprincipes die hun leven en geluk bepalen. Zij zouden er altijd opuit moeten zijn dat God trots op hen kan zijn. Monogamie en huwelijk worden door God Zelf ingesteld als een fundamenteel deel van ons geluk. Daar zij als tegenwicht voor de man emotioneler waren gemaakt, zei God hun te luisteren naar hun man. Het is beter te weten dat je juist bezig bent, dan te menen dat je juist bezig bent. De vrouw onder deze wet heeft volgens Gods wetten veel rechten. Zij werd geschapen om het beste in haar man naar voren te halen en haar gezin lief te hebben. Daarom komt een onafhankelijk denken in conflict met Gods plan.
1 Petrus 3:1-6 Evenzo gij, vrouwen, weest uw mannen onderdanig, opdat, ook indien sommigen aan het woord niet gehoorzaam zijn, zij door de wandel hunner vrouwen zonder woorden gewonnen worden, doordat zij uw reine en godvrezende wandel opmerken. Uw sieraad zij niet uitwendig: het vlechten van haar, het omhangen van goud of het dragen van gewaden, maar de verborgen mens uws harten, met de onvergankelijke tooi van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is in het oog van God. Want aldus tooiden zich ook weleer de heilige vrouwen, die hoopten op God, onderdanig aan haar mannen, zoals Sara Abraham gehoorzaamde en hem heer noemde; en haar dochters zijt gij, als gij goed doet en u geen schrik laat aanjagen.
Spreuken 12:5 De overleggingen der rechtvaardigen zijn recht, de voornemens der goddelozen zijn bedriegerij. 6 De woorden der goddelozen loeren op bloed, maar de mond der oprechten redt hen uit.
De overleggingen van de rechtvaardigen zijn gebaseerd op waarheid en leven. De overleggingen van de goddelozen zijn gebaseerd op leugens en het vergieten van bloed.
Goddeloosheid komt op veel terreinen tot uiting: een zich mentaal niets aantrekken van recht, gerechtigheid, waarheid, eer, deugd; slecht zijn in denken en doen; verdorvenheid; zondigheid; misdadigheid.
Een goddeloos iemand is niet alleen maar een zondaar, zoals we allemaal zijn, een goddeloos iemand haat God met voorbedachte rade, opzettelijk. Hij werkt eraan om het plan en het doel van God in zijn leven en in het leven van anderen te blokkeren en te belemmeren.
Spreuken 12:7 De goddelozen worden omvergeworpen en zijn niet meer, maar het huis der rechtvaardigen blijft in stand.
God zal geen eeuwig leven geven aan iemand die niet Zijn kind is, net zo min als wij een erfenis zouden nalaten aan iemand die ons vanuit het diepst van zijn wezen haat, ongeacht of zo iemand familie is of niet. Hoe minder hulpmiddelen ze hebben hoe minder schade ze anderen kunnen aandoen.
Spreuken 12:8 Naar de mate van zijn verstand wordt een man geprezen, maar een verkeerde van hart komt in verachting.
Mensen weten wie we zijn.
Spreuken 29:2 Als de rechtvaardigen toenemen, verheugt zich het volk; maar het volk zucht, als een goddeloze heerst.
Spreuken 12:9 Het is beter onaanzienlijk te zijn en een knecht te hebben, dan zich groot voor te doen bij broodgebrek.
De Living Bible vertaalt dit vers als volgt:
Spreuken 12:9 Het is beter vuile handen te maken en te eten dan te trots te zijn om te werken en te verhongeren.
De Amplified Bible vertaalt dit vers als volgt:
Spreuken 12:9 Hij die niet in hoog aanzien staat maar werkt voor zijn eigen levensonderhoud, is beter dan hij die veronderstelt dat hij in aanzien staat en wie het aan brood ontbreekt.
Spreuken 12:10 De rechtvaardige weet wat toekomt aan zijn vee, maar de barmhartigheid der goddelozen is wreed.
Een karaktertrek van de rechtvaardigen (lijkend op Christus) is dat zij respect hebben voor het leven van dieren. De grootste kwaliteit van de goddelozen is helemaal geen kwaliteit, het is wreedheid: zowel betreffende mens als dier.
Spreuken 12:11 Wie zijn akker bewerkt, zal zich met brood verzadigen; maar wie ijdele dingen najaagt, is verstandeloos.
Hij die de grond bewerkt die hem gegeven is, zal elk jaar leren een betere boer te zijn en steeds beter kunnen rondkomen. Maar iemand die dwaas is leert nooit iets behalve praten. Hij weet niets omdat hij niets doet.
Spreuken 12:12 De goddeloze begeert de vangst van boze dingen, maar de wortel der rechtvaardigen geeft vrucht.
Goddeloosheid begeert altijd wat andere slechte mensen hebben. Maar de rechtvaardigen werken voor wat ze hebben, ze hebben geen tijd om met begeerte rond te hangen.
Spreuken 12:13 In de overtreding der lippen ligt een boze valstrik, maar de rechtvaardige ontkomt aan de benauwdheid.
Het zal altijd uitkomen dat een leugenaar een leugenaar is. Alle slechte dingen waarvan zij beschuldigd worden, zijn waar. Het getuigenis van de rechtvaardige zal hem vrijpleiten van alle valse beschuldigingen. Hij staat vrij van de verstrikkingen van deze wereld in overeenstemming met de bedoeling van Gods wetten, waardoor het hem vrij staat te werken aan zijn relatie met God.
Spreuken 12:14 Van de vrucht zijns monds wordt iemand met het goede verzadigd; wat eens mensen handen volbrengen, keert weder tot hem.
Onze beloning hangt af van wat we zeggen en wat we doen; we zullen krijgen wat we verdienen.
Spreuken 12:15 De weg van de dwaas is recht in zijn ogen, maar wie naar raad luistert, is wijs.
Een dwaas vertrouwt totaal ten onrechte op zijn eigen oordeel, maar een wijs iemand die wil leren en doen wat juist is, heeft de nederigheid te beseffen dat hij niet alles weet, zodat hij heel wat vragen zal stellen aan anderen die op die gebieden gekwalificeerd zijn
Spreuken 12:16 Een dwaas maakt zijn ergernis aanstonds bekend, maar een schrandere bedekt de smaad.
Als een dwaas geërgerd wordt laat hij dat snel weten – heet van de naald. Verstandige mensen zullen geen aandacht schenken aan een belediging en rustig blijven. Een voorzichtig iemand weet hoe het juiste te doen op het juiste moment.
Enkele principes betreffende de tong: We behoren te weten wanneer te zwijgen, maar ook wanneer te spreken. Zeg alleen maar dingen die opbouwen. Wacht even en denk na voordat je iets zegt. Als je boos bent, tel dan tot tien voordat je gaat spreken. Probeer nooit iemand iets betaald te zetten of jezelf te rechtvaardigen.
Spreuken 12:17 Wie waarheid spreekt, deelt mee wat recht is, maar een leugenachtig getuige bedrog.
De Kerk als de toekomstige bruid van Christus eert haar man en spreekt de waarheid over Hem als het Evangelie. De wereld bevordert valse religies, valse christussen en namaakevangelies.
Spreuken 12:18 Er zijn er, wier gepraat werkt als dolksteken, maar de tong der wijzen brengt genezing aan.
Woorden in de mond van de goddelozen kunnen beschadigen.
Jacobus 1:26 Indien iemand meent godsdienstig te zijn en daarbij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart misleidt, diens godsdienst is waardeloos.
De rechtvaardige bouwt altijd op.
Jacobus 3:5-14 Zo is ook de tong een klein lid en voert toch een hoge toon. Zie, hoe weinig vuur een groot bos in brand steekt. Ook de tong is een vuur, zij is de wereld der ongerechtigheid; de tong neemt haar plaats in onder onze leden, als iets, dat het gehele lichaam bezoedelt en het rad der geboorte in vlam zet, terwijl zij zelf in vlam gezet wordt door de hel.
Want alle soorten van wilde dieren en vogels, van kruipende dieren en zeedieren worden bedwongen en zijn bedwongen door de menselijke natuur, maar de tong kan geen mens bedwingen.
Zij is een onberekenbaar kwaad, vol dodelijk venijn. Met haar loven wij de Here en Vader en met haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis Gods geschapen zijn: uit dezelfde mond komt zegening en vervloeking voort.
Dit moet, mijn broeders, niet zo zijn. Doet soms een bron uit dezelfde ader zoet en bitter water opwellen? Kan soms, mijn broeders, een vijgenboom olijven of een wijnstok vijgen opleveren? Evenmin kan een zilte bron zoet water geven. Wie is wijs en verstandig onder u? Hij tone uit zijn goede wandel zijn werken met wijze zachtmoedigheid. Indien gij echter bittere na-ijver en zelfzucht in uw hart hebt, beroemt u dan niet en liegt niet tegen de waarheid.
Spreuken 12:19 Een waarachtige lip bestaat voor altijd, maar een leugenachtige tong slechts voor een ogenblik.
Wat waar is zal altijd waar zijn. Iedere leugen zal vergaan in de poel des vuurs.
Leugens richten grote schade aan. “Gij zult geenszins sterven.”
Openbaring 12:9 En de grote draak werd op de aarde geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem.
Spreuken 12:20 Bedrog is in het hart van wie kwaad smeden, maar voor wie tot vrede raden, is er vreugde.
Mensen die geen idee hebben waar ze het over hebben, onderwijzen dingen die anderen alleen maar schade zullen berokkenen. Maar godvrezende raadgevers zullen niet alleen de weg naar vrede onderwijzen, maar die zal in vreugde bevestigd worden door hun vrucht.
Spreuken 12:21 De rechtvaardige zal generlei onheil treffen, maar de goddelozen zijn vol van rampspoed.
De rechtvaardigen jagen niet alleen een weg van vrede na, maar Gods beschermende zegen zal daar een waarborg voor zijn.
Spreuken 12:22 Leugenlippen zijn de HERE een gruwel, maar wie trouw handelen, zijn Hem welgevallig.
Iemand die liegt om oneerlijk voordeel te verkrijgen, daarbij zijn ware bedoelingen verbergend, is afschuwwekkend en weerzinwekkend voor God, omdat Hij daar totaal niet op lijkt.
Spreuken 12:23 Een schrander mens houdt zijn kennis voor zich, maar het hart der zotten verkondigt dwaasheid.
Gods kennis niet vertellen aan mensen is o.a. om dingen niet te vertellen waarmee ze (nog) niet kunnen omgaan
Dat liet Paulus zien in zijn opmerkingen betreffende de persoon die een vegetariër was. Een wijs iemand gedraagt zich op de juiste manier, maar de goddeloze kraamt altijd onzin uit.
Spreuken 12:24 De hand der vlijtigen zal heersen, maar traagheid voert tot dienstbaarheid.
Als we ijverig zijn verwerven we leiderskwaliteiten. Maar een lui iemand is alleen maar goed om gezegd te worden wat hij moet doen.
Openbaring 21:7-8 Wie overwint, zal deze dingen beërven, en Ik zal hem een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn. Maar de lafhartigen, de ongelovigen, de verfoeilijken, de moordenaars, de hoereerders, de tovenaars, de afgodendienaars, en alle leugenaars; hun deel is in de poel, die brandt van vuur en zwavel: dit is de tweede dood.
We zullen niet voor altijd op de achterste rij zitten, God heeft grote plannen met ons.
Spreuken 12:25 Kommer in het hart van de mens buigt het neder, maar een goed woord verblijdt het.
Negatief zijn veroorzaakt een depressie en zich zorgen maken over wat misschien wel nooit zal gebeuren, maar positief zijn bevordert een positieve kijk op het leven.
We zijn wat we denken en voelen. We moeten niet toestaan dat we door het kwade worden gemanipuleerd en negatief worden – als we dat doen groeien we geestelijk niet.
Spreuken 12:26 De rechtvaardige onderkent wie hem kwaad wil doen, maar de weg der goddelozen doet hen dwalen.
Vrienden zijn een aanwinst of een blok aan het been – kies hen zorgvuldig uit. Er zijn mensen waar we niet mee om moeten gaan. Joab was een oorlogszuchtig mens en had een kwade invloed op David.
2 Timotheüs 3:1-5 Weet wel, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen: want de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben; houd ook dezen op een afstand.
Het gedrag van wijzen en dwazen
Spreuken 12:27 De trage zal zijn wild niet vangen, maar een kostbare have is het deel van de vlijtige.
Een lui iemand heeft geen voordeel bij het kleine beetje werk dat hij doet, omdat ook dat inspanning vergt.
IJverig zijn is het kostbaarste bezit van de mens, omdat hij dan het beste maakt van alles wat hij bezit. Hij zal niets verspillen.
Marcus 8:19 En herinnert gij u niet, toen Ik de vijf broden brak voor de vijfduizend, hoeveel manden vol brokken gij hebt opgeraapt? En zij zeiden tot Hem: Twaalf.
Spreuken 12:28 Op het pad der gerechtigheid is leven, maar de weg der zonde voert ten dode.
Mattheüs 7:13-14 Gaat in door de enge poort, want wijd is de poort en breed de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die daardoor ingaan; want eng is de poort, en smal de weg, die ten leven leidt, en weinigen zijn er, die hem vinden.
Johannes 14:6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.
Wordt vervolgd met: Spreuken 13
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling © 2010 Stichting HSV’][Nadruk van ons]
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBG-vertaling 1951][Nadruk van ons]