Behoud vereist actief geloof en werken – goddelijke werken, verbonden met geloof.

De Apostel Jacobus, de halfbroer van Jezus, verklaart dat goddelijke werken, verbonden met geloof leiden tot perfectie: “Zo is het geloof als het geen werken heeft, in zichzelf dood. Maar nu zal iemand zeggen: U hebt geloof en ik heb werken. Laat mij dan uw geloof zien uit uw werken en ik zal u uit mijn werken mijn geloof laten zien.

U gelooft dat God één is; daar doet u goed aan. Maar ook de demonen geloven dit, en zij sidderen”. (Jakobus 2:17-19)

Een andere manier om het verband van geloof – werken te benadrukken is dit: U handelt altijd naar wat U gelooft. Inderdaad, iedereen heeft een soort van trouw of geloof systeem – zoals weerspiegeld in hun werken; hoe zij denken, wat zij zeggen, wat zij doen en hoe zij leven.

Jakobus gaat verder:

• “Maar wilt u weten, o dwaze mens, dat het geloof zonder de werken dood is?

Is Abraham, onze vader [zij, die van Christus zijn, zijn Abrahams geestelijke zaad], niet uit de werken gerechtvaardigd, toen hij Izak, zijn zoon, op het altaar offerde?

• Ziet u wel dat het geloof samenwerkte met zijn werken en dat door de werken het geloof volmaakt is geworden?

Behoud vereist actief geloof en werken

En de Schrift is vervuld die zegt: En Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend, en hij werd een vriend van God genoemd.

U ziet dus nu dat een mens uit werken gerechtvaardigd wordt en niet alleen uit geloof……..Want zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder de werken dood”. (Jakobus 2:20-24, 26)

Dit is de sleutel: Als wij God liefhebben en Zijn geboden houden, doen wij niet onze eigen werken. Integendeel, wij doen de werken, die God ons gegeven heeft om te doen. Daarom zijn het Zijn werken, niet onze eigen werken. Bovendien, door werken te doen, die door God voorbestemd zijn, worden wij niet verleid om “onszelf te behouden”. Wij worden niet verleid om behoud te verdienen door onze eigen werken of door religieuze tradities en rituelen.

Behoud vereist actief geloof en werken

In de persoonlijke boodschappen van Jezus aan de zeven kerken van Openbaring, verklaart Hij 12 keer dogmatisch: “Ik ken uw werken”. (Openbaring 2-3) Bovendien verklaart Jezus dat Hij hen oordeelt naar hun werken – door wat zij doen. Als hun werken de werken van God zijn, gebaseerd op liefde en gehoorzaamheid, prijst Hij hen. Maar als hun werken hun eigen werken zijn (of door Satan geïnspireerd) waarschuwt en corrigeert Hij hen, roept hen op tot bekering van dergelijke werken of zij raken behoud kwijt!

Tenslotte spoort Jezus de kerken aan om Zijn werken tot het einde in acht te nemen: “Houd vast aan wat u hebt totdat Ik kom. En wie overwint en wie Mijn werken tot het einde toe in acht neemt, hem zal Ik macht geven over de heidenvolken. En hij zal hen hoeden met een ijzeren staf. Zij zullen als kruiken van een pottenbakker verbrijzeld worden – zoals ook Ik die macht van Mijn Vader heb ontvangen.….. Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt”. (Openbaring 2:25-27, 29)

Behoud vereist actief geloof en werken

Op dezelfde manier waarschuwde Paulus de Korinthiërs; dat zij niet terug moesten keren en een zondige levensstijl te omarmen. Zij moesten niet denken, dat een dergelijk gedrag – sinds zij “behouden” waren – aanvaardbaar was voor God. De realiteit is dit: Omdat God ons Zijn Heilige Geest heeft gegeven en in ons woont, zal Hij compromissen met zonde – onder geen enkele omstandigheid – vergoelijken! Wij moeten zonde niet verwarren met goddelijkheid.

Let op hoe nadrukkelijk Paulus de Korinthiërs maant op te houden met het sluiten van een compromis met zonde:

• “Vorm geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeenschappelijk met wetteloosheid, en
• welke gemeenschap is er tussen licht en duisternis?
• En welke overeenstemming is er tussen Christus en Belial [Satan]?
• Of wat deelt een gelovige met een ongelovige?
• Of welk verband is er tussen de tempel van God en de afgoden?

U bent de tempel van de levende God

Want u bent de tempel van de levende God [vanwege Gods Heilige Geest in hen], zoals God gezegd heeft: Ik zal in hun midden wonen en onder hen wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn volk zijn. Ga daarom uit hun midden weg en zonder u af, zegt de Heere, en raak het onreine niet aan, en Ik zal u aannemen, en Ik zal u tot een Vader zijn, en u zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt de Heere, de Almachtige. Omdat wij dan deze beloften hebben, geliefden, laten wij onszelf reinigen van alle bezoedeling van vlees en geest, en de heiliging volbrengen in het vrezen van God”.
(2 Korinthe 6:14-18; 7:1)

Paulus waarschuwde ook de Galaten, die – in plaats te wandelen door Gods Heilige Geest; te groeien in genade en kennis; God lief te hebben en Zijn geboden te houden – terugkeerden naar de zondige werken van het vlees. Door dit te doen wankelden zij in hun getrouwheid. “Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen”.
(Galaten 5:16-17)

Paulus waarschuwt dan nadrukkelijk dat degenen, die zondige, vleselijke levenswijzen praktiseren, het Koninkrijk van God niet zullen erven, noch eeuwig leven ontvangen.

Behoud vereist actief geloof en werken

“Het is bekend wat de werken van het vlees zijn, namelijk:

• overspel, hoererij, onreinheid,
• losbandigheid, afgoderij, toverij,
• vijandschappen, ruzie, afgunst,
• woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid,
• afwijkingen in de leer, jaloersheid, moord,
• dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke;

waarvan ik u voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie zulke dingen doen [praktiseren], het Koninkrijk van God niet zullen beërven”. (Galaten 5:19-21)

In tegenstelling daarmee moedigt de Apostel de Galaten aan om Gods Heilige Geest te gebruiken. Om de vruchten van goddelijkheid voort te brengen – de goede werken, die God had voorbestemd:

“De vrucht van de Geest is echter:

• liefde, blijdschap, vrede,
• geduld, vriendelijkheid, goedheid,
• geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.

Daartegen richt de wet zich niet. Maar wie van Christus zijn, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd. Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen”. (Galaten 5:22-25)

Behoud vereist actief geloof en werken

Het houden van Gods geboden is niet eenvoudig. Want om dat te doen is in strijd met de menselijke natuur en de wereldse levenswijze.

Geleid door Gods Heilige Geest – in plaats geleidt door persoonlijke lust – kunt U echter erdoorheen komen en goddelijk karakter ontwikkelen, zelfs in moeilijke tijden.

Paulus schrijft: “Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus. Door Hem hebben wij ook de toegang verkregen door het geloof tot deze genade waarin wij staan. Maar wij roemen in de hoop op de heerlijkheid van God. En dit niet alleen, maar wij roemen ook in de verdrukkingen. Omdat wij weten dat de verdrukking volharding teweegbrengt, en de volharding ondervinding en de ondervinding hoop. En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gegeven is”.
(Romeinen 5:1-5)

Zoals Jezus beloofde: “Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig [behouden] worden”. (Matteüs 24:13)

Getrouwheid is dus een levenslang proces.

Wordt vervolgd met: Bekering en Vergeving door Jezus Christus

[Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling © 2010 Stichting HSV’][Nadruk van ons]