Oorsprong van de wedergeboorte leerstelling
Oorsprong van de wedergeboorte leerstelling.
Wat betekent het “wedergeboren” te zijn?
- Zijn Christenen werkelijk “wedergeboren” na bekering en doop?
- De Heidense oorsprong van de populaire “wedergeboren” leerstelling.
- Valse leraren en Afval
- Aanhalingen van de vroege Latijnse kerkvaders
- De Latijnse Vulgaat
Zijn Christenen werkelijk “wedergeboren” na bekering en doop?
Volgens de traditionele christelijke kerken is men “wedergeboren” bij bekering. Maar vooral in combinatie met de doop, wanneer men “Christus heeft ontvangen”. Zelfs met uitbreiding van de praktijk tot kinderen, via haar “kinderdoop”.
De meeste Christenen hebben echter grote moeite om vanuit de Bijbel uit te leggen wat het betekent om “wedergeboren” of “geboren uit God” te zijn. Er bestaat inderdaad grote verwarring over dit onderwerp.
De Bijbel is echter duidelijk. In Johannes 3:2-12 onderwees Jezus dat, om “wedergeboren’ te zijn, het letterlijk betekent: geboren te worden uit geest – om een geestelijk wezen te worden.
Zoals wij zullen zien laten andere passages zien dat deze “nieuwe geboorte” tot geestelijk leven zal plaatsvinden bij de eerste opstanding als Christus terugkomt.
Volgens de Bijbel is Jezus Zelf de eerstgeborene uit de doden.
Niemand anders is uit de dood verrezen tot eeuwig leven – niemand anders is “wedergeboren” of “uit God geboren”.
Oorsprong van de wedergeboorte leerstelling
De Heidense oorsprong van de populaire “wedergeboren” leerstelling.
Het kan voor velen als een verrassing komen, dat het denkbeeld van een “tweede geboorte” als een religieuze praktijk niet uniek is voor het Christendom. In feite is het concept heel oud.
In zijn baanbrekend boek, The Two Babylons – [De Twee Babylons], laat Alexander Hislop overtuigend zien dat Heidense religies, die hun wortels in het oude Babylon hadden een geloof en gebruik hadden van “wedergeboren” of “tweemaal geboren” zijn.
Bijvoorbeeld, Hislop schreef: “De Brahmanen maakten er hun kenmerkende trots van dat zij “tweemaal geboren” personen zijn en dat zij zodoende zeker waren van eeuwig geluk.
Hetzelfde nu was het geval in het [oude] Babylon en daar werd de nieuwe geboorte geschonken door de doop. In de Chaldese [Babylonische] mysteries werd, voordat welk onderricht dan ook kon worden ontvangen, allereerst vereist dat de persoon, die als lid opgenomen werd [in de mysteries van de religie] onderworpen moest worden aan de doop [als een] teken van blinde en onvoorwaardelijke gehoorzaamheid”. (The Two Babylons pag. 132, nadruk toegevoegd)
Merkt U op dat de Heidense lering van “wedergeboren” of “tweemaal geboren” zijn, niets te maken had met uit de dood verrezen worden en dat het in verband gebracht werd met het ritueel van de doop.
Oorsprong van de wedergeboorte leerstelling
Maar hoe kwam deze valse lering in het traditionele Christendom?
Valse leraren en afval
Jezus Christus waarschuwde de Apostelen en gelovigen herhaaldelijk voor valse Christenen, valse Apostelen en valse leraren, die zouden komen en die, indien mogelijk de uitverkorenen zouden misleiden. (Matteüs 24:5, 11, 15, 24; zie de parallelle verslagen in Markus 13 en Lucas 21)
De Apostelen waarschuwden evenzo de broeders om op hun hoede te zijn tegen valse Apostelen en leraren. (2 Korintiërs 4; 11; 1 en 2 Timoteüs; Titus 1; 2 Petrus 2; 1,2 en 3 Johannes; Judas; Openbaring 2,3,13 en 17)
Het Nieuwe Testament is vol van waarschuwingen tegen valse Apostelen en leraren. Die in “schaapskleding” zouden komen, maar inwendig “vraatzuchtige wolven” zouden zijn. En die de waarheid trachten te verdraaien en te vernietigen.
De Apostel Paulus waarschuwde de Thessalonicenzen dat dit afvallige religieuze systeem, dat hij “het geheimenis der wetteloosheid” noemde (2 Thessalonicenzen 1-12), de Kerk begon binnen te dringen. Hij waarschuwde, “laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid [de uiteindelijke antichrist] zich openbaren, de zoon des verderfs …..Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking”. (2 Thessalonicenzen 3, 7)
Oorsprong van de wedergeboorte leerstelling
Het kan voor velen als een verrassing komen, dat het denkbeeld van een “tweede geboorte” als een religieuze praktijk niet uniek is voor het Christendom. In feite is het concept heel oud.
In zijn baanbrekend boek, The Two Babylons – [De Twee Babylons], laat Alexander Hislop overtuigend zien dat Heidense religies, die hun wortels in het oude Babylon hadden een geloof en gebruik hadden van “wedergeboren” of “tweemaal geboren” zijn.
Bijvoorbeeld, Hislop schreef: “De Brahmanen maakten er hun kenmerkende trots van dat zij “tweemaal geboren” personen zijn en dat zij zodoende zeker waren van eeuwig geluk.
Hetzelfde nu was het geval in het [oude] Babylon en daar werd de nieuwe geboorte geschonken door de doop. In de Chaldese [Babylonische] mysteries werd, voordat welk onderricht dan ook kon worden ontvangen, allereerst vereist dat de persoon, die als lid opgenomen werd [in de mysteries van de religie] onderworpen moest worden aan de doop [als een] teken van blinde en onvoorwaardelijke gehoorzaamheid”. (The Two Babylons pag. 132, nadruk toegevoegd)
Merkt U op dat de Heidense lering van “wedergeboren” of “tweemaal geboren” zijn, niets te maken had met uit de dood verrezen worden en dat het in verband gebracht werd met het ritueel van de doop.
Intussen heeft deze “mysterie religie”, die gevormd is naar de oude Babylonische “mysteries” zich ontwikkeld tot een groot afvallig “Christendom” – die door Christus in de Bijbel werd geïdentificeerd als “het grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde”. (Openbaring 17:5)
Oorsprong van de wedergeboorte leerstelling
De vroegere leiders van dit religieuze systeem stelden talloze valse leerstellingen in. Daarbij ook de leerstelling dat men is “wedergeboren” bij bekering. (of, in Protestantse termen, als men “Jezus heeft aangenomen”)
Net zoals in het oude Babylon is deze “nieuwe geboorte” nauw betrokken met de doop. Maar heeft niets te maken met de opstanding uit de dood tot geestelijk leven.
Gecombineerd met deze doctrinaire dwaling is het onbijbelse geloof, dat de mens een onsterfelijke ziel heeft. Terwijl zij de waarheid van de opstanding afwijzen namen de valse leraren deze leerstelling van de onsterfelijke ziel over van de Babylonische “mysteries”.
Tot op heden worden de meeste mensen binnen het Christendom geleerd, dat de ziel na de dood naar de hemel gaat door het doen van het goede of naar het vagevuur of de hel door het begaan van diverse maten van het kwaad.
De Bijbel onderwijst echter geen onsterfelijkheid van de ziel
De Bijbel onderwijst echter geen onsterfelijkheid van de ziel; integendeel, hij openbaart, “de ziel die zondigt, die zal sterven”. (Ezechiël 18:4, 20)
De Bijbel onderwijst evenmin dat wanneer iemand sterft, de ziel naar de hemel of de hel gaat. Integendeel de Bijbel laat duidelijk zien dat wanneer iemand sterft, hij of zij wacht op de opstanding uit de doden. Zowel van de rechtvaardigen als van de zondaars.
(Daniël 12:2; Johannes 5:25-29; 1 Korintiërs 15; Openbaring 20:14-15; 21:8)
De Apostelen waren er getuigen van, dat Jezus Christus uit de doden was opgestaan, een feit dat voor een Christen belangrijk is – te worden opgewekt uit de doden. (Romeinen 8:11)
Oorsprong van de wedergeboorte leerstelling
Het geloof in de onsterfelijkheid van de ziel voedde de leerstelling van de kinderdoop. Want als een kind stierf, wat zou dan met de ziel gebeuren?
Dit geloof verplichtte daarom de doop of het dopen om de “smet van de erfzonde” te verwijderen. Zodat de ziel van het kind, wanneer het stierf naar de hemel zou gaan. Als het kind tot volwassenheid opgroeide waren behoud en hemel verzekerd.
Deze doop was ook het ritueel, waarbij het kind was “wedergeboren” uit het water en laat een grove, onjuiste toepassing zien van Johannes 3:1-21.
Er bestaat geen bijbels voorbeeld van het dopen van zuigelingen of kinderen. Jezus Zelf was niet gedoopt voordat Hij dertig jaar oud was.
Uit The Oxford Dictionary of the Christian Church – [Het Oxford Woordenboek van de Christelijke Kerk] – is de volgende aantekening van kinderdoop: “Alhoewel de doop vanaf het begin het algemene middel was om de Christelijke gemeenschap binnen te gaan, bevat het Nieuwe Testament geen specifiek gezag voor haar beleid ten opzichte van zuigelingen. Maar door een traditie, die tenminste teruggaat tot de derde eeuw en vrijwel algemeen tot aan de Reformatie, werden kinderen, die geboren werden bij Christelijke ouders gedoopt op vroege leeftijd.
In de 16e eeuw werd deze praktijk (pseudo-doop) door de Anabaptisten verworpen. En sinds de vroege 17e eeuw ook door de Baptisten. Later ook door de kerk “de discipelen van Christus”. (Kinderdoop)
Het Katholieke sacrament van de kinderdoop ontwikkelde zich tot een religieus “werk”. Maar werd door de Protestanten verworpen tijdens de Reformatie.
Vervolgens ontwikkelde het Protestantisme een enigszins andere leerstelling wat betreft het “wedergeboren” zijn. Dit was gebaseerd op een ”geen werken” vervorming van genade. Dat in wezen leert: alles wat men te doen heeft is “Christus te belijden” en dan zijn zij “wedergeboren”. 294
Oorsprong van de wedergeboorte leerstelling
Aanhalingen van de vroege Latijnse kerkvaders
Vroege Latijnse kerkvaders namen het Babylonische denkbeeld aan dat men “wedergeboren is” door de doop. En verwierpen de bijbelse leerstelling dat wedergeboren zijn gebeurt bij de opstanding uit de dood. Zij aanvaarden de Heidense lering van de onsterfelijkheid van de ziel.
De volgende verklaringen openbaren dat deze valse leerstellingen meteen na het einde van de apostolische eeuw werden geformaliseerd.
Martelaar St. Justin onderwees dat Christelijke bekeerlingen “geleid moeten worden door ons naar een plaats waar water is; en daar zijn zij wedergeboren op dezelfde manier van herleving, waarin wij zelf werden wedergeboren”. (The First Apology 61)
St. Irenaeus onderwees dat Christenen “zuiver gemaakt worden – door middel van geheiligd water en de aanroeping van de Heer – van [hun] oude overtredingen en geestelijk herleefd zijn als nieuwgeboren baby’s …..(Fragment 34)
Clement schreef dat, Christenen in dit leven “herleefd” en “wedergeboren zijn uit het water”. (Recognitions 6:9)
Uit deze aanhalingen is het duidelijk dat de vroege kerkvaders dachten, dat “wedergeboren zijn” een religieuze “ervaring” was. Die nauw verbonden was met de doopceremonie.
Oorsprong van de wedergeboorte leerstelling
De Latijnse Vulgaat
Één van de factoren, die heeft bijgedragen aan het vervagen van de ware betekenis van de uitdrukking “wedergeboren” is de onjuiste vertaling van Johannes 3:5 in de Latijnse Vulgaat.
Oorspronkelijk vertaald door Jerome in 383 n. Chr., voegde de Vulgaat in vers 5 het woord “weder” toe, waardoor men las “weder geboren uit water”. Geen enkel Grieks manuscript heeft het woord “weder” echter toegevoegd aan de uitdrukking “geboren uit water”.
In tegenstelling daarmee is de Latijnse vertaling van Erasmus uit het Grieks correct. In vers 5 vertaalde hij het Grieks als “geboren uit water”, zonder het woord “weder”.
Het is hoogst waarschijnlijk, dat de Latijnse kerkvaders – zoals bovengenoemde – beïnvloed waren door een vroege pre-Vulgaat vertaling van de Bijbel. Deze vertaling bevatte een onbetrouwbare weergave van Johannes 3:5. De foutieve vertaling is een deel van de Latijnse Vulgaat gebleven. En is de basis van het Katholieke “sacrament van de doop”. Voornamelijk gegeven aan zuigelingen en jonge kinderen.
De bijbelse wetenschapper William Tyndale, die als eerste het Nieuwe Testament vertaalde van het Grieks naar het Engels, vertaalde Johannes 3:3-5 correct.
In andere geschriften onderwees hij echter dat, wanneer iemand bekeerd is en Gods Heilige Geest ontvangt, die persoon reeds “wedergeboren” is.
Het is waarschijnlijk, dat de theologie van Tyndale bijgedragen heeft aan de Protestantse leerstelling van “wedergeboren”.
Meer uitleg vindt u hier:
- De bijbelse betekenis van “wedergeboren”
- Wat betekent uit Geest geboren zijn
- Wanneer is iemand werkelijk wedergeboren?
- Christus is de Eerstgeborene uit de dood
- Ware Christenen als eerstelingen van God
- De terugkomst van Jezus Christus en de opstanding
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling © 2010 Stichting HSV’][Nadruk van ons]
Bron: CBCG: P – What Does It Mean to Be “Born Again”? (A Faithful Version)