Het Oude en het Nieuwe Verbond
Het Oude en het nieuwe verbond
Een vergelijking tussen het Oude en het nieuwe verbond
OV = Oude Verbond
NV = Nieuwe Verbond
1) OV Een fysiek verbond gebaseerd op fysieke beloften.
Ex. 19:5-6; Deut. 28
1) NV Een geestelijk verbond gebaseerd op geestelijke beloften en eeuwig leven.
Joh. 3:16; Hebr. 8:6; 9:15; Rom. 8; Lukas 18:29-30
2) OV Had fysieke besnijdenis.
Gen. 17:9; Ex. 12:48; Joh. 7:22
2) NV Had Bekering en besnijdenis van het hart door de doop.
Hand. 2:38; 3:19; Rom. 2:25-29; Fil. 3:3; Jer. 4:4; Kol. 2:11-13
3) OV De mensen hadden niet Gods Heilige Geest. Zij moesten gehoorzamen naar de letter van de wet
Rom. 7:6; Hebr. 8:7-9
3) NV De mensen krijgen Gods Heilige Geest en moeten gehoorzamen naar de geest van de wet.
Rom. 7:6; Hebr. 8:10-12; 10:16; Matt. 5:21-48; 6:1-34; Hand. 2:38; Rom. 8:9-10; Gal. 2:20
4) OV Als in de letter van de wet werd gehoorzaamd kon men in de gemeenschap leven en vereren bij het aardse tabernakel
Hebr. 9:13; Gal. 3:12; Lev. 18:5; 2 Kor. 3:16
4) NV Geloven in Christus en gehoorzamen in de geest van de wet; hebben rechtstreeks toegang om God de Vader te vereren in de hemel, door Jezus Christus.
Joh. 4:23-24; 16:23-27; Hebr. 6:20; 10:23; Rom. 8:9-39; Ef. 2:18-22; 2 Kor. 3:6
5) OV Hadden werken van de wet, offeranden en dierenoffers, geloften, wassingen.
Lev. 1-7
5) NV Hebben het offer van Jezus Christus, vruchten van Gods Heilige Geest; gebed en goede werken.
Hebr. 9:10; Hebr. 10:12; Gal. 5:22-24; Ef. 2:10; Rom. 12:1-2; Openb. 8:3-5; Hebr. 13:15; Matt. 19:17; Mark 15:15-18
6) OV Wanneer de wet werd overtreden; fysieke verzoening voor bepaalde zonden, doodstraf voor andere.
Hebr. 9:7-10; 2 Kor. 3
6) NV Als de wet wordt overtreden; vergeving na bekering; tweede dood voor de onvergeeflijke zonde.
Hebr. 8:5; 9:1-5; 9:2-28; 10:16-31; Openb. 20:14-15; 21:8; 2 Kor. 3
7) OV Had fysieke verordeningen van goddelijke diensten en een aards heiligdom.
Hebr. 9:1-5
7) NV Heeft feitelijk goddelijke diensten en een hemels heiligdom.
Heb. 8:5; 9:1-5, 24-28; 10:16-31; Openb. 8:3-4
8) OV Bij het instellen van het Oude Verbond en het aardse tabernakel werd bloed van dieren gebruikt voor de inwijding.
Hebr. 9:18-23; Exod. 24:3-8; 40:1-38
8) NV Bij het instellen van het Nieuwe Verbond en het hemelse tabernakel werd met het bloed van Jezus Christus ingewijd.
Luk. 22:19-22; 1 Kor. 11:23-32; Hebr. 9:14-28; 10:5-14
9) OV Zonen van Aaron – hogepriesters van een aards tabernakel.
Hebr. 8:3-5; Exod. 28:1
9) NV Christus is voor eeuwig Hogepriester van een hemels tabernakel.
Hebr. 4:14-16; 5:1-9; 7:17; 8:1-2; 9:11
10) OV Priesters offerden dierenoffers voor fysieke rechtvaardiging aan het aards tabernakel en reiniging van het vlees; de hogepriester ging eens per jaar het heilige der heiligen binnen.
Hebr. 5:1-3; 9:1-13
10) NV Christus offerde Zich eenmaal als het offer voor de zonden van de wereld en rechtvaardiging is nu tot God in het hemelse tabernakel voor allen, die zich bekeren en gedoopt zijn.
Hebr. 7:25-27; 9:23-28; Hand. 11:18; Gal. 2:20; Rom. 3:24-25.
11) OV Geen rechtstreekse toegang tot God de Vader.
Hebr. 9:6-8; 10:19
11) NV Rechtstreekse toegang tot God de Vader door Christus.
Matt. 27:51; Hebr. 4:14-16; 7:25-27; Joh. 16; Gal. 4:6-7; Rom. 8:15; Ef. 2:18.
Het Oude en het nieuwe verbond
12) OV Kan een persoon niet perfect maken met betrekking tot het geweten.
Hebr. 9:9; 10:4, 11
12) NV Vergeeft zonde geestelijk en zuivert het geweten door de kracht van Gods Heilige Geest tot perfectie.
Hebr. 10:14-17; 2 Kor. 3:9; Kol. 1:27; Fil. 2:5; 3:9-17; Mat. 5:48; Ef. 4.
13) OV Slachtoffers en offergaven waren niet meer van kracht toen het nieuwe geestelijke voorschrift werd ingesteld door Jezus Christus.
Hebr. 9:9-10
13) NV Het enige ultieme offer van Christus geldt voor alle mannen en vrouwen, die het aanvaarden, vanaf de tijd van Adam tot het einde van de mensheid.
Hebr. 10:10-14
Het Oude en het nieuwe verbond
14) OV Was niet meer van kracht na de dood van Jezus Christus.
Hebr. 8:13; 10:9; Mat. 27:51
14) NV Ingesteld na de dood, opstanding en hemelvaart van Christus naar de troon van God de Vader.
Hebr. 8:13; Mat. 27:51
Bron: Appendix I – A Comparison between the Old and New Covenants