Vruchten van wijsheid en van ongerechtigheid
Spreuken 15: Vruchten van wijsheid en van ongerechtigheid
Spreuken 15:1 Een zacht antwoord keert de grimmigheid af, maar een krenkend woord wekt de toorn op.
De onnadenkende dingen die we zeggen maken het leven voor iedereen moeilijker. Als we kritiek moeten leveren is er een manier om dat te doen waarbij we denken aan het goede van de ander.
- Met de tong delen we met anderen wie we zijn.
- Met de tong kunnen we leugens uitbrengen, haat of moed tonen, vertroostende en genezende woorden spreken.
- De tong laat zien wat er in ons hart zit.
- En wat we zeggen zal zijn invloed hebben op onze relaties met anderen, ten goede of ten kwade.
Eén van de eisen voor gebed is: zeg wat je bedoelt en bedoel wat je zegt. Als we dit principe overdragen op God, zien we dat ieder Woord van God betekenis heeft (Mattheüs 4:4).
Spreuken 15:23 Iemand heeft vreugde, als hij een gepast antwoord geeft, en hoe goed is een woord op zijn tijd!
- De tong behoort morele kwaliteiten te bezitten en een instrument van liefde te zijn.
We moeten niet impulsief spreken, of elke gedachte uiten die in ons opkomt. De voorwaarde waaraan moet worden voldaan, zelfs als het kritiek betreft, is: zal het opbouwend zijn voor de hoorder.
Roddel is duidelijk verkeerd – dat is boosaardig.
Alcohol en de tong gaan niet samen.
1 Johannes 3:18 Kinderkens, laten wij liefhebben niet met het woord of met de tong, maar met de daad en in waarheid.
Job 20:12 Al moge het kwaad zoet zijn in zijn mond, al moge hij het verbergen onder zijn tong,
Het beeld hier is dat van een onbeschaafd iemand die een lekkernij in zijn mond laat rondgaan om er het meeste van te kunnen genieten. Dit is ook het beeld van genieten van wraakgierigheid of van vrouwen die roddel aan elkaar overdragen, elkaar het laatste nieuwtje vertellen.
In Psalm 10:7 en 66:17 betekent onder de tong echter gereed om te uiten, terwijl in Hooglied 4:11 met honig en melk is onder uw tong het genoegen van een liefkozing wordt beschreven.
Hoe moeten we binnen het huwelijk met elkaar praten?
Het was Gods bedoeling dat het huwelijk een zegen is om gezamenlijk van het leven te genieten.
Spreuken 5:18 Uw bron zij gezegend, verheug u over de vrouw uwer jeugd:
Spreuken 19:14 Huis en have is een erfdeel der vaderen, maar een verstandige vrouw is van de HERE.
Het kan zijn dat we onze rijkdom van onze fysieke ouders ontvangen, maar een verstandige vrouw is van de Heer.
Spreuken 25:24 Beter te wonen op een hoek van het dak dan met een twistzieke vrouw in een gemeenschappelijke woning.
Praat niet langer met een vittende vrouw die alleen maar seconden, minuten, uren, dagen, ja, jaren van je leven zal verspillen. Verspilde tijd die gebruikt had moeten worden ons te richten op de voorbereiding om een zoon of dochter van God te worden. Een strijd om wie de baas is is een verloren zaak, omdat God deze vraag reeds heeft beantwoord.
God geeft ons de volgende richtlijnen voor het spreken met en luisteren naar de woorden van anderen.
Efeziërs 4:29-32 Geen liederlijk woord kome uit uw mond, maar als gij een goed woord hebt, tot opbouw, waar dit nuttig is, opdat zij, die het horen, genade ontvangen. En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing. Alle bitterheid, gramschap, toorn, getier en gevloek worde uit uw midden gebannen, evenals alle kwaadaardigheid. Maar weest jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander vergevend, zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft.
Spreuken 15:2 De tong der wijzen brengt degelijke kennis voort, maar de mond der zotten stort dwaasheid uit.
De tong van de wijze is een gave van genade die Gods waarheid in wijsheid gebruikt.
De antithese daarvan is: De mond van een dwaas spreekt dwaasheid: dingen die niet waar zijn; dingen die buiten Gods plan en doel met ons leven staan.
Dwaas (nabal) betekent zinloos, slecht, boosaardig. Dwaasheid haat de waarheid, verbergt de waarheid; houdt van argumenteren en vechten; is arrogant. Een dwaas leert niet en stelt zijn vertrouwen op dingen die hem zullen vernietigen. Een dwaas hecht alleen maar waarde aan sensuele genoegens.
Als we willen weten of iemand dwaas is hoeven we alleen maar naar hem te luisteren.
Judas 16-17 Dit zijn de morrenden, mokkend om hun lot, wandelende naar hun begeerten, maar hun mond spreekt hoogdravend, als zij om des voordeels wil de mensen in hun gezicht vleien. Gij echter, geliefden, herinnert u de woorden, die voor dezen gesproken zijn door de apostelen van onze Here Jezus Christus,
Psalm 75:8 Want in des HEREN hand is een beker en de wijn bruist daarin, overvloedig gemengd; Hij schenkt daaruit tot de droesem toe, alle goddelozen op aarde moeten hem slorpende drinken.
God ziet de verschillen; Hij bekommert Zich over de onderdrukking van de armen en trekt Zich de wreedheid van de goddelozen aan; het zit niet in Zijn natuur om passief toe te kijken. De namen van God: El Shaddai, Heer, laten zien dat Zijn aandacht gericht is op het geestelijke werk dat Hij in de mens doet. God laat zien dat Hij alwetend, alomtegenwoordig en almachtig is.
Spreuken 15:3 De ogen des HEREN zijn aan alle plaatsen, opmerkzaam acht gevend op kwaden en goeden.
Job leerde dat God niet was weggegaan, maar dat Hij betrokken was bij de levens van Zijn schepping.
1 Petrus 3:12 want de ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen, en zijn oren tot hun smeking, maar het aangezicht des Heren is tegen hen, die het kwade doen.
God is geen afwezige. Zo van: Ik trek Mij nergens iets van aan.
Psalm 33:14 uit zijn woonplaats ziet Hij naar alle bewoners der aarde,
Psalm 47:3 Want de HERE, de Allerhoogste, is geducht, een groot Koning over de ganse aarde.
Spreuken 15:4 Zachtheid van tong is een boom des levens, maar valsheid in haar is een verderf in de geest.
De boom des levens stelt eeuwig leven voor.
God weet heel wat over ons door wat we zeggen.
Met de mond kunnen wij:
- de waarheden Gods onderscheiden,
- over Zijn naam mediteren,
- de geestelijke problemen van onze broeders en zusters oplossen,
- het Evangelie van genade verkondigen.
Als ons spreken verdorven is verliezen we het contact met Gods Geest. Bijvoorbeeld God vertelt geen schuine moppen.
Maleachi 3:16 Dan spreken zij die de HERE vrezen, onder elkander, ieder tot zijn naaste: De HERE bemerkte het toch en hoorde het en er werd een gedenkboek voor zijn aangezicht geschreven, ten goede van hen die de HERE vrezen en zijn naam in ere houden.
Zij denken en spreken over dingen die ertoe doen.
1 Timotheüs 4:7 maar wees afkerig van onheilige oudevrouwenpraat. Oefen u in de godsvrucht.
Laten we ons denken op een hoger niveau brengen. Als we met God verbonden zijn denken we altijd op een positieve, opbouwende manier.
Als we alleen maar leven voor dit leven, dan begint – hoe ouder we worden – een gevoel van hopeloosheid en droefheid ons met wereldlijk verdriet te vervullen.
Spreuken 15:5 De dwaas versmaadt de tucht van zijn vader, maar wie de terechtwijzing ter harte neemt, is verstandig.
Alleen een dwaas veracht het advies van hen die veel wijzer en toegewijd aan ons welzijn zijn. Het komt er altijd op neer of iemand God liefheeft of haat.
Jesaja 41:26 Wie heeft het van de aanvang af bekendgemaakt, zodat wij het weten? En tevoren, zodat wij moeten zeggen: Hij heeft gelijk? Neen, niemand heeft het bekendgemaakt, niemand heeft het doen horen, niemand heeft U daarover horen spreken.
Spreuken 15:6 In het huis van de rechtvaardige is een grote schat, maar het gewin van de goddeloze brengt vernieling.
Het soort rijkdom dat de goddeloze verzamelt, is gebaseerd op het lijden en de opoffering van anderen. Een goed voorbeeld hiervan is het oplichten van een verzekering
Mattheüs 6:19-21 Verzamelt u geen schatten op aarde, waar mot en roest ze ontoonbaar maakt en waar dieven inbreken en stelen; maar verzamelt u schatten in de hemel, waar noch mot noch roest ze ontoonbaar maakt en waar geen dieven inbreken of stelen. Want, waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.
De antithese is dat de rechtvaardigen een juiste relatie hebben met geld, doordat ze zien dat ze het uit Gods hand ontvangen, en er tevreden mee zijn, evenals de apostel Paulus wist hoe zich in voorspoed en in tegenspoed te gedragen. De rechtvaardigen leven niet voor geld of enig fysiek iets in dit leven omdat het niet blijvend is. Hun rijkdom en hoop is God.
We worden gewaarschuwd:
Deuteronomium 8:17-18 Zeg dan niet bij uzelf: mijn kracht en de sterkte mijner hand heeft mij dit vermogen verworven. Maar gij zult aan de HERE, uw God, denken, want Hij is het, die u kracht geeft om vermogen te verwerven, …
Spreuken 15:7 De lippen der wijzen strooien kennis uit, maar het hart der dwazen is niet recht.
Als we een leidende functie bekleden in het gezin, in de kerk, in een bedrijf dan geven we eer en heerlijkheid aan God de Vader en Christus.
1 Petrus 3:15 Maar heiligt de Christus in uw harten als Here, altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is, doch met zachtmoedigheid en vreze,
Spreuken 15:8 Het offer der goddelozen is de HERE een gruwel, maar aan het gebed der oprechten heeft Hij welgevallen.
God verheugt Zich echt iedere keer dat we ons als Zijn zoon of dochter gedragen in de manier waarop we rekening houden met anderen. Als we tot Hem naderen om hulp te vragen, gaan we vanwege onze groeiende relatie met Hem in geloof meer begrip krijgen van Zijn natuur. God verheugt Zich erin als we Hem als een letterlijke Vader zien.
Titus 1:14 en niet het oor lenen aan Joodse verdichtsels en geboden van mensen, die zich van de waarheid afkeren.
Mattheüs 23:28-33 Zo ook gij, van buiten schijnt gij de mensen wel rechtvaardig, doch van binnen zijt gij vol huichelarij en wetsverachting. Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want gij bouwt de grafsteden der profeten en verfraait de gedenktekenen der rechtvaardigen, en gij zegt: Indien wij geleefd hadden in de dagen onzer vaderen, zouden wij met hen geen gemene zaak gemaakt hebben ten opzichte van het bloed der profeten. Gij getuigt dus van uzelf, dat gij zonen zijt van de moordenaars der profeten. Maakt ook gij de maat uwer vaderen vol! Slangen, adderengebroed, hoe zult gij ontkomen aan het oordeel der hel?
Spreuken 15:9 De weg van de goddeloze is de HERE een gruwel, maar wie gerechtigheid najaagt, heeft Hij lief.
Hier wordt het leven voor Gods plan en doel gesteld tegenover een zelfzuchtig leven voor je eigen verlangens en hedonistische begeerten.
Spreuken 15:10 Gestrenge tuchtiging treft hem die het rechte pad verlaat; wie terechtwijzing haat, zal sterven.
In het leven van koppige mensen zijn veel dingen verkeerd gegaan waardoor ze een hogere pijngrens hebben en daarom moeten ze zwaarder gestraft worden om hun te laten inzien dat hun benadering van het leven niet werkt.
De uiteindelijke straf is de eeuwige dood. Het is heel wat anders om fysiek te sterven dan om voor alle eeuwigheden dood te zijn – dat lijkt op de duisternis van de hemelen.
2 Kronieken 33:21-23 Amon was tweeëntwintig jaar oud, toen hij koning werd, en hij regeerde twee jaar te Jeruzalem. Hij deed wat kwaad is in de ogen des HEREN, evenals zijn vader Manasse gedaan had; Amon offerde aan al de beelden, die zijn vader Manasse gemaakt had, en diende ze. Maar hij verootmoedigde zich niet voor het aangezicht des HEREN, zoals zijn vader Manasse zich verootmoedigd had, doch hij, Amon, maakte zijn schuld steeds groter.
Spreuken 15:11 Dodenrijk en verderf liggen open voor de HERE, hoeveel te meer de harten der mensenkinderen!
Er is verschil tussen de plaats van het dodenrijk en de plaats van het eeuwige oordeel.
De Amplified Bible vertaalt dit vers als volgt: Sheol (de plaats van de doden) en Abaddon (de afgrond, de laatste verblijfplaats van de aanklager Satan) liggen open voor de HERE – hoeveel temeer de harten van de mensenkinderen?
Het staat vast dat er een oordeel zal plaatsvinden. Hoeveel te meer geldt dat voor de vleselijk gerichte mensen van wie God ook elke gedachte (de harten) kan lezen.
Als we niet volharden heeft Hij geen andere relatie met ons dan met een kapot product op de lopende band, een doorgeroeste auto rijp voor de sloop, een afgedankte, gebroken pot.
Als we niet volharden zullen we sterven als een vreemdeling voor God; ja, waarom zou God rouw bedrijven over ons als we Hem nooit enig respect hebben betoond?
Spreuken 15:12 De spotter houdt er niet van, dat men hem terechtwijst; tot de wijzen zal hij niet gaan.
Een ongeestelijk denkend iemand kan geen correctie aanvaarden, kan niet luisteren, hij meent alles al te weten en als alles voor hem misloopt is hij te trots om echt hulp te zoeken.
Zulke mensen zijn zelfingenomen, doen zich geheel anders voor dan ze zijn, zijn vervuld van trots en in het geheel niet geschikt om God te dienen.
Wat zien zij dan niet? Alles zal zich weer herhalen. Hun leven zal er nooit op vooruitgaan.
Je kunt van iemands gezicht aflezen wat zijn geestelijke toestand is, net zoals de staart van een hond ons zegt wat er aan de hand is.
Spreuken 15:13 Een blij hart maakt het aangezicht vrolijk, maar door harteleed wordt de geest verslagen.
Toen God ons schiep was het Zijn bedoeling dat we een gelukkig, gebalanceerd leven zouden hebben, wat tot uiting zou komen in de uitdrukking op ons gezicht. Maar als Gods doel in ons leven niet wordt vervuld, dan verdwijnt daarmee ons gelukkig-zijn.
Spreuken 15:14 Het hart van de verstandige zoekt kennis, maar de mond der zotten houdt zich met dwaasheid bezig.
De kennis waarover hier wordt gesproken is de kennis van God, de waarheid van Gods beoogde plan en doel.
Als we eenmaal een voorproefje krijgen van Gods goedheid is het normaal om intens naar meer te verlangen. Hoe wonderbaarlijk is het te weten hoe groot Gods liefde voor ons is en hoe graag Hij ons wil vergeven; wat Hij met ons voorheeft is niet gemakkelijk te begrijpen. Welk aspect van God valt niet lief te hebben?
Openbaring 21:7 Wie overwint, zal deze dingen beërven, en Ik zal hem een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn.
De dwaas zal zich niet tegoed doen aan het Woord van God, maar zal elke algemeen aanvaarde benadering van het leven uitproberen om zonder succes de betekenis van het leven te ontdekken. Christenen als de zwakken en de eenvoudigen, hebben reeds geleerd wat het leven niet is.
2 Corinthiërs 7:10-11 Want de droefheid naar Gods wil brengt onberouwelijke inkeer tot heil, maar de droefheid der wereld brengt de dood.
Want zie toch, wat juist deze ervaring van droefheid naar Gods wil u gebracht heeft: welk een ernst, meer nog, verontschuldiging, verontwaardiging, vrees, verlangen, ijver, bestraffing. Gij hebt in allen dele doen blijken, dat gij zuiver stondt in deze zaak.
Spreuken 15:15 Al de dagen van de ellendige zijn boos, maar voor de blijmoedige is het altijd feest.
De feestdagen van God beelden in hoofdlijnen het plan en het doel uit waarvoor wij werden geschapen.
Leviticus 23:40 Op de eerste dag zult gij vruchten van sierlijke bomen nemen, takken van palmen en twijgen van loofbomen en van beekwilgen, en gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht van de HERE, uw God, zeven dagen lang.
Door de feestdagen van God zien we hoe broos en zwak we zijn. Maar de antithese is hoe groot en wonderbaarlijk God is, hoe vervuld met genade en barmhartigheid, als we ons maar tot Hem wenden. Hij zal voor ons zorgen zoals een vader voor een klein kind, veel beter dan welk familielid we ooit maar hebben gehad, zoals een schaapherder zijn leven zal riskeren om een schaap dat in een storm is zoekgeraakt of is aangevallen door een leeuw of een beer.
Openbaring 19:7 Laten wij blijde zijn en vreugde bedrijven en Hem de eer geven, want de bruiloft des Lams is gekomen en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt;
Spreuken 15:16 Beter is een weinig in de vreze des HEREN, dan een grote schat en onrust daarbij.
God weet over welke hulpmiddelen we moeten beschikken om dit leven het meest tot zijn recht te doen komen binnen Zijn doel en plan.
We kunnen proberen om morgen een bank te beroven, maar dan komen we in problemen met God, omdat dat niet Zijn manier van leven vertegenwoordigt.
Een bedrag aan geld, hoe groot ook, veroorzaakt geen geluk.
Spreuken 23:4 Tob u niet af voor rijkdom, zie van uw voornemen af;
Spreuken 15:17 Beter een schotel groente, waar liefde heerst, dan een gemeste os en haat daarbij.
Liefde is het hoofdgerecht op het menu.
Spreuken 23:1-3 Wanneer gij bij een heerser tafelt, bepaal dan uw aandacht alleen bij wat voor u staat, en zet u het mes op de keel, als gij een gulzig mens zijt. Begeer zijn lekkernijen niet, want het is bedrieglijke spijs.
Spreuken 15:18 Een opvliegend mens verwekt twist, maar een lankmoedige doet de strijd bedaren.
Twistzieke mensen veroorzaken voortdurend problemen, waardoor iedereen moe van hen wordt. Niet snel boos worden is een van de karakteristieken waarvan God wil dat die bij ons tot ontwikkeling komen. Iemand die deze karaktertrek heeft sticht vrede door andere mensen te helpen hun problemen op te lossen.
Dat was ook het doel van de 613 wetten van Israël: hen te beschermen zodat ze in de gelegenheid zouden zijn zich te richten op de relatie met God.
Spreuken 15:19 De weg van de luiaard is als een doornhaag, maar het pad der oprechten is welgebaand.
Luiheid is een trek die niet goddelijk is en die tot niets leidt; niemand heeft respect voor iemand die lui is: God niet, eigen familie niet, niemand. De dromen van zo iemand zijn ongefundeerde leugens over dingen waarvan hij wilde dat ze waar zouden zijn, maar het niet zijn.
Daarentegen is iemand die hard werkt op weg om te voorzien in de dromen van al zijn gezinsleden. Hij praat niet over die dromen – hij werkt eraan ze te verwezenlijken. Omdat hij op de juiste weg is, werkt zoals God dat van hem wil, heeft hij geen tijd noch het verlangen om zijn tijd te verspillen met de dwaze dingen die hij vroeger heeft gedaan.
Spreuken 15:20 Een wijs zoon verheugt de vader, maar een dwaas van een mens veracht zijn moeder.
Een vader kan de voortgang van een kind om volwassen te worden en het familiebedrijf over te nemen realistischer evalueren dan de moeder. Een vrouw is emotioneler en zal de ogen sluiten voor veel van de fouten van het kind, maar tenslotte zal dat kind – hoewel zij dat niet wil toegeven en het bederft – haar niet respecteren; ze zal juist de dingen waar ze op hoopt verliezen: de liefde van dat kind. Daarom moet ze – als ze haar kinderen echt liefheeft – nooit te ver afwijken van het oordeel van haar man.
En nu het Schriftgedeelte dat moderne vrouwen haten.
De relatie van de vrouw als hulp voor haar man werd door God opnieuw gedefinieerd, en zij zou dit aan haar dochters moeten onderwijzen:
Genesis 3:16 Tot de vrouw zeide Hij: Ik zal zeer vermeerderen de moeite uwer zwangerschap; met smart zult gij kinderen baren en naar uw man zal uw begeerte uitgaan, en hij zal over u heersen.
Kinderen zullen je pijn doen en je man zal in je levensonderhoud voorzien en je beschermen; luister dus naar hem. Vrouwen die de baas zijn over het gezin zijn een verdraaiing van het huwelijk zoals God het heeft ingesteld en de vruchten daarvan zullen aantonen dat het verkeerd is, voornamelijk tot uiting komend in de kinderen.
Spreuken 15:21 Dwaasheid is vreugde voor de verstandeloze, maar een man van verstand houdt de rechte weg.
Als je van de waarheid kunt wegrennen en ermee wegkomt, dan voel je je daar goed bij. Het probleem is echter dat je er niet mee kunt wegkomen.
Het maakt deel uit van de menselijke natuur dat we ons willen verheugen; de vraag is echter waarin we ons verheugen.
Psalm 16:11 Gij maakt mij het pad des levens bekend; overvloed van vreugde is bij uw aangezicht, liefelijkheid is in uw rechterhand, voor eeuwig.
God is geen asceet, gnosticus, katholiek, mormoon, puritein, mennoniet, …
Als we voorspoed hebben en ons verheugen, dan is het belangrijk dat we dat doen in overeenstemming met de Evangelieboodschap – bedenkend om wat voor soort koninkrijk het gaat.
Waarom moeten we oprecht zijn?
Als kinderen van God moeten we naar het beeld en de gelijkenis van onze Vader zijn.
Psalm 25:8 Goed en waarachtig is de HERE; daarom onderwijst Hij de zondaars aangaande de weg.
Spreuken 15:22 Plannen mislukken bij gebrek aan overleg, maar door de veelheid van raadgevers komt iets tot stand.
Als er geen plan is gaan de dingen verkeerd – dat is net zo als het hebben van een budget maar geen plan betreffende de besteding ervan. Als iedereen zijn input geeft wordt het zicht scherper, omdat God (andere) gaven geeft aan iedereen. God denkt ook vanuit de context van een gezin. Hij wil dat iedereen betrokken is, bijdraagt, groeit en leert van zijn fouten en het daarna beter doet.
Daarom moeten een man en zijn vrouw met elkaar praten en samenwerken als mede-erfgenamen.
Spreuken 15:23 Iemand heeft vreugde, als hij een gepast antwoord geeft, en hoe goed is een woord op zijn tijd!
We spreken wijs als we spreken in overeenstemming met Gods Woord, in overeenstemming met wat mensen moeten horen, niet wat ze willen horen. Elke tijd brengt zijn eigen problemen met zich mee – daarvoor hebben we advies nodig van godvrezende raadgevers.
Jesaja 1:25-27 Ik wil mijn hand tegen u keren en Ik zal uw slakken als met loog uitzuiveren en al uw looddelen verwijderen; uw rechters zal Ik weer maken als weleer en uw raadsheren als in den beginne. Daarna zal men u noemen: stad der gerechtigheid, getrouwe veste. Sion zal door recht verlost worden, en wie daaruit zich bekeren, door gerechtigheid;
Jesaja 30:20-21 De Here heeft u wel brood der benauwdheid en water der verdrukking gegeven, maar uw leraars zullen zich niet meer verbergen, doch uw ogen zullen uw leraars zien; en wanneer gij rechts of wanneer gij links zoudt willen gaan, zullen uw oren achter u het woord horen: Dit is de weg, wandelt daarop.
Spreuken 15:24 Het pad des levens gaat voor de verstandige opwaarts, opdat hij ontwijke het dodenrijk beneden.
Als we ons bekeren hebben we door Gods Geest eeuwig leven in ons.
Johannes 11:25-26 Jezus zeide tot haar: Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven, en een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven; gelooft gij dat?
1 Johannes 3:1 Ziet, welk een liefde ons de Vader heeft gegeven, dat wij kinderen Gods genoemd worden, en wij zijn het ook. Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent.
Spreuken 15:25 Het huis der hoogmoedigen breekt de HERE af, maar Hij maakt de grenspaal der weduwe vast.
Als we trots zijn kunnen we niets leren behalve het versterken van onze eigen domheid.
Psalm 34:19 De HERE is nabij de gebrokenen van hart en Hij verlost de verslagenen van geest.
Jezus stierf voor ons toen we nog zondaars waren. En God maakt Zich drukker om onze houding dan de technische kanten van onze zonden.
Hij wil bekering zodat we door Zijn liefde en vergeving dichter tot Hem kunnen naderen, maar bedenk dat ongeacht wie we zijn, waar we zijn, hoe zelfrechtvaardig we zijn, we allemaal zondaars zijn. Als Jezus Christus niet had gedaan wat Hij heeft gedaan, waren we allemaal dood geweest.
Spreuken 15:26 De plannen van de boze zijn de HERE een gruwel, maar liefelijke woorden zijn rein.
God haat zelfs de gedachten van de goddelozen, laat staan de woorden die uit zijn mond komen.
Spreuken 15:27 Wie hunkert naar onrechtmatige winst, vernielt zijn eigen huis; maar wie geschenken haat, zal leven.
Als we geld liefhebben, zijn we zelfs in staat de keel van familieleden door te snijden.
Een rechtvaardig iemand wil niets vandoen hebben met georganiseerde misdaad. Het aannemen van een steekpenning betekent dat je een leugenaar zult worden.
15:28 Het hart van de rechtvaardige overweegt, wat hij zal antwoorden, maar de mond der goddelozen stort boosheden uit.
Luister naar iemand en we kunnen zeggen of hij geestelijk of ongeestelijk gezind is.
15:29 Ver is de HERE van de goddelozen, maar het gebed der rechtvaardigen hoort Hij.
God snijdt de goddelozen af omdat ze Zijn kinderen niet zijn. Maar Hij luistert als we als Zijn kinderen tot Hem bidden.
Zij die onder genade staan zijn de kinderen van God geworden, ongeacht of ze heiden, Griek, Jood of Israëliet zijn.
Lucas 13:5 Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen.
Spreuken 15:30 Vriendelijk stralende ogen verheugen het hart; een goede tijding verkwikt het gebeente.
Het aangezicht van een rechtvaardig mens straalt.
Als we handelen in overeenstemming met Gods weg zullen we fysiek en geestelijk gezond zijn.
Het vet van het gebeente is het merg dat ons voorziet van ons bloed, dat op zijn beurt ieder deel van het lichaam van voedsel voorziet.
15:31 Het oor, dat luistert naar de terechtwijzing die ten leven is, zal vertoeven te midden der wijzen.
Het accepteren van juiste, positieve correctie is de enige manier om wezenlijke veranderingen in ons leven aan te brengen. Verblijven onder de wijzen is weggelegd voor hen die door genade wijs worden gemaakt. Dan zullen we perfect passen binnen de rest van Gods familie.
Spreuken 15:32 Wie de tucht in de wind slaat, veracht zijn leven; maar wie naar terechtwijzing luistert, verkrijgt verstand.
Als we het niet beter willen doen dan moeten we onszelf wel haten.
De les is dat God wil dat we begrijpen dat iedereen op de een of andere tijd het bij het verkeerde eind heeft; pak dus de problemen aan, breng correcties aan, ontwikkel nieuwe gewoonten en leid een beter leven.
Spreuken 15:33 De vreze des HEREN voedt op tot wijsheid, en ootmoed gaat vooraf aan de eer.
Spreuken 1:7 De vreze des HEREN is het begin der kennis [wijsheid]; …
Nederigheid gaat vooraf aan eer.
Wil God dat we doodsbang voor Hem zijn?
1 Johannes 4:18-19 Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit; want de vrees houdt verband met straf en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde. Wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.
Mattheüs 11:29-30 neemt mijn juk op u en leert van Mij. Want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is zacht en mijn last is licht.
Het woord “vrees” in de Bijbel heeft een ruime betekenis.
De betekenis hangt af van de context waarbinnen het in relatie met God wordt gebruikt. Het kan betekenen vrees, doodsangst, eerbied, respect, ontzag, liefde.
Als onze relatie met God hechter wordt verandert onze vrees van een wereldlijke vrees in een geestelijke vrees.
De vijanden van God zullen uiteindelijk verliezen en alle reden hebben doodsbang te zijn.
Hebreeën 10:31 Vreselijk is het, te vallen in de handen van de levende God!
Openbaring 21:7-8 Wie overwint, zal deze dingen beërven. En Ik zal hem een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn.
Maar de lafhartigen, de ongelovigen, de verfoeilijken, de moordenaars, de hoereerders, de tovenaars, de afgodendienaars, en alle leugenaars; hun deel is in de poel, die brandt van vuur en zwavel: dit is de tweede dood.
Wordt vervolgd met: Spreuken 16
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling © 2010 Stichting HSV’][Nadruk van ons]
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBG-vertaling 1951][Nadruk van ons]