Wijsheid in het menselijk leven
Spreuken 14: Wijsheid in het menselijk leven
Spreuken 14:1 De wijsheid der vrouwen bouwt haar huis, maar de dwaasheid breekt het af met haar eigen handen.
- Waar gaat het hier over?
Er zijn geen handelingen zonder gevolgen. Ieder ijdel woord zal op ons terugslaan.
Dit is een eenvoudige uitspraak die waar is. Een rechtvaardige vrouw zal haar rol als vrouw en moeder vervullen. Spreuken 31.
Rebekka maakte haar gezin kapot door haar man te bedriegen. De tijd en omstandigheden van haar dood zijn niet vastgelegd, maar er staat dat ze werd begraven in de spelonk van Machpela (Genesis 49:31).
Een wijze vrouw erkent dat God haar rol als vrouw definieert, NIET deze maatschappij of het voorbeeld in haar familie, of haar eigen natuur of trots.
De voornaamste taak van dienen voor haar is:
- haar man een godvruchtiger man te doen zijn.
- haar kinderen te onderwijzen.
Ze werd geschapen als geestelijke hulp, een geestelijke medeerfgenaam met haar man, ook haar wordt eeuwig leven aangeboden als een letterlijk lid van Gods familie. Haar relatie met haar man is bedoeld om hem te leren wat zijn relatie met God zou moeten zijn. De Kerk wordt uitgebeeld als een vrouw in haar relatie met Christus.
De initiële introductie van de man in de liefde is door de vrouw en die moet overgebracht worden naar zijn relatie met God. Een vrouw die onafhankelijk is van haar man is een ernstige handicap voor hem, evenals voor het doel waarvoor zij geschapen werd. De Bijbel staat vol met voorbeelden van rechtvaardige vrouwen tot onderwijs evenals van onrechtvaardige vrouwen tot waarschuwing.
- Wordt een vrouw door haar geestelijke rol te vervullen een tweederangs burger?
Haar zijn de gaven van schoonheid, tederheid, hoffelijkheid en gratie gegeven – ze is de heerlijkheid van haar man. Dat betekent dat zij hem motiveert tot zorgen voor, liefhebben en beschermen. Zij houdt de betekenis van geestelijke liefde in haar handen.
De maatschappij leert haar dat de weg naar vervulling verloopt via een weg van onafhankelijk presteren, terwijl er in feite geen grotere dienst bestaat dan het dienen van haar gezin.
De Bijbel leert dat door de hele menselijke beschaving heen is geprobeerd deze godvruchtige, potentiële relatie te belemmeren door de uitersten van het celibaat tot het trouwen met meer dan één vrouw, prostitutie, seksuele wangedrag.
Zonde, zowel in de man als de vrouw, is de universele oorzaak geweest van het degraderen van de vrouw. De hele geschiedenis moet worden geïnterpreteerd vanuit de visie dat de man voortdurend haar talenten, waarde en gerechtvaardigde plaats verkeerd heeft ingeschat.
Vrouw in het Hebreeuws betekent “van de man”. Zij moet niet over de man heersen – dit is een rechtstreeks gebod van God.
Huwelijk komt van Griekse en Hebreeuwse woorden die betekenen “meester” zijn; “nemen”, d.w.z. een vrouw nemen; een vrouw “verheerlijken” of “opheffen”; “contracteren”; “samenwonen”; “de plichten van een broer vervullen”; “worden”, d.w.z. de vrouw van iemand worden.
1 Petrus 3:1-4 Evenzo gij, vrouwen, weest uw mannen onderdanig, opdat, ook indien sommigen aan het woord niet gehoorzaam zijn, zij door de wandel hunner vrouwen zonder woorden gewonnen worden, doordat zij uw reine en godvrezende wandel opmerken.
Uw sieraad zij niet uitwendig: het vlechten van haar, het omhangen van goud of het dragen van gewaden, maar de verborgen mens uws harten, met de onvergankelijke tooi van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is in het oog van God.
Door een zondige maatschappij werd het hebben van bijvrouwen en polygamie gewoon.
Als een vrouw niet godvruchtig is zal alles waarvoor ze werkt eindigen in de vernietiging van haar hele huishouding, inclusief haar huwelijk en haar kinderen.
De eigenzinnige vrouw stelt zich onafhankelijk op ten opzichte van haar man en kinderen. Wat zij wil is belangrijker dan wat goed is voor het gezin.
Degelijk versus eigenzinnig.
Er is slechts één manier waarop de relatie juist werkt en het is de taak van ieder lid van het gezin zijn verantwoordelijkheden in acht te nemen, zoals die door God bij de schepping van de man en de vrouw zijn aangegeven. Het huwelijk, zoals God het in grote lijnen aangeeft, maakt deel uit van Gods wetten.
De vrouw moet voorzien in trouwe ondersteuning van haar man en hem zodoende helpen behoud te verwerven. Zij is een mede-erfgenaam met haar man; zij moet haar gezin versterken door haar intelligentie, schoonheid en vurigheid in religieuze toewijding.
Mattheüs 19:3-6 En er kwamen Farizeeën tot Hem om Hem te verzoeken, en zij zeiden: Is het geoorloofd zijn vrouw weg te zenden om allerlei redenen? Hij antwoordde en zeide: Hebt gij niet gelezen, dat de Schepper hen van den beginne als man en vrouw heeft gemaakt? En Hij zeide: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot één vlees zijn. Zo zijn zij niet meer twee, maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.
Het huwelijk is bedoeld als een heilige relatie die ons belangrijke waarheden leert. Een voorbeeld van het Evangelie.
De huwelijksrelatie wordt gebruikt om de eenheid tussen God en Zijn volk uit te beelden.
Jesaja 54:5-6 Want uw man is uw Maker, HERE der heerscharen is zijn naam; en uw losser is de Heilige Israëls, God der ganse aarde zal Hij genoemd worden. Want als een verlaten en diep bedroefde vrouw heeft u de HERE geroepen, als een vrouw uit de jeugdtijd, nadat zij versmaad werd, zegt uw God.
In het Nieuwe Testament wordt dezelfde beeldspraak gebruikt als uitbeelding van de liefde van Christus voor Zijn heiligen.
Efeziërs 5:25 Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft,
De Kerk van de verlosten is de “Bruid, de vrouw van het Lam” (Openbaring 19:7-9).
Hoe belangrijk is de verantwoordelijkheid van een vrouw?
Het bruiloftsfeest van zeven dagen hangt samen met de voorjaars- en najaarsfeesten en het gehele plan van God.
1 Timotheüs 4:7 maar wees afkerig van onheilige oudevrouwenpraat. Oefen u in de godsvrucht.
1 Timotheüs 3:11 Evenzo moeten hun vrouwen zijn: waardig, geen kwaadspreeksters, nuchter, betrouwbaar in alles.
Spreuken 14:2 Wie in oprechtheid wandelt, vreest de HERE; maar hij wiens wegen verkeerd zijn, veracht Hem.
De antithese van “verachten” is niet vrees maar respect, het waarderen van de kwaliteiten van een ander.
1 Johannes 4:18 Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit; want de vrees houdt verband met straf en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde.
Het kernpunt van onze roeping is niet dat we zondaars zijn. We zijn allemaal zondaars.
Romeinen 3:23 Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods,
Het kernpunt is onze houding van nederigheid, berouw en bekering, afhankelijkheid en liefde voor God, terwijl we nog steeds zondaars zijn.
Lucas 7:47 Daarom zeg Ik u: Haar zonden zijn haar vergeven, al waren zij vele, want zij betoonde veel liefde; maar wie weinig vergeven wordt, die betoont weinig liefde.
Zelfs terwijl we uit de zonde komen wil God een liefdevolle relatie met iedereen van ons.
Respect voor God of Hem haten zal afhankelijk zijn van de manier waarop we ons leven leiden.
Mattheüs 6:24 Niemand kan twee heren dienen, want hij zal of de ene haten en de andere liefhebben, of zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen en Mammon.
Hoe geloofwaardig is het God te haten?
Iemand haten die meer voor ons heeft gedaan dan iemand anders, maakt ons slecht of boosaardig.
Spreuken 14:3 In de mond van de dwaas ligt een roede voor zijn hovaardij, maar de lippen der wijzen bewaren hen.
Een dwaas is vol van zichzelf en spreekt grote verheffende woorden over zichzelf die leugens zijn.
1 Petrus 3:10-12 Want: wie het leven wil liefhebben en goede dagen zien, weerhoude zijn tong van het kwade, en zijn lippen van bedrog te spreken; hij wijke af van het kwade en doe het goede, hij zoeke de vrede en jage die na, want de ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen, en zijn oren tot hun smeking, maar het aangezicht des Heren is tegen hen, die het kwade doen.
Spreuken 14:4 Als er geen runderen zijn, blijft de kribbe leeg, maar door de kracht van de ploegos is er een rijke opbrengst.
Ossen werden ook als vredeoffer gebracht omdat zij een dienstverlenend aspect van het karakter van Christus vertegenwoordigen.
Numeri 7:17 en tot een vredeoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bokken en vijf éénjarige schapen. Dit was de offergave van Nachson, de zoon van Amminadab.
Het hebben van een os was voor een boer noodzakelijk. Je moet geld uitgeven om geld te verdienen. Investeer wijs.
We kunnen hieraan toevoegen dat een os niet getraind hoeft te worden. Op alle grote boerderijen wordt aan ossen de voorkeur gegeven boven paarden. Zij hebben geen last van onbeheerste kuren en zijn sterker.
Spreuken 14:5 Een betrouwbaar getuige liegt niet, maar wie leugens uitblaast, is een vals getuige.
Een integer iemand die erom geeft wat God denkt, zegt de waarheid. Iemand die zelfgericht is zal nooit door God gezegend worden, waardoor hij iemand wordt die zich anders voordoet dan hij is; hij liegt over alle goede dingen waarover hij de beschikking heeft en die hij weet te verwerven. Omdat hij een leugenaar is is het heel gemakkelijk hem door een steekpenning op andere gedachten te brengen.
Spreuken 14:6 Een spotter zoekt naar wijsheid, doch tevergeefs, maar voor de verstandige is kennis gemakkelijk te verkrijgen.
Het laatste deel van het vers slaat op genade die wordt aangeboden.
2 Thessalonicenzen 2:9-12 Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke wonderen, en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden. En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven, opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben, doch een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid.
Zegeningen voortkomen uit genade verschaffen begrip.
Exodus 31:3 en hem vervuld met Gods Geest, met wijsheid, inzicht en kennis, en dat voor allerlei werk, om ontwerpen te bedenken,
Spreuken 14:7 Ga de dwaze man uit de weg, want verstandige lippen bemerkt gij daar niet.
Vertrouw niet op het oordeel van de goddeloze dwaas, opdat we ons karakter niet besmetten en onbestendig worden door verkeerde invloeden.
We hoeven zo’n dwaas niet te bekritiseren of te veroordelen, maar we moeten wel het goddelijke oordeel vellen hem uit de weg te blijven.
2 Timotheüs 2:16 Maar vermijd de onheilige, holle klanken; want zij zullen de goddeloosheid nog verder drijven,
2 Timotheüs 3:5 die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben; houd ook dezen op een afstand.
Spreuken 14:8 De wijsheid van de schrandere is: zijn weg te verstaan, maar de dwaasheid der zotten loopt uit op bedrog.
Een verstandig iemand denkt diep na over de keuzes die hij in het leven moet maken.
De dwaas beweert van alles op de hoogte te zijn, maar het is een leugen.
Deuteronomium 33:29 Welzalig zijt gij, Israël; wie is aan u gelijk? Een volk, verlost door de HERE, die het schild uwer hulp en het zwaard uwer hoogheid is. Daarom zullen uw vijanden veinzen u hulde te brengen, en gij zult op hun hoogten treden.
Spreuken 14:9 Het schuldoffer spot met de dwazen, maar onder oprechten woont Gods welbehagen.
De dwazen geloven niet dat er zonde bestaat.
In de tent van de dwaas is vernietiging, in het huis van de oprechte is Gods genade.
Dwazen treffen geen voorzorgsmaatregelen. De oprechten – mensen die niet zonder zonde zijn, maar eerlijk zijn jegens God, zichzelf en anderen – doen dat wel. God verleent verzoening door Christus’ offer en de oprechten zullen met Christus door Zijn Geest die hun gegeven is, uit de doden worden opgewekt.
Spreuken 14:10 Het hart kent zijn eigen droefheid, en in zijn vreugde kan een vreemde zich niet mengen.
Dit is een antithese van Gods deelhebben aan elk aspect van ons leven – goed en slecht.
We leven in een liefdeloze wereld, verwacht daar niet teveel van. Er zullen weinig mensen zijn die zich zorgen maken als we door beproevingen heengaan. Als we vreugde ervaren zullen ook weinigen daarin delen.
Dit zou ons moeten aansporen om naar God uit te kijken.
Hebreeën 11:37-40 Zij zijn gestenigd, op zware proef gesteld, doormidden gezaagd, met het zwaard vermoord; zij hebben rondgezworven in schapevachten en geitevellen, onder ontbering, verdrukking en mishandeling – de wereld was hunner niet waardig – zij hebben rondgedoold door woestijnen, en gebergten, in spelonken en de holen der aarde. Ook deze allen, hoewel door het geloof een getuigenis aan hen gegeven is, hebben het beloofde niet verkregen, daar God iets beters met ons voor had, zodat zij niet zonder ons tot de volmaaktheid konden komen.
Psalm 5:12-13 Maar verheugen zullen zich allen die bij U schuilen, altoos zullen zij jubelen, daar Gij hen beschermt, en in U zullen juichen wie uw naam liefhebben. Want Gij zegent de rechtvaardige, o HERE, Gij omgeeft hem met welbehagen als met een schild.
Spreuken 14:11 Het huis der goddelozen zal verwoest worden, maar de tent der oprechten zal bloeien.
Wat kan er erger zijn dan slechts tijdelijk over rijkdom te beschikken?
Als we binnen Gods doel blijven zal Hij ons als schepping voltooien. Als we Gods doel verwerpen dan minachten we God. God zal tijd geven om tot bekering te komen, maar zal ons als we daarin volharden op lange termijn niet helpen of aanvaarden.
Spreuken 14:12 Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood.
Dat is het pad naar de boom der kennis van goed en kwaad.
Als we niet uit geloof leven leven we in de misleiding van Satan.
Spreuken 14:13 Ook onder het lachen kan het hart pijn lijden en het einde der vreugde kan kommer zijn.
Aan de buitenkant lachen maar vanbinnen huilen. We kunnen tijdelijk genieten van dit leven, maar als we buiten Gods plan wandelen, dragen we binnen in ons een diepe verdriet met ons mee.
Waarom?
De onbeantwoorde vragen zullen aan het eind van ons leven nog steeds onbeantwoord zijn. Denk aan Salomo’s frustraties in zijn denken.
Lucas 11:34-36 De lamp van het lichaam is uw oog. Indien dan uw oog zuiver is, is ook uw gehele lichaam verlicht, maar wanneer het slecht is, is ook uw lichaam duister. Zie dan toe, dat wat licht in u is niet duisternis zij. Indien dan uw lichaam geheel verlicht en geen deel duister is, zal het geheel verlicht zijn, evenals wanneer de lamp u met haar schijnsel verlicht.
Spreuken 14:14 De afvallige van hart verzadigt zich met zijn wegen; maar een goed man met het zijne.
Als we van God afvallen doen we de dingen niet langer op Gods manier en beginnen we naar onszelf te kijken. Voor een goed mens zal worden gezorgd, omdat hij daarvoor uitkijkt naar God.
Spreuken 14:15 De onverstandige gelooft elk woord, maar de schrandere geeft acht op zijn gang.
Iemand die naïef is slikt alles voor zoete koek waardoor anderen gemakkelijk misbruik van hem kunnen maken. Maar iemand die zijn verstand gebruikt, is voorzichtig in het omgaan met anderen.
Spreuken 14:16 De wijze vreest en wijkt af van het kwaad, maar de dwaas gaat zich te buiten en voelt zich toch veilig.
De wijze laat zich niet verlokken tot dwaze argumenten. De dwaas vecht vol overtuiging over dingen die er in het geheel niet toe doen.
Spreuken 14:17 Wie spoedig toornig is, begaat dwaasheid, en een man met slinkse streken wordt gehaat.
Als je snel boos wordt zul je vaak verkeerd handelen. Mensen met verkeerde bedoelingen worden door iedereen gehaat.
Spreuken 14:18 De onverstandigen krijgen dwaasheid als hun deel, maar de schranderen worden gekroond met kennis. [In veel vertalingen wordt schrander met voorzichtig vertaald.]
Dwaasheid is de enige beloning voor onverstandigen. De voorzichtigen worden beloond met de kennis van Gods bedoelingen om hen tot Zijn kinderen te maken.
Spreuken 14:19 De bozen moeten zich neerbuigen voor de goeden, en de goddelozen bij de poorten van de rechtvaardige.
Openbaring 3:9 Zie, Ik geef sommigen uit de synagoge des satans, van hen, die zeggen, dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar liegen; zie, Ik zal maken, dat zij zullen komen en zich nederwerpen voor uw voeten, en erkennen, dat Ik u heb liefgehad.
Spreuken 14:20 Zelfs door zijn naaste wordt de arme gehaat, maar de vrienden van de rijke zijn vele.
Weinigen van ons worden geliefd omwille van wat we zijn.
Een arme kan ons van niets voorzien; een rijke kan ons van alles voorzien, maar hij zal dat niet doen.
Jacobus 2:5-6 Hoort, mijn geliefde broeders! Heeft God niet de armen naar de wereld uitverkoren om rijk te zijn in het geloof en erfgenamen van het Koninkrijk, dat Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben? Doch gij hebt de arme smadelijk behandeld. Zijn het niet de rijken, die u geweld aandoen en die u voor de rechtbanken slepen?
Spreuken 14: 21 Wie zijn naaste veracht, zondigt; maar welzalig hij, die zich ontfermt over ellendigen.
Iemand haten past niet in het plan en doel van God.
1 Johannes 2:7-11 Geliefden, ik schrijf u geen nieuw gebod, maar een oud gebod, dat gij van den beginne gehad hebt. Dit oude gebod is het woord, dat gij gehoord hebt. Toch schrijf ik u een nieuw gebod, want – wat waarheid is in Hem en in u – de duisternis gaat voorbij en het waarachtige licht schijnt reeds. Wie zegt in het licht te zijn en zijn broeder haat, die is in de duisternis tot nu toe. Wie zijn broeder liefheeft, blijft in het licht en in hem is niets aanstotelijks; maar wie zijn broeder haat, is in de duisternis en wandelt in de duisternis en hij weet niet waar hij heengaat, want de duisternis heeft zijn ogen verblind.
Spreuken 14:22 Zullen de bewerkers van het kwade niet dwalen? Doch liefde en trouw zijn voor de bewerkers van het goede.
Mensen die proberen om het beste van dit leven te maken zijn uitgaande, liefhebbende mensen.
Spreuken 14:23 In alle moeitevolle arbeid zal voordeel zijn, maar het gepraat der lippen leidt enkel tot gebrek.
Zelfs een leerjongen, iemand die stage loopt, krijgt loon als hij hard werkt. Niemand betaalt je als je alleen maar praat.
Spreuken 14:24 De kroon der wijzen is hun rijkdom; de dwaasheid der zotten blijft dwaasheid.
Rechtvaardige mensen kunnen rijk worden door hard werken en verstandige investeringen. Maar een dwaas krijgt het loon van een dwaas.
1 Korinthiërs 1:26-29 Ziet slechts, broeders, wat gij waart, toen gij geroepen werdt: niet vele wijzen naar het vlees, niet vele invloedrijken, niet vele aanzienlijken. Integendeel, wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen; en wat voor de wereld onaanzienlijk en veracht is, heeft God uitverkoren, dat, wat niets is, om aan hetgeen wel iets is, zijn kracht te ontnemen, opdat geen vlees zou roemen voor God.
Spreuken 14:25 Een betrouwbaar getuige is een redder van levens, maar wie leugens blaast, is een en al bedrog.
Iemand die de waarheid spreekt zal hem die vals beschuldigd wordt redden. Een bedrieglijk getuige is er de oorzaak van dat de onschuldige wordt gestraft.
Mattheüs 23:23 Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want gij geeft tienden van de munt, de dille en de komijn en gij hebt het gewichtigste van de wet verwaarloosd: het oordeel en de barmhartigheid en de trouw. Dit moest men doen en het andere niet nalaten.
Spreuken 14:26 In de vreze des HEREN ligt sterke gerustheid, zelfs voor zijn zonen is er een schuilplaats.
Het hebben van een diepgaand respect voor God is de juiste benadering van het leven, waarvan uiteindelijk bewezen zal worden dat die juist is.
Psalm 91:1-7 Wie in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, vernacht in de schaduw des Almachtigen. Ik zeg tot de HERE: Mijn toevlucht en mijn vesting, mijn God, op wie ik vertrouw. Want Hij is het, die u redt van de strik des vogelvangers, van de verderfelijke pest. Met zijn vlerken beschermt Hij u, en onder zijn vleugelen vindt gij een toevlucht; zijn trouw is schild en pantser. Gij hebt niet te vrezen voor de verschrikking van de nacht, voor de pijl, die des daags vliegt; voor de pest, die in het duister rondwaart, voor het verderf, dat op de middag vernielt. Al vallen er duizend aan uw zijde, en tienduizend aan uw rechterhand, tot u zal het niet genaken;
Spreuken 14:27 De vreze des HEREN is een bron des levens, om de strikken des doods te ontwijken.
Respect voor God zal een bron van leven worden, omdat Hij gerechtigheid zal toerekenen en genade zal geven aan hen die Hem liefhebben.
De dood is het alternatief voor het voor de rest van de eeuwigheid leven als zoon of dochter van God.
Spreuken 14:28 In de menigte van volk is des konings heerlijkheid, maar in gebrek aan onderdanen ligt de ondergang van de machthebber.
Wil een koning groot zijn, dan moet hij door zijn volk worden gerespecteerd. Maar als de mensen je verachten zul je het nooit tot koning brengen.
Spreuken 14:29 De lankmoedige is groot van verstand, maar wie kortaangebonden is, hoopt dwaasheid op.
In momenten van grote woede zijn sommige van de stomste beslissingen genomen. Door je hoofd te verliezen loop je het risico je hele leven op zijn kop te zetten.
Spreuken 14:30 Een zachtmoedig hart is leven voor het vlees, maar jaloersheid is vertering voor de beenderen.
Tevreden zijn met wat God ons gegeven heeft, geeft ons een heel positieve kijk op het leven. Jaloers zijn op anderen die meer hebben dan wij, maakt ons negatief tot in het diepst van ons wezen.
Spreuken 14:31 Wie de behoeftige verdrukt, smaadt diens Maker; maar wie zich over de arme ontfermt, eert Hem.
1 Johannes 3:1 Ziet, welk een liefde ons de Vader heeft gegeven, dat wij kinderen Gods genoemd worden, en wij zijn het ook. Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent.
Onze liefde voor anderen hangt samen met onze liefde voor God.
Mattheüs 25:40 En de Koning zal hun antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze mijn minste broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan.
God is één familie, niemand is waardeloos, waardoor hij gemakkelijk opgeofferd zou kunnen worden zoals in de wereldlijke organisaties van de mens die hiërarchiek zijn. Bij menselijke regeringen en organisaties is geen liefde, waardoor massale verliezen aanvaardbaar zijn.
Spreuken 14:32 In zijn rampspoed wordt de goddeloze geveld, maar de rechtvaardige vindt zelfs in zijn dood een schuilplaats.
De goddelozen worden uiteindelijk veroordeeld tot de eeuwige dood.
Johannes 11:25-26 Jezus zeide tot haar: Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven, en een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven; gelooft gij dat?
Spreuken 14:33 In het hart van de verstandige rust de wijsheid, zelfs te midden der zotten wordt zij onderkend.
Zij die goddelijk begrip hebben, kunnen in verstandige raad voorzien, als hun dat wordt gevraagd. Maar de dwaas flapt er alles uit wat hij weet, waarvan het meeste ook nog niet juist is.
1 Petrus 3:15-16 Maar heiligt de Christus in uw harten als Here, altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is, doch met zachtmoedigheid en vreze, en met een goed geweten, opdat bij al het kwaad, dat men van u spreekt, zij die uw goede wandel in Christus smaden, beschaamd gemaakt worden.
Spreuken 14:34 Gerechtigheid verhoogt een volk, maar zonde is een schandvlek der natiën.
Hele menselijke samenlevingen kunnen zondig zijn.
Sodom en Gomorra, Tyrus en de Amalekieten zijn enkele negatieve voorbeelden.
In het boek Jona wordt beschreven dat Nineve zich bekeerde en genade verkreeg.
Jona 4:11 Zou Ik dan Nineve niet sparen, de grote stad, waarin meer dan honderdtwintigduizend mensen zijn, die het onderscheid niet kennen tussen hun rechterhand en hun linkerhand, benevens veel vee?
Spreuken 14:35 Het welgevallen des konings valt een verstandig dienaar ten deel, maar hem die zich schandelijk gedraagt, treft zijn verbolgenheid.
Een goed leider zal zondige raad niet tolereren.
Lucas 11:52 Wee u, wetgeleerden, want gij hebt de sleutel der kennis weggenomen; zelf zijt gij niet binnengegaan en hen, die trachtten binnen te gaan, hebt gij tegengehouden.
Lucas 11:43 Wee u, Farizeeën, want gij zijt gesteld op de ereplaats in de synagogen en op de begroetingen op de markten.
Marcus 12:28-34 En een der schriftgeleerden, tot Hem komende, hoorde, dat zij met elkander redetwistten, en overtuigd, dat Hij hun goed geantwoord had, vroeg hij Hem:
- Welk gebod is het eerste van alle?
Jezus antwoordde: Het eerste is: Hoor, Israël, de Here, onze God, de Here is één, en gij zult de Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart en uit geheel uw ziel en uit geheel uw verstand en uit geheel uw kracht.
Het tweede is dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
Aan deze twee geboden hangt heel de Wet, en de Profeten.
Een ander gebod groter dan deze, bestaat niet. De Schriftgeleerde zeide tot Hem: Inderdaad, Meester, naar waarheid hebt Gij gezegd, dat Hij één is en dat er geen ander is dan Hij. En Hem lief te hebben uit geheel het hart en uit geheel het verstand en uit geheel de kracht, en de naaste lief te hebben als zichzelf, is meer dan alle brandoffers en slachtoffers.
Jezus, ziende, dat hij verstandig geantwoord had, zeide tot hem: Gij zijt niet verre van het Koninkrijk Gods. En niemand durfde Hem meer iets vragen.
Wordt vervolgd met: Spreuken 15
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling © 2010 Stichting HSV’][Nadruk van ons]
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBG-vertaling 1951][Nadruk van ons]