Goddelijke Kinderen van God de Vader
Goddelijke Kinderen van God de Vader – doel voor de mensheid.
In het verslag van de schepping van Adam en Eva, gaf God verschillende belangrijke aanwijzingen. Ook aanwijzingen over Zijn uiteindelijke doel voor de mensheid.
“En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis….. En God schiep de mens naar Zijn beeld. Naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen”. (Genesis 1:26-27)
Helaas openbaart God hier niet wat Hij bedoelde met “de mens gemaakt naar het beeld en de gelijkenis van God”. Als God meer expliciet was geweest en “naar Onze soort” had toegevoegd – dan zou het duidelijk zijn geweest! Duidelijk dat de mens werd gemaakt naar het God-soort.
Bovendien is er in het Oude Testament geen plaats te vinden, dat duidelijk identificeert wie de “ONS” zijn. Het antwoord op die vraag zou pas ongeveer 4.000 jaar later komen – geopenbaard door Christus. Zoals wij zullen zien verklaarde Jezus de “ONS”. Jezus verklaarde in Zijn laatste gebed, voordat Hij gearresteerd werd – precies wie de “ONS” zijn, Hijzelf en God de Vader!
Dit begrip hebben wij reeds bewezen; het onderzoeken van Jezus’ laatste gebed zal het inzichtelijk volledig bewijzen.
Feitelijk zullen wij zien wat Gods uiteindelijke doel voor de “geroepenen, uitverkorenen en getrouwen” door het zoonschap van God is. Namelijk dat zij geestelijke wezens kunnen worden, als letterlijke zonen en dochters van God de Vader in Zijn eeuwig Gezin.
Laten wij elk woord van Jezus’ laatste gebed zorgvuldig afwegen:
“Dit sprak Jezus, en Hij sloeg Zijn ogen op naar de hemel en zei:
Vader, het uur is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijkt. Zoals U Hem macht gegeven hebt over alle vlees. Opdat Hij eeuwig leven geeft aan allen die U Hem gegeven hebt.
En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen. De enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt. Ik heb U verheerlijkt op de aarde. Ik heb het werk volbracht dat U Mij gegeven hebt om te doen.
En nu verheerlijk Mij, U Vader, bij Uzelf. Met de heerlijkheid die Ik bij U bezat voordat de wereld er was. [dit is absoluut bewijs, dat Jezus, de Heer God van het Oude Testament was. En wel vóórdat Hij de Christus van het Nieuwe Testament werd]
Ik heb Uw Naam geopenbaard aan de mensen die U Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren van U en U hebt hen Mij gegeven, en zij hebben Uw woord in acht genomen.
Nu hebben zij erkend dat alles wat U Mij gegeven hebt, bij U vandaan komt. Want de woorden die U Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven. Zij hebben ze aangenomen, en zij hebben daadwerkelijk erkend dat Ik van U uitgegaan ben. En hebben geloofd dat U Mij gezonden hebt.
Ik bid voor hen. Ik bid niet voor de wereld, maar voor hen die U Mij gegeven hebt, want zij zijn van U. En al wat van Mij is, is van U, en wat van U is, is van Mij; en Ik ben in hen verheerlijkt.
Ik ben niet meer in de wereld, maar dezen zijn in de wereld, en Ik kom naar U toe.
Heilige Vader, bewaar hen die U Mij gegeven hebt in Uw Naam, opdat zij één zullen zijn zoals Wij. [Dat betekent naar het God-soort, in het Gezin van God]
Toen Ik met hen in de wereld was, bewaarde Ik hen in Uw Naam. Hen die U Mij gegeven hebt, heb Ik bewaard. En niemand uit hen is verloren gegaan dan de zoon van het verderf, opdat de Schrift vervuld wordt.
Maar nu kom Ik naar U toe en spreek dit in de wereld. Opdat zij ten volle Mijn blijdschap in zichzelf hebben. Ik heb hun Uw woord gegeven, en de wereld heeft hen gehaat. Omdat zij niet van de wereld zijn, zoals Ik niet van de wereld ben. Ik bid niet dat U hen uit de wereld wegneemt, maar dat U hen bewaart voor de boze. Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben.
Heilig hen [dat is, maak hen heilig] door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid. [Gods woorden zijn geest en zijn leven. (Johannes 6:63)] Zoals U Mij in de wereld gezonden hebt, heb ook Ik hen in de wereld gezonden. En Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd zijn in de waarheid.
En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven, opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, [in het Gezin van God de Vader en Jezus Christus] ……….. En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, zoals Wij Eén zijn; Ik in hen, en U in Mij, opdat zij volmaakt één zijn [door het proces van het zoonschap van God] en opdat de wereld erkent dat U Mij gezonden hebt en hen liefgehad hebt, zoals U Mij hebt liefgehad.
Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn die U Mij gegeven hebt. Opdat zij Mijn heerlijkheid zien, die U Mij gegeven hebt. Omdat U Mij hebt liefgehad vóór de grondlegging van de wereld.
Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet gekend. Maar Ik heb U gekend, en dezen hebben erkend dat U Mij gezonden hebt. En Ik heb hun Uw Naam bekendgemaakt. En zal die bekendmaken, opdat de liefde waarmee U Mij hebt liefgehad, IN hen is, en Ik IN hen”.
(Johannes 17:1-26)
In het laatste gebed van Jezus vroeg Hij vier keer, dat Zijn discipelen ” één zullen zijn”. Net zoals de Vader IN Jezus is en zoals Jezus IN de Vader is.
Wij moeten volmaakt worden! Door de generatie van heiligen heen werden de verzoeken van Jezus aan de Vader beantwoord. Verzoeken voor de éénheid van de “geroepenen en uitverkorenen”. En zullen voortdurend beantwoord worden. Tot de uiteindelijke vervulling van het zoonschap van God bij de eerste opstanding, als Christus terugkeert.
Inderdaad, de uiteindelijke openbaring, die Jezus aan Zijn Kerk gaf, is dit:
God schiep de mensheid naar Zijn beeld en Zijn gelijkenis. Degenen, die het geestelijke zaad van verwekking ontvangen worden kinderen van God de Vader. En wel door de kracht van Zijn Heilige Geest. Zij worden Zijn letterlijke kinderen – kinderen naar het God-soort!
Johannes schrijft:
“Zie, hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd”! (1 Johannes 3:1)
Het Griekse woord voor “kinderen”, is tekna, wat letterlijk betekent, kinderen door verwekking en geboorte. Het is niet een adoptie of een geval van een “pleeg”-vader hebben. God de Vader is onze echte Vader!
Johannes gaat verder: “Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is. (1 Johannes 3:2)
Wordt vervolgd met: Kinderen van God de Vader in de eerste opstanding
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling © 2010 Stichting HSV’][Nadruk van ons]