Gods verbondsbeloften aan Abraham
Gods verbondsbeloften aan Abraham ongeveer 430 jaar na de vloed.
Ongeveer 430 jaar na de vloed riep God Abram toen hij 75 jaar oud was. God gebood hem de idolate Babylonische stad Ur van de Chaldeeën te verlaten. “De HEERE zei tegen Abram: Gaat u uit uw land, uit uw familiekring en uit het huis van uw vader. Ga naar het land dat Ik u wijzen zal. Ik zal u tot een groot volk maken, u zegenen en uw naam groot maken. U zult tot een zegen zijn. Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken. In U zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden. Toen ging Abram op weg, zoals de HEERE tot hem gesproken had….”. (Genesis 12:1-4)
Weinig mensen realiseren zich dat Gods hele plan voor de mensheid – inclusief het verbazingwekkende doel van de mens – een voortvloeisel is van Gods beloften aan Abram. Inderdaad, Gods beloften aan Abram zullen uiteindelijk “alle families van de aarde” beïnvloeden. Dit betekent iedere persoon – uit verleden, heden en in de toekomst! Gods beloften en Zijn verbond, dat Hij sloot met Abram, zijn zo geweldig dat zij het fundament en de reden zijn voor de rest van de hele Bijbel! (God gaf hem later een andere naam – Abraham – wat betekent de “vader van vele naties”)
Gods verbondsbeloften aan Abraham en profetie.
Bovendien gaan deze beloften aan Abraham terug en zijn verbonden met Gods belofte aan Adam en Eva in Genesis 3:15, over de komende Messias – de Verlosser van de wereld. Als Schepper van de hemelen en de aarde en het leven zelf, heeft de HEER GOD ALMACHTIG de macht om elke profetie en belofte, die Hij maakt te vervullen!
Elke belofte of profetie betreffende het glorierijke doel van de mens, zijn als bladzijden in een boek. En wel het boek de Bijbel, die verschillende aspecten van Gods plan voor de mensheid openbaart – als bladzijde voor bladzijde wordt omgeslagen.
Vanwege de zonde van Adam en Eva heeft God dit plan geheim gehouden, “vanaf de grondlegging van de wereld”. (Matteüs 13:35)
Gods verbondsbeloften aan Abraham bevat twee belangrijke beloften
- De eerste belofte betrof fysiek zaad via Abrahams eigen zoon Izak.
- De tweede belofte betreft geestelijke zaad.
“Maar zie, het woord van de HEERE kwam tot hem [Abraham]: …. maar iemand die uit uw eigen lichaam voortkomt, die zal uw erfgenaam zijn”. (Genesis 15:4)
Samen met de belofte van fysiek zaad was de belofte van land – het Beloofde Land – een fysiek koninkrijk.
Degenen, die de Bijbel bestuderen realiseren zich dat de vervulling van de eerste belofte via Izak kwam. Daarna via de zoon van Izak, Jakob, die de vader was van de twaalf stammen van Israël.
Veel in het Oude Testament bevat de geschiedenissen en toekomstige profetieën van Israël en Juda. Dit waren de afstammelingen van het beloofde fysieke zaad; een menigte van naties en koningen. (Genesis 17:1-21)
Bovendien was de voorspelde Messias – die 1925 jaar na Gods verbond met Abraham zou komen – het fysieke zaad van David, van de stam van Juda.
In het Evangelie van Matteüs staat opgetekend: “Het geslachtsregister van Jezus Christus, de Zoon van David, de Zoon van Abraham. Abraham verwekte Izak, Izak verwekte Jakob, Jakob verwekte Juda en zijn broers”. [de andere elf stammen van Israël] (Matteüs 1:1-2)
Jezus had, voordat Hij mens werd, eerder bestaan als God. Paulus schrijft: “God is geopenbaard in het vlees”. (Filippenzen 2:6-8; 2 Timotheüs 3:16) (Dit zal in hoofdstuk zeven volledig worden uitgelegd).
De Messias moest in het vlees komen, zoals deze profetie in Jesaja openbaart.
“Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. Aan de uitbreiding van deze heerschappij en aan de vrede zal geen einde komen op de troon van David en over zijn koninkrijk om het te grondvesten en het te ondersteunen door recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De na-ijver van de HEERE van de legermachten zal dit doen”. (Jesaja 9:5-6)
Zoals wij zullen zien is al het bovenstaande verbonden met belofte nummer twee.
Gods verbondsbeloften aan Abraham: De tweede belofte betreft geestelijke zaad
De tweede belofte betreft geestelijke zaad. “Toen leidde Hij [God] hem [Abraham] naar buiten en zei: Kijk toch naar de hemel en tel de sterren, als u ze kunt tellen. En Hij zei tegen hem: Zo talrijk zal uw nageslacht zijn. En hij geloofde de HEERE, en Die rekende hem dat tot gerechtigheid”. (Genesis 15:5-6)
God zei aan Abraham om naar de hemelen te kijken en de sterren te tellen – een onmogelijkheid!
- Waarom zou God de afstammelingen van Abraham met de sterren vergelijken?
Als een andere bladzijde in het boek van het “mysterie van God” (de Bijbel) is omgeslagen, zullen wij zien dat de hemelen een toespeling op eeuwigheid zijn en de sterren symboliseren eeuwige glorie.
De profeet Daniël openbaart de interpretatie van Gods verwijzing naar de hemelen en de sterren. Hij openbaart dit als hij schrijft over de eindtijd en over de glorie van de eerste opstanding.
“Het zal een benauwde tijd zijn, zoals er niet geweest is sinds er een volk is geweest tot op die tijd. In die tijd zal uw volk ontkomen: ieder die gevonden wordt, opgeschreven in het boek. En velen van hen die slapen in het stof van de aarde, zullen ontwaken, sommigen tot eeuwig leven, anderen tot smaad, tot eeuwig afgrijzen. De verstandigen zullen blinken als de glans van het hemelgewelf, en zij die er velen rechtvaardigen, als de sterren, voor eeuwig en altijd”. (Daniël 12:1-3)
De woorden van Daniël kunnen ons helpen om de tweede belofte van God aan Abraham te begrijpen. Maar de volledige betekenis van de eerste opstanding als Jezus terugkeert kan niet worden begrepen tot de tijd van het Nieuwe Testament. Alleen door de leerstellingen van Christus en de geïnspireerde Geschriften van Zijn gekozen Apostelen kan dit begrepen worden.
Wij kunnen een andere glimp van deze openbaring opvangen van de Apostel Paulus.
Paulus spreekt over de eerste opstanding van de doden tot eeuwig leven. Hierdoor voegt hij toe aan de betekenis en interpretatie van Gods Verbondsbeloften aan Abraham – ten eerste fysiek zaad; ten tweede, geestelijk zaad.
Paulus schrijft: “Het geestelijke is echter niet eerst, maar het natuurlijke en daarna komt het geestelijke. De eerste mens [Adam] is uit de aarde, stoffelijk; de tweede Mens [Jezus de Messias] is de Heere uit de hemel”. (1 Korinthiërs 15:46-47)
Dit is dezelfde volgorde van Gods beloften aan Abraham – eerst het fysieke zaad; het geestelijke zaad tweede.
Met de uitleg van Daniël en Paulus zijn wij in staat heel duidelijk Gods tweede belofte aan Abraham te begrijpen. Gods tweede belofte aan Abraham – de hemelen en de sterren – is een symbolische toespeling op het geestelijke zaad.
Gods verbondsbeloften aan Abraham: De tweede belofte is dus de belangrijkste belofte.
In overeenstemming met wat Paulus schreef kan het beloofde geestelijke zaad alleen maar komen van mensen. Mensen, die eerst van het fysieke zaad waren van “alle families van de aarde”.
Inderdaad, de mens is eerst gemaakt van het stof der aarde, door schepping; maar uiteindelijk door de opstanding worden zij geestelijke wezens gemaakt.
Fred R. Coulter.
Wordt vervolgd met: Gods verbondsbeloften aan Abraham verzegeld door Twee Speciale Offerandes
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling © 2010 Stichting HSV’] [Nadruk van ons]