De tijd van Noach, na de vloed, tot Gods Verbond met Abraham
Gods verbond met Noach, na de vloed, en met zijn zonen en met de hele aard.
En ook de tijd van Noach, na de vloed, tot Gods Verbond met Abraham.
Na de vloed in 2369 v. Chr. maakte God een verbond met Noach en zijn zonen en de hele aarde om nooit meer de wereld te overstromen en alle leven te vernietigen. (Genesis 9:1-17)
Het eeuwigdurend teken van die verbondsbelofte is de regenboog. Na de vloed leefde Noach nog 350 jaar.
De tijd van Noach, na de vloed, tot Gods Verbond met Abraham – Satan en de tirannieke Nimrod
Ongeveer 50 jaar voor de dood van Noach overtuigde Satan de meerderheid van de mensheid opnieuw om te rebelleren tegen Gods regering. De menselijke leider van de duivel, de tirannieke Nimrod verklaarde zichzelf Gods vervanger te zijn. (Genesis 10:8-11)
Hij introduceerde:
- afgoderij,
- zonaanbidding en
- zelfs het vereren van Satan.
Feitelijk nemen de idolate leerstellingen en praktijken van Nimrod een prominente plaats in, in de religies van de tegenwoordige wereld.
De Apostel Paulus beschrijft de religie van Nimrod als het “mysterie” van wetteloosheid en ongerechtigheid. (2 Thessalonicenzen 2:7)
In hun openlijk verzet tegen God verenigden Nimrods volgelingen zich en begonnen de Toren van Babel te bouwen.
“En zij zeiden: Kom, laten wij voor ons een stad bouwen, en ook een toren waarvan de top in de hemel reikt, en laten we voor ons een naam maken, anders worden wij over heel de aarde verspreid!
Toen daalde de HEERE neer om de stad en de toren te zien die de mensenkinderen aan het bouwen waren. De HEERE zei: Zie, zij vormen één volk en bovendien hebben allen één taal. Dit is het begin van wat zij gaan doen, en nu zal niets van wat zij zich voornemen te doen, voor hen onmogelijk zijn. Kom, laten Wij neerdalen en laten Wij hun taal daar verwarren, zodat zij geen van allen elkaars taal zullen begrijpen.
Zo verspreidde de HEERE hen vandaar over heel de aarde, en zij hielden op met het bouwen van de stad. Daarom gaf men haar de naam Babel; want daar verwarde de HEERE de taal van heel de aarde. Vanaf toen verspreidde de HEERE hen over heel de aarde”. (Genesis 11:4-9)
Fred R. Coulter.
Wordt vervolgd met: Gods verbondsbeloften aan Abraham
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling © 2010 Stichting HSV’]
[Nadruk van ons]