Het “Onze Vader” – Een voorbeeld gebed
Het “Onze Vader” – Een voorbeeld gebed
Vele nieuwe gelovigen vragen: “hoe bid ik op de juiste manier tot God”?
Dat is een redelijke vraag – zelfs de discipelen van Jezus vroegen Hem, “Heere, leer ons bidden”. (Lukas 11:1) Als antwoord gaf Christus – wat genoemd kan worden, een model gebed – het zogenoemde “Onze Vader”. (Matteüs 6:9-13 en Lukas 11:1-4).
In tegenstelling tot algemene opvattingen behoort het “Onze Vader” niet herhaaldelijk te worden opgezegd; integendeel, als wij tot God bidden kunnen wij ons gebed opbouwen naar het voorbeeld gebed van Jezus Christus.
Iedere zin van het “voorbeeld gebed” van Jezus is leerzaam. (Het echte “Onze Vader” is wat Hij werkelijk bad in Johannes 17.) Het hele hoofdstuk is het gebed, dat Jezus bad vóór Zijn arrestatie en kruisdood.
Merk op, dat Jezus zelf in Johannes 17 het ontwerp volgt, dat Hij in Zijn “model gebed” gaf.
Als U dit model volgt als een bijbelse richtlijn, zullen Uw gebeden gehoord worden.
Denkt U er altijd aan, “het offer [of gebed] van goddelozen is voor de HEERE een gruwel, maar het gebed van oprechten is Hem welgevallig….. De HEERE is ver van goddelozen, maar het gebed van rechtvaardigen verhoort Hij”. (Spreuken 15:8, 29)
- Onze Vader, die in de hemel zijt.
Wij moeten tot God bidden en Hem aanspreken als onze liefhebbende Vader. Wij moeten Zijn superioriteit erkennen over het hele universum en dankbaarheid uitspreken voor Zijn roeping aan ons in een persoonlijke relatie met Hem en Zijn Zoon.
Het is belangrijk dat wij tot God komen net als een kind tot zijn of haar menselijke vader zou gaan. Met respect en eerbied; verlangend om ons leven met Hem te delen; naar Hem opkijken als Iemand, die zorgt voor wat wij nodig hebben.
“En Hij [Jezus] zei: Voorwaar, Ik zeg u: Als u zich niet verandert en wordt als de kinderen, zult u het Koninkrijk der hemelen beslist niet binnengaan”. (Matteüs 18:3)
In de nacht, toen Hij gearresteerd werd, droeg Jezus de discipelen op om rechtstreeks tot de Vader te bidden – niet tot Jezus zelf of tot de “maagd Maria” of tot welke andere veronderstelde “heilige tussenpersoon” dan ook.
Merk op, “en op die dag zult u Mij niets vragen. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Alles wat u de Vader zult bidden in Mijn Naam, zal Hij u geven. Tot nu toe hebt u niets gebeden in Mijn Naam; bid, en u zult ontvangen, opdat uw blijdschap volkomen zal worden……. Op die dag zult u in Mijn Naam bidden, en Ik zeg u niet dat Ik de Vader voor u vragen zal, want de Vader Zelf heeft u lief, omdat u Mij hebt liefgehad en hebt geloofd dat Ik van God ben uitgegaan”. (Johannes 16:23-24; 26-27)
Jezus Christus is onze Hogepriester in de hemel en zit aan de rechterhand van God de Vader om voor ons te bemiddelen.
Paulus schrijft, dat wij God moeten benaderen in nederigheid, maar doortastend, “want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart. En er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem, maar alles ligt naakt en ontbloot voor de ogen van Hem aan Wie wij rekenschap hebben af te leggen.
Nu wij dan een grote Hogepriester hebben, Die de hemelen is doorgegaan, namelijk Jezus, de Zoon van God, laten wij aan deze belijdenis vasthouden. Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde [te zondigen]. Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip”. (Hebreeën 4:12-16)
- Uw Naam worde geheiligd.
Wij moeten God eren om Zijn grootheid en vragen dat Zijn naam “geheiligd” mag worden of heilig mag worden op de hele aarde. Uiteindelijk – als Gods Koninkrijk volledig gevestigd is op de aarde door Jezus – zal de naam van de Vader heilig gemaakt worden in het verstand en de harten van de hele mensheid.
Het moet ons diepste verlangen zijn, dat allen tot het respecteren komen van Gods heilige naam.
- Uw Koninkrijk kome.
Wij moeten “eerst het Koninkrijk van God zoeken”. (Matteüs 6:33) Dus moeten wij bidden dat God Zijn Koninkrijk spoedig vestigt door de terugkomst van Jezus naar deze aarde.
Als wij “zuchten en kermen” (Ezechiël 9:4) om de gruwelen van deze wereld moeten wij de grootheid benoemen van dat komende koninkrijk; uitvoerig met God spreken over hoe wonderbaarlijk het komende tijdperk zal zijn – in tegenstelling tot het leed van deze tijd.
Dit is een belangrijk element in ons gebedsleven, want het versterkt onze wens en ons verlangen naar Gods Koninkrijk en het benadrukt de noodzaak om ons persoonlijk op dat koninkrijk voor te bereiden.
- Uw wil geschiede, zoals in de hemel, zo ook op de aarde.
Net zoals Gods wil altijd gedaan wordt in de hemel, zo moeten wij er naar streven dat Zijn wil hier op aarde volbracht zal worden. Uiteindelijk zal dit gedaan worden door de vestiging van Zijn Koninkrijk. Intussen moeten wij Zijn wil nastreven in ons leven – Hem vragen om ons te helpen begrijpen wat Hij van ons verwacht en van onze geliefden.
Onze aandacht moet niet zijn gericht op wat wij willen, maar op wat God werkelijk in ons leven en in Zijn Kerk wil volbrengen.
Wij bidden: “Uw wil geschiede” en weten dat God altijd het beste met ons voor heeft. “Verneder u dan onder de krachtige hand van God, opdat Hij u op Zijn tijd verhoogt. Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u”. (1 Petrus 5:6-7)
Het is belangrijker – wanneer wij bidden, dat Gods wil volbracht zal worden – dat wij gereed zijn en bereidwillig om ons naar Zijn wil te keren op elk gebied in ons leven – ons bekeren van elke zonde, die in tegenstelling tot Zijn wil staat.
- Geef ons elke dag ons dagelijks brood.
Als onze liefhebbende Vader wil God dat wij ons richten op Hem voor wat wij fysiek en geestelijk nodig hebben. Hij belooft om op elke manier voor ons te zorgen (Matteüs 6:25-34); maar om te zorgen, dat wij het niet als vanzelfsprekend nemen, moeten wij er om vragen. (Matteüs 7:7-11)
Het is niet verkeerd of egoïstisch om onze nood met Hem te bespreken – wees dus specifiek! Zolang wij vragen in overeenstemming met Zijn wil, kunnen wij voortdurend geduldig onze noden aan God kenbaar maken. (Lukas 8:1-8)
Vergeet bovenal niet om dagelijks kracht en leiding te vragen – ons geestelijk brood. Vraag ook of God naar de nood van anderen wil kijken.
Het “Onze Vader” – Een voorbeeld gebed
- En vergeef ons onze zonden, want ook wij vergeven aan iedereen die ons iets schuldig is.
- Wij behoren te erkennen, dat wij nog steeds tekortschieten en zondigen.
- Vraag God om vergeving en belijdt Uw specifieke zonden.
- Dank God voor het verheven offer van Jezus en erken dat wij vergeving en verzoening hebben door Zijn vergoten bloed.
- Vraag God om U in deze bepaalde gebieden te versterken, zodat u niet meer struikelt en zondigt – hernieuw Uw verbintenis om te overwinnen.
- Vraag God ook om U de plaatsen te laten zien waar U wellicht onwetend zondigt.
- Volg het voorbeeld van David en gebruik Psalm 51 als een leidraad om voor God te komen en vergiffenis van Uw zonden te krijgen.
Een belangrijk aspect van vragen om vergeving is, dat wij anderen moeten vergeven voor alle ergernissen tegen ons. God zal ons niet vergeven als wij vasthouden aan rancune of kwaad blijven tegen anderen.
7. Vraag God om U te helpen vergevingsgezind te zijn.
- En leid ons niet in verzoeking – [beproeving en testen] – maar verlos ons van de boze. [Satan]
God test ons niet met zonde; wij worden voornamelijk getest en op het verkeerde pad gebracht door onze eigen egoïstische verlangens. (Jakobus 1:13-14)
Het punt hier is om te bidden dat wij niet gecorrigeerd hoeven te worden door middel van pijnlijke beproevingen. Vraag God om leiding en kracht in het geestelijk gevecht met onze vijand, Satan de duivel. (1 Petrus 5:8)
Het “Onze Vader” – Een voorbeeld gebed
Wees specifiek over de strijd waar U tegenover staat als U worstelt om Uw eigen natuur, de wereld en Satan te overwinnen.
- Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.
Net zoals U begint met God te prijzen om Zijn grootheid en glorie, beëindigt U Uw gebed door Zijn grootheid, kracht en glorie te verheerlijken.
Denk opnieuw – met dankzegging – aan Zijn komend koninkrijk, Zijn perfecte wil en Zijn ontzagwekkende liefde voor ons.
Zoals in Johannes 14:13-14 wordt opgedragen, moeten wij onze gebeden eindigen met het vragen aan de Vader in Jezus’ naam. “En wat u ook zult vragen in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden. Als u iets vragen zult in Mijn Naam, Ik zal het doen”.
Door Christus zijn wij inderdaad in staat om te bidden tot de Vader.
Tenslotte, het woord “Amen” betekent eenvoudig, “het zij zo”.
Vervolg: Conversatie met God in een effectief gebed
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling © 2010 Stichting HSV’]
[Nadruk van ons]
Bron: Lord what should I do? Appendix C: Keys to Answered Prayer – page 88-92.