Wie waren de Nikolaïten?
Nikolaïeten? Wie waren de Nikolaïeten? Wat leerden zij?
Waarom HAATTE God wat de Nikolaïeten deden en onderwezen?
“Maar dit hebt u vóór, dat u de werken van de Nikolaïeten haat, DIE IK OOK HAAT”. (Openbaring 2:6 Herziene St. V.)
“Doch dit hebt gij, dat gij de werken der Nikolaïeten haat, WELKE OOK IK HAAT”. (Openbaring 2:6 NBG)
Toen onze Heer Jezus Christus bij de mensen was onderwees Hij Zijn discipelen om op de hoede te zijn voor het zuurdeeg van de Farizeeën, die Hij voor hypocrieten uitmaakte. Hij scheerde de hogepriesters en functionarissen van de tempel over één kam met hen, alsook de erkende leraren (Schriftgeleerden of “professoren”) in de synagogen. Hij verklaarde dat zij de waarheid van God, die zij verondersteld werden te prediken, zo vervalst hadden met de leerstellingen en verordeningen van mensen dat de waarheid – oorspronkelijk gegeven – niet langer bij hen was. Wat deze blinde leiders van de blinden verspreidden als waarheid van God, maakte hun bekeerlingen een kind van de hel, dubbel zo erg als zij waren, voordat zij de valse leerstellingen accepteerden van deze corrupte leraren. (Matteüs 23:15)
Wat is de IJDELHEID van de leiding van de Kerk?
Daarom zei de Heer, als een waarschuwing aan degenen, die zichzelf bij Hem voegden, dat deze niet-godsdienstige mannen, lange gebeden baden voor uiterlijk vertoon – een publieke vertoning, die een vorm van nederigheid hadden – slechts als doel hadden om door mensen gezien te worden. Wat deze mannen werkelijk graag hadden waren de voornaamste plaatsen in de synagogen; de belangrijkste ruimten bij openbare feesten; de begroetingen, die zij op de markten ontvingen van echt nederige en oprechte mensen, van wie zij hoopten dat zij hen als meerdere zouden respecteren en die hen als “Rabbi, Rabbi”, zouden aanspreken, hetgeen betekent “meester, meester”.
“Toen sprak Jezus tot de menigte en tot Zijn discipelen: De Schriftgeleerden en de Farizeeën zijn gaan zitten op de stoel van Mozes; daarom, al wat zij u zeggen dat u in acht moet nemen, neem dat in acht en doe het; maar doe niet naar hun werken, want zij zeggen het, maar doen het zelf niet.
Want zij binden lasten samen die zwaar zijn en moeilijk om te dragen, en zij leggen ze op de schouders van de mensen; maar zij willen die zelf met geen vinger verroeren. Al hun werken doen zij om door de mensen gezien te worden, want zij maken hun gebedsriemen breed en de kwastjes aan hun kleren groot. Zij zijn zeer gesteld op de ereplaatsen tijdens de maaltijden en op de voorste plaatsen in de synagogen; zij zijn ook belust op de begroetingen op de markten, en om door de mensen ‘rabbi, rabbi’ genoemd te worden”. (Matteüs 23:1-7)
Maar onze God gebood:
“Maar u mag zich geen rabbi laten noemen, want Eén is uw Meester, namelijk Christus; en u bent allen broeders……. En u mag niet meesters genoemd worden, want Eén is uw Meester, namelijk Christus. Maar de belangrijkste van u zal uw dienaar zijn. (Matteüs 23:8, 10-11)
Dit was een tweevoudig gebod voor een tweevoudig doel:
- Sta mensen niet toe – die Uw broeders in Christus zijn en die de gemeente van God vormen – om U Meester te noemen, want Eén alleen is Uw Meester.
- Sta Uzelf niet toe om beheerst te worden door een dergelijke wereldse geest, dat U wilt dat mensen – die tot het Lichaam van Christus behoren – U “meester” noemen.
Wat onderwees Jezus over HYPOCRITISCHE, zelfzuchtige leiders?
Deze leiders werden ook aangeklaagd voor afpersing en beschuldigd van het verteren van de huizen van weduwen en van onacceptabel gedrag – dit toegevoegd aan het wereldse verlangen om de “belangrijkste” te zijn in de ogen van Gods volk. Jezus beschuldigde hen ervan hypocrieten te zijn, die ernaar streefden om te worden gezien als hoogwaardigheidsbekleders van de gemeente van de Almachtige God. Dergelijke voorwaarden, zoals beschreven, bestaan alleen in de gemeenten boven wiens ethische poorten – voor de God van heiligheid – de naam “IKABOD” is geschreven – de glorie/eer van de Heer is weggevoerd/vertrokken. (1 Samuel 4:21-22)
Het woord “onacceptabel gedrag”, zoals boven gebruikt, betekent het werelds misbruik van legale dingen; legale en juiste dingen brengen uitersten met zich mee. Want het is waar, dat er een legale en door God bevestigde eer bestaat, gegeven aan bepaalde uitgekozen personen: “En wij vragen u, broeders, hen te erkennen die onder u arbeiden, u leiding geven in de Heere en u terechtwijzen, en hen uitermate hoog te achten in liefde, om hun werk. Leef in vrede met elkaar”. (1 Thessalonicenzen 5:12-13)
“Laat ouderlingen die goed leiding geven, dubbele eer waard geacht worden, vooral aan hen die arbeiden in het Woord en in de leer. (1 Timoteüs 5:17)
Moet een kerk GEREGEERD of GELEID worden?
- Waarom leiden en aanvoeren in plaats van regeren?
Omdat degenen, die boven ons staan in de Heer herders zijn, die moeten aanvoeren en leiden, maar niet domineren. Heersen is eigenmachtig regeren en de Kerk kan alleen aan Christus onderworpen zijn: “want Eén is uw Meester, namelijk Christus”. (Matteüs 23:8)
De volgende Goddelijke instructie is van één van de geïnspireerde – van Gods Heilige Geest vervulde – oudsten:
“De ouderlingen onder u roep ik ertoe op, als medeouderling en getuige van het lijden van Christus en deelgenoot van de heerlijkheid die geopenbaard zal worden: Hoed de kudde van God die bij u is en houd daar toezicht op, niet gedwongen, maar vrijwillig; niet uit winstbejag, maar bereidwillig; ook niet als mensen die heerschappij voeren over het erfdeel van de Heere, maar als mensen die voorbeelden voor de kudde geworden zijn”. (1 Petrus 5:1-3)
De “blinde leiders” zouden het zeggen, maar niet doen. De Goddelijke geordineerde oudste zal zowel zeggen en doen en zodoende een voorbeeld voor de kudde zijn – het volk zal hem liefhebben en zeer hoog achten om zijn werken – en die in zijn hart nooit zal verlangen om de baas te spelen over het erfgoed van zijn Meester. Het is deze ambitie – van mensen om baas te worden over Gods erfgoed – die God HAAT.
Wat zijn de DADEN en de LEER van de Nikolaïeten?
In het boek Openbaring staan beiden, “de daden” en “de leerstelling” van de Nikolaïeten, die twee aparte kerken aangetast hebben en aan wie de Heer adresseerde:
“Schrijf aan de engel van de gemeente in Efeze: Dit zegt Hij Die de zeven sterren in Zijn rechterhand houdt, Die te midden van de zeven gouden kandelaren wandelt: …. Maar dit hebt u vóór, dat u DE WERKEN van de Nikolaïeten haat, die ook Ik haat”. (Openbaring 2:1, 6)
“En schrijf aan de engel van de gemeente in Pergamus: Dit zegt Hij Die het tweesnijdende, scherpe zwaard heeft:….. Zo hebt u er ook die zich houden aan DE LEER van de Nikolaïeten en dat haat Ik”. (Openbaring 2:12, 15)
De Heer vraagt om bekering van degenen, die deze dingen vasthouden en praktiseren en Hij dreigt met straf als zij Hem niet gehoorzamen: “Bedenk dan van welke hoogte u bent gevallen en bekeer u en doe de eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, als u zich niet bekeert”. (Openbaring 2:5)
“Bekeer u. En zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal Ik tegen hen oorlog voeren met het zwaard van Mijn mond”. (Openbaring 2:16)
Wat betekent het woord NIKOLAÏET?
Het woord Nikolaïet (Grieks: Nikolaitës – Strong’s Concordance nr. #G3531) is een samengesteld woord, dat is gevormd uit DRIE Griekse woorden. Omdat het een eigennaam is werd het woord Nikolaïet OVERGENOMEN, in plaats van vertaald. Het is daarom onderworpen aan de Griekse wetten van constructie met betrekking tot [ellipsis] (weglating tekens), samentrekkingen (vorm) en fonetiek.
Drie Griekse woorden, die gebruikt worden in de constructie van het woord Nikolaïet zijn:
- NIKOS, waar wij de gelijkstaande woorden voor gebruiken in plaats van de Griekse letters, zoals wij ook zullen doen met de andere twee. Nikos wordt gedefinieerd als “een overwinning; zege; triomf; de overwinnaar en als voortvloeisel – het dominant zijn over de verslagenen”. Een andere overgebrachte naam, waarin deze term wordt gebruikt is: “Nicopolis”, dat is samengesteld uit Niko – wat betekent overwinning en polis, wat betekent stad. Daarom, de stad van overwinning of stad van zege.
- LAOS, wat betekent volk. Een ander gebruik van dit woord vindt men in NICOLAS, dat overgebracht is en samengesteld is uit Nikos-laos en betekent: iemand, die “over het volk zegeviert”. De letter “s”, die in beide woorden de eerste naamval uitgang is, is alleen aan het eind van het woord vastgehouden om de naamval aan te geven en “a” kort en “o” kort worden samengetrokken tot “a” lang.
Nog een overgebracht gebruik van LAOS vindt men in de naam Lao(s)diceeërs, samengesteld met DICE. (Grieks: Laodikeus – Strong’s Concordance nr. #G2994).
De naam Laodiceeërs
In de naam Laodiceeërs hebben wij LAOS – wat betekent: het volk en DICE, wat betekent oordeel of wraak; d.w.z. het volk van mijn oordeel of van mijn wraak.
Ook het Griekse woord la(ic)os, wat betekent “leek” en waarvan LA-OS de basis en de stam is; het identieke woord met de “o” kort, samengetrokken tot “i”, waarvan basis en stam het meervoudige bepaalde lidwoord TON, is samengetrokken om LAITON te vormen dat een Griekse uitdrukking is en “de leek/niet-deskundige” betekent.
- TON is het derde en laatste woord dat deel uitmaakt van de constructie van de juiste naam Nikolaïeten. TON, waarin Omega – de lange “o” wordt samengetrokken tot een lange “a” en zo het woord TAN vormt, dat de tweede meervoudige naamval is in alle grammaticale geslachten van het bepaalde lidwoord “de”.
Wij hebben daarom, zonder de legale Griekse constructie, het – door een koppelteken verbonden – woord NIKOS-LAOS-TON, maar met de wettige weglatingen en samentrekkingen: de naam Nikolaïeten.
Bestaat er een VOLLEDIGER betekenis van het woord NIKOLAÏETEN?
De volledige betekenis van Nikolaïeten is – in de oorspronkelijke taal en in het kerkelijke verband – dat de bisschoppen en prelaten van de Kerk een triomfzege of overwinning hebben verkregen over de LAITON (de leken), omdat zij verplicht werden om zich te onderwerpen aan de arbitrale/absolute heerschappij van mensen, die geworden zijn wat God haat – ‘Heer over Gods erfgoed/uitverkoren volk’:
“De ouderlingen onder u roep ik ertoe op, als medeouderling en getuige van het lijden van Christus en deelgenoot van de heerlijkheid die geopenbaard zal worden: Hoed de kudde van God die bij u is en houd daar toezicht op, niet gedwongen, maar vrijwillig; niet uit winstbejag, maar bereidwillig; OOK NIET ALS MENSEN DIE HEERSCHAPPIJ VOEREN OVER HET ERFDEEL VAN DE HEERE, maar als mensen die voorbeelden voor de kudde geworden zijn”. (1 Petrus 5:1-3)
Het bewijs van deze volledige betekenis vindt men in al onze algemene school woordenboeken, waartussen wij de volgende definitie vinden van de term “hiërarchie: priesterheerschappij, rangorde van de geestelijkheid”, waarvan het volgende als bewijs naar voren wordt gebracht:
(Concilie van Trente (vertaling) XXIII6 – Century woordenboek):
“Als iemand zal zeggen dat er in de Katholieke Kerk geen hiërarchie is gevestigd door de goddelijke ordinantie, bestaande uit bisschoppen, priesters en dienaren, laat hem ‘anathema” (vervloekt) zijn”.
Met andere woorden, laat iemand die de brutaliteit heeft om te zeggen dat er geen hiërarchie bestaat – geen verzameling van mensen, aan wie door andere mensen van gezag de macht is gegeven, zoals kerkbestuurders over kerkleden, die erkend worden als Gods erfgoed/uitverkoren volk – laat die persoon VERVLOEKT zijn …..laat de dood en hel en de duivel hem halen.
Het geval, waarin die kerkelijke gemeenschap roemt is hun schande!
Webster’s woordenboek definieert het woord “episcopaal” als: “de macht van bestuur, toebehorend aan of geïnvesteerd in bisschoppen of prelaten. Bestuur van de kerk door bisschoppen”.
Dus,
“in de episcopale kerkorde staat de orde van bisschoppen boven de andere geestelijkheid en heeft exclusieve macht om orders uit te delen”. Met deze definitie wordt bevestigd dat een bepaald deel van de kerkbeambten (priesters) zelfs “in de apostolische tijden superieur in autoriteit waren boven gewone kerkbeambten” en noemen ook het feit dat het episcopaat de “episcopale rang” erkent, die gecreëerd werd door het instituut, dat het aldus regeerde.
Zij allen bevestigen dat elke kerk waar episcopaal bestuur bestaat, de echte wereldse en vleselijke zonde wordt gepraktiseerd, die “Superieuren” scheppen in wat een heilige broederschap moet zijn. Het gebruik van deze benaming/titel maakt van broeders, die deel uitmaken van dezelfde geestelijkheid, MINDERWAARDIGEN / ONDERGESCHIKTEN.
Hoe kunnen RANGEN en HIËRARCHIE een kerk vernietigen?
De bekrachtiging van “gewone dienaren” vereist een groep dienaren, die extra bijzonder zijn; zo worden “rangen” (kasten) gecreëerd in de overigens Goddelijke broederschap:
- die heilige broederlijke omgang VERNIETIGT,
- tweedracht en strijd schept en
- afgunst kweekt.
Geen wonder dat onze Heer zoiets moet haten, het veroordeelt en gebiedt dat degenen, die schuldig zijn zich bekeren.
-
Maar zullen zij dit doen?
Ja, sommige zullen het doen als de verdrukking gaande is. Anderen echter zullen bij hun geestelijke club blijven, zich verwaand inbeeldend dat hun opscheppende “superioriteit” hen door die tijd van de grootste beproeving, die de wereld ooit heeft gekend of zal kennen, heen zal loodsen. Zij moeten ten onder gaan met de rest van de massa’s van de Antichrist.
En helaas één van de meest betreurenswaardige kenmerken van dit alles is, dat er degenen zijn in de Christelijke Kerk die de leer van de Nicolaïeten niet vasthouden, maar…. die “hun daden” van het domineren van de leken praktiseren door heerschappij over hen te voeren in de Kerk van Jezus Christus, die alleen onderworpen moet zijn aan één Goddelijke Meester.
Het is vaak waar dat zij deze heerschappij zich toe-eigenen, omdat zij heel lang gewaardeerd worden om de liefde voor het belang van hun werk, maar verwaand opgeblazen zijn geworden in hun vleselijke gezindheid.
Geliefden, “kijk uit en wees op uw hoede voor het zuurdeeg van de Farizeeën en de Sadduceeën”. (Matteüs 16:6)
Geschreven door: J.H. Allen (ook: de Scepter van Juda en Jozefs geboorterecht)
Voor meer informatie zie onderstaande link:
JUDAH’S SCEPTRE AND JOSEPH’S BIRTHRIGHT
John Harden Allen (1847 – 14 mei 1930) was een Amerikaanse dienaar. Hij was verbonden aan de Kerk van God (Heiligheid) en ook sterk verbonden met het Brits Israëlisme.
Hij kwam uit Illionois en verhuisde later naar Missouri in 1879. Oorspronkelijk een pastor in de Methodistische Episcopale Kerk; later werd hij een pastor bij de Methodisten (volgens de leer van Wesley) Kerk in Californië.
Hij was één van de mede-oprichters van de Kerk van God (Heiligheid) in 1883. Hij “evangeliseerde door heel het Westen heen en verhuisde uiteindelijk naar Pasadena, Californië, waar hij stierf”.
Rond 1917 gaf hij een publicatie/tijdschrift uit getiteld, Stone Kingdom Herald